Daniel Wybo kijkt uit naar duel tussen Rode Duivels en zijn thuisland: “Woensdag draag ik shirt van Canada”

Daniel Wybo samen met voormalig bondscoach Marc Wilmots. Deze foto werd genomen in 2013, toen de Rode Duivels in Cleveland speelden. (gf)
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Toen Daniel Wybo twee jaar was, emigreerden zijn ouders met hun vijf zoontjes naar Canada, waar hij supporter werd van de Rode Duivels, het team uit zijn geboorteland. Maar wat nu beide landen woensdag tegenover elkaar staan op het WK in Qatar? “Dan zal ik supporteren voor het fantastische land waar ik intussen al 68 jaar woon.”

Ook tijdens ons videogesprek draagt Daniel Wybo een shirt met ter hoogte van het hart het rode esdoornblad dat we kennen van de Canadese vlag. “Ik heb ook shirtjes van de Rode Duivels hoor”, zegt hij. “Maar woensdag draag ik er een van Canada.”

Hij toont ons foto’s waarop hij naast Romelu Lukaku en Marc Wilmots poseert. “Dat was in 2013 naar aanleiding van de vriendschappelijke interland tussen België en de Verenigde Staten in Cleveland. Ik verbleef toen in hetzelfde hotel als de Belgen. Vroeger stelde het Canadese voetbal niets voor en supporterde ik voor het land waar ik geboren ben, maar woensdag zal ik supporteren voor het fantastische land waar ik intussen al 68 jaar woon.”

Tabaksboerderij

Bijna 70 jaar geleden werd Daniel geboren in Doornik. “Toen mijn ouders huwden, kochten ze een boerderij in Henegouwen omdat ze er in West-Vlaanderen geen vonden”, vertelt hij. “Mijn vader groeide op in een boerderij in Passendale. Mijn moeder heet Moeyaert en is geboren in Sint-Andries. Haar ouders kochten daarna een boerderij in Langemark. Haar jongste broer, Cyriel Moeyaert, schreef verscheidene taalboeken en gaf in het Sint-Jozefscollege nog les aan Geert Bourgeois.”

Feit is dat België niet meer zo sterk is als in 2018

“Toen mijn ouders verkering hadden, spraken ze altijd af aan het Canadese monument in Sint-Juliaan, tussen Passendale en Langemark. Zonder te weten dat ze later naar Canada zouden emigreren uiteraard.” Dat gebeurde in 1955, toen Daniel twee jaar was, om er tabak te gaan verbouwen in Ontario. “Het eerste jaar leerden ze er alles en daarna kochten ze zelf een boerderij. Zo groeide ik daar met mijn vier broers op in een tabaksboerderij.”

Verengelst

Daniel studeerde in Canada aardrijkskunde en geschiedenis en werkte 35 jaar voor een verzekeringsmaatschappij, speelde in zijn vrije tijd voetbal en was er ook actief als scheidsrechter en als coach. Zijn Vlaamse naam Wybo is al lang verengelst en het gesprek doen we in het Engels, maar hij kan ook nog altijd Nederlands spreken. “Dat zal ik je nu laten horen: ik ben bijna 70 jaar oud, ik ben Canadees, ik volg de voetbal van België en van Canada.” Het is nagenoeg vlekkeloos. “Mijn woordenschat is wel beperkt. Ik kan alles lezen en alle woorden uitspreken, maar soms heb ik geen idee wat ze betekenen. (lacht) Mijn ouders leerden mij West-Vlaams. Pas later leerde ik Nederlands, met behulp van de boeken die uncle Cyriel mij opstuurde.”

Slag om de Leie

“Ik woon nu al zo lang in Londen Ontario en in de eerste plaats ben ik Canadees, maar ik zal nooit mijn roots vergeten en altijd de connectie met België behouden. De laatste 25 jaar ben ik er al tien keer op bezoek geweest. Ik vergeet ook nooit meer hoe Canada twee keer zijn jeugd stuurde om de Belgen te bevrijden.” Zijn vader en zijn ooms vochten in 1940 mee in de Slag om de Leie. “Zo groeide ik op met verhalen van hoe Leopold III de West-Vlamingen van de dood redde en ben ik altijd geïnteresseerd geweest in de Belgische geschiedenis. Telkens ik terugga naar de oorlogsherinneringen in Passendale en Ieper en zie hoeveel jonge mensen daar het leven lieten, is dat voor mij emotioneel.”

Zijn oudste zoon is als militair twee keer op missie naar Afghanistan moeten gaan. “Ik kan je verzekeren: als ouder ben je daar elke dag mee bezig! Ook daar lieten veel jonge Canadezen het leven. Gelukkig heeft hij het overleefd, en voor zover we kunnen zien, hield hij er geen trauma aan over.”

Familiebanden

Het leven is ondoorgrondelijk, bedenkt hij vaak: waren zijn ouders niet geëmigreerd, dan had zijn leven zich wellicht in Wallonië afgespeeld in plaats van in Canada, een van de grootste, welvarendste en meest democratische landen ter wereld. “Dan was ik zonder twijfel een andere persoon geweest. Het contact tussen het Waalse en het West-Vlaamse deel van onze familie is trouwens allang verbroken. De reünies waren in West-Vlaanderen en de Walen zijn niet meer afgekomen.”

Hij noemt dat het Belgische probleem. “En van het Canadese deel van de familie ben ik de enige die nog in contact is met de familie in België. Wanneer mijn tijd erop zit, zal ook dat verbroken zijn. Mijn oom Cyriel was een mentor voor mij, ik bewonderde hem, maar één iets haalde ons toch een beetje uit elkaar: hij was een flamingant, een separatist. Ik niet, ik was voor de Rode Duivels.” (lacht)

Larin en Buchanan

Net als wij kijkt hij heel erg uit naar Canada-België van woensdag. “Belgen die mij kennen, vragen mij nu al: wie gaat er winnen?” Daar spreekt hij zich niet over uit. “Feit is dat België niet meer zo sterk is als in 2018, toen Kompany en Fellaini er nog bij waren, Lukaku en Hazard in vorm waren en Vermaelen, Vertonghen en Alderweireld top waren. Maar dat betekent niet noodzakelijk dat Canada gaat winnen. Met Alphonso Davies van Bayern München, Jonathan David van Lille (ex-AA Gent, red.) en Tajon Buchanan en Cyle Larin van Club Brugge tellen zij wel talentrijke spelers, maar ze lieten mij nog niet zien dat ze de bal kunnen laten circuleren als een eliteteam.”

“Zij spelen heel agressief en zijn met hun snelheid heel gevaarlijk op de counter. Als Davies ruimte krijgt, heb je als tegenstander een probleem. Ik ben benieuwd of de Belgen zich zullen kunnen aanpassen als hen de ruimte en de tijd ontnomen wordt. Ik hoop dat Canada wint. Ik ben trots op het land waar ik geboren ben, maar ook heel trots op het land waar ik al bijna mijn hele leven woon.”

Hij sluit af in het Nederlands. “Hartelijk bedankt en tot ziens.”