Dylan De Belder, symbool voor de verrijzenis van Cercle Brugge

Dylan De Belder: "In Eupen dacht ik ook: het is voorbij. Een paar minuten maar." © belga
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Dylan De Belder schoot zaterdag Cercle naar 9 op 9 en de hemel in. Meteen de renaissance van een ‘vergeten’ aanvaller, een die lijkt samen te lopen met die van Cercle Brugge, eveneens opgestaan uit de doden. In vijf episodes: hoe en waarom Dylan De Belder, ooit een goalgetter maar in Brugge weggedeemsterd, misschien wel de redder van Cercle werd. Na Bernd Storck natuurlijk.

Een middag deze week in Jan Breydel – het groen-zwarte deel dan. De eerste die ik ontmoet is coach Bernd Storck, alom aanwezig. Hij reageert meteen enthousiast: We have a big chance. Ik zeg de spelers: 50 procent kans. Maar ik denk: 60 procent. Maar hij zal Gent anders aanpakken dan Moeskroen. De tacticus. Ik zeg hem dat ik er ben voor Dylan De Belder. Zijn beschermeling. A very hard worker. De perfecte combinatie met Eppel voorin. Dylan is important now.

Toen Dylan De Belder in de zomer van 2017 door Cercle voor zo’n 750.000 euro werd weggehaald bij Lierse, heette de Waal, die eerder ook jeugdinternational was, best een groot ‘tweede klasse’-talent te zijn. Een goalgetter: 18 goals bij Lommel en 21 bij Lierse. Maar bij Cercle hapert het plots. In zijn eerste seizoen, het kampioenenjaar in 1B, zes stuks. Vorig seizoen zelfs maar twee, het klikte niet met coach Laurent Guyot.

Dylan De Belder: “Moeilijk scoren, dat speelt in het hoofd van een aanvaller. Het lukte hier niet van bij de start en dan kruipt de twijfel in je hoofd. Je stelt je vragen, het vertrouwen verdwijnt. Dat is voor een aanvaller het allerbelangrijkste. Ik herinner me van bij Lierse acties die mislukten maar waarbij ik tóch scoorde. En bij Cercle miste ik na een gelukte actie wel het doelpunt. Je kan er ook niet op trainen. Want op training, zonder druk en verantwoordelijkheid, gaan er toch acht op de tien ballen in. Ik geraakte die twee seizoenen nooit in de basis…”

De Belder naar de achtergrond. Seizoen 2019-2020 moest het zijne worden. Eind juli startte hij de eerste competitiematch tegen Standard alvast in de basis. Maar tien minuten voor tijd werd de Waal afgevoerd met een scheur in de ligamenten van de rechterenkel. Met nog een infectie er bovenop, moest hij vijf maanden toekijken.

“Een moeilijke periode, het was mijn eerste zware blessure. Maar ik raadpleegde verschillende specialisten, werd goed omringd en gesteund. Het klopt niet dat ik heb gedacht aan stoppen met voetballen. Maar er waren natuurlijk wel twijfels, over welk niveau ik zou halen. Intussen gleed Cercle helemaal weg terwijl ik moest toekijken vanuit de tribune…”

Intermezzo. In oktober wisselde Cercle Fabien Mercadal in voor Bernd Storck. Alles veranderde. Zo werd De Belder bij zijn terugkeer meteen aanvoerder. En sinds drie weken is Storck een mirakelcoach.

“Bernd, in vergelijking met de vorige trainers een enorme natuurlijke autoriteit, heeft op alle vlakken (organisatie, staf, spelersgroep…) enorm veel veranderd. Zijn grootste sterkte is zijn tactisch doorzicht. Andere coaches analyseren wel de sterktes en zwaktes van de tegenstanders, maar daar blijft het vaak bij. Bernd speelt er ook nog eens perfect op in. Dan wordt daar heel secuur op getraind, veelal al vanaf de woensdag. Dan komt alles perfect uit tijdens de match. Na de nederlaag op Antwerp zei Arslanagic tegen mij: het is onbegrijpelijk dat jullie laatste staan. Kijk nu, we pakken 9 op 9, met twee clean sheets na elkaar…”

“Met deze basis kan Cercle volgend jaar een superseizoen neerzetten”

“De coach is een geweldige people manager. Hij communiceert geweldig, praat constant op alle spelers in, iedereen komt in de week wel eens op zijn bureau. Hij kan ongelooflijk blijven enthousiasmeren. Al vreesde ik na het verlies in Eupen, toen negen punten achter, ook dat het voorbij was. Een paar minuten maar. Eenmaal terug in de kleedkamer rechtten we de rug en zeiden we: we blijven er in geloven. (nadenkend)

“Hij kan je zo ontzettend veel vertrouwen geven. Hij zei me: ik zag je cijfers van bij Lommel en Lierse. Leg mij nu eens uit waarom je hier zo moeilijk scoort. Ik vertelde hem hoe de twijfels waren gegroeid van bij het begin hier. Je krijgt al mijn vertrouwen, zei hij. Dat bleek voor de match tegen Antwerp. Ik trainde slecht, maar hij zei: je bent mijn kapitein, ik heb je nodig. Het klikt voorin, met Eppel. Hij is sterker in de bal bijhouden, ik moet de ruimte zoeken en de box induiken.”

La renaissance. Cercle haalt 9 op 9. Vorige zaterdag ontplofte heel Cercle van geluk bij de winning goal van Dylan De Belder, met zijn linker nog wel. Dylan De Redder.

“Eindelijk was ik eens beslissend voor Cercle. Ik zat alweer aan acht matchen zonder goal. Maar Storck zei: I don’t care about your stats. Die goals komen wel. Het was een bevrijding natuurlijk. Het voordeel aan mijn lange afwezigheid is dat de honger nu groot is. Al hebben we het mooiste beroep ter wereld, de meeste voetballers zijn blij als een slopend seizoen erop zit. Ik zal dat niet zijn.” (lacht)

Maar eerst Cercle redden. Dan kan groen-zwart onder Storck met het (vele) geld van Monaco met nieuwe ambities opnieuw in 1A starten. Met De Belder?

“Eerst moéten en gaan we ons redden. We zeiden al tegen elkaar: een punt tegen Gent volstaat niet, we kunnen winnen! Ze zullen ook een zware match tegen AS Roma achter de rug hebben. Ik denk dat Waasland-Beveren er slechter voor staat. Wij spelen als extra troef nog de laatste match tegen Oostende. Ons geloof is in elk geval groot. En daarna? Ik ben einde contract, ja. Op stage in Malta lieten de coach en Igor Kornev (adviseur bij AS Monaco, red.) mij verstaan dat ze mij willen houden. Waarop ze vorige week mijn makelaar (Mogi Bayat, red.) een eerste voorstel hebben gedaan.”

“Er zijn een paar andere alternatieven bij Belgische clubs, maar ik wil hier best blijven, bij een coach die veel vertrouwen geeft en die mij aanvoerder maakte. Volgend seizoen kan Cercle met deze basis een superseizoen neerzetten. Ik woon sinds dit seizoen in Moeskroen, mijn vriendin werkt in Bergen. Dat is maar een half uurtje rijden. Na Lierse kampte ik met een terugval, maar 27 jaar lijkt me een mooie leeftijd om mij nu ook eens helemaal te bewijzen in 1A.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier