Justine is hét gezicht van Club Brugge: “Ik heb één regel: in de kleedkamer kom ik niet”

Justine Rombaut: "Je hebt wel eens gasten die een berichtje sturen met de vraag om eens op date te gaan, maar ik reageer daar eigenlijk niet op." © Olaf Verhaeghe
Olaf Verhaeghe

Haar iPhone en een brede glimlach, meer heeft ze niet nodig om de Club-fans te verblijden. De 27-jarige Justine Rombaut uit Ruddervoorde is op sociale media hét gezicht van Club Brugge. Dat de landskampioen ook online zo’n sterk merk is – met een bijna niet te overbruggen voorsprong op de andere clubs – is mee aan haar te danken. “Ik merk dat de supporters appreciëren dat ik iemand van de streek ben.”

Ze is een ietsiepietsie te laat voor onze afspraak, een uitgelopen videovergadering met het team van het Club Media House over de aanpak van de komende wedstrijden. Dinsdag speelt Club Brugge in en tegen Zenit Sint-Petersburg de eerste match van het nieuwe Champions League-seizoen.

Of ze in coronatijden mee zal mogen reizen naar Rusland, weet ze nog niet. Maar ook vanuit Brugge zal de wedstrijd via de sociale media voor de fans te volgen zijn. Met bijna 380.000 Facebook-fans, 163.000 Instagram-volgers en sinds kort ook ruim 100.000 fans op TikTok, is Club Brugge online simpelweg een gigantisch merk.

En Justine Rombaut, 27 en Ruddervoordse, is intussen anderhalf jaar het gezicht van dat succesvolle merk. “Ja, ik heb een droomjob, dat besef ik zeker. Maar het is wel een droomjob waar je hard voor moet werken.”

Hoe ben je bij Club Brugge terechtgekomen?

“Om het in voetbaltermen uit te leggen: dit is een uitleenbeurt. (lacht) Na mijn stage ben ik bij SportHouse Group beland. Dat is het bedrijf van Sam Kerkhofs, de neef van Kat Kerkhofs (de vrouw van Dries Mertens, red.). Via hen werkte ik drie jaar voor Play Sports. Net zoals bij Club Brugge nu, deed ik daar de socials. Begin 2019 kwam de vraag om social host te worden bij Club Brugge en het Club Media House. Tja, dan twijfel je niet, hé.”

Heb je zelf iets met voetbal?

“Eigenlijk wel. Niet dat ik als 7-jarige al bezeten was of het vroeger zelf speelde, maar zeker vanaf het middelbaar is dat erg gegroeid. Ik ben bijvoorbeeld een enorme fan van de Rode Duivels. Ik heb ook lang getwijfeld waarvoor ik zou gaan: iets richting voetbaljournalistiek, of advocate worden.”

Word je vaak aangesproken over je werk bij Club?

“Eigenlijk wel. De reacties komen echt van overal. Ik merk de jongste maanden ook dat ze de weg naar mijn persoonlijke Instagrampagina hebben gevonden.”

Justine Rombaut.
Justine Rombaut.© Olaf Verhaeghe

Ik herinner me een filmpje waarin een gigantische groep supporters jou toezingt en je naam scandeert.

(glimlacht) “Dat was in Manchester, megacool uiteraard. Ook in het stadion roepen ze soms wel eens van ver. Negatieve reacties krijg ik echt heel weinig.”

En aanzoeken?

(lacht) “Het gebeurt, je hebt wel gasten die een berichtje sturen met de vraag om eens op date te gaan, maar ik reageer daar eigenlijk gewoon niet op. Ik zie mezelf niet zomaar daten met iemand die losweg zo’n berichtje stuurt. Ook al ben ik vrijgezel.”

Wat ik wel leuk vind: je steekt je West-Vlaamse roots niet weg als je spreekt voor de camera. Bewust?

“We willen niet dat het bij Club zo’n heel afgelekt taaltje wordt. Ik gebruik een tussentaal, al merk je wel dat hoe spontaner iets gebeurt, hoe platter ik spreek. (lacht) Maar ik denk wel dat de supporters appreciëren dat ik iemand van de streek ben. Die lokale verankering heeft ook zijn charmes, vind ik.”

Ben je nog altijd heel zenuwachtig voor een live-uitzending?

Ma ja gij. Bij de Champions League-loting, die ik samen met Leo Van Der Elst deed, kon ik voor de uitzending amper mijn glas vasthouden. Zo bibberen. (lacht luid) Gelukkig is Leo iemand die je als geen ander weet te kalmeren.”

De voorbije weken waren voor jullie heel druk. De topper Club-Anderlecht, de voorbereiding op de Champions League en natuurlijk de transferperiode. Heb je dat het liefst?

“Ik hou wel van die adrenaline. Herinner je je nog de komst van Simon Mignolet? Dat was het zotste dat ik ooit meemaakte, zeker omdat je wist dat dat geheim moést blijven. Niemand in mijn omgeving wist ervan. Ik heb dat toen zelfs niet tegen mijn ouders verteld.” (glimlacht)

Zo’n toptransfer geheimhouden: moet je daarvoor op je tanden bijten?

“Neen, daar heb ik geen moeite mee. Het gebeurt wel eens op feestjes dat mensen wat komen vissen of me een berichtje sturen met de vraag of een gerucht klopt. Maar ik word niet lastiggevallen. Mijn dichtere vrienden beseffen heel goed dat sommige zaken nu eenmaal binnenskamers moeten blijven. Ik vind het wel grappig om te zien hoeveel fantasie onze supporters hebben. En hoe hard ze ermee bezig zijn.”

Met jullie content versterken jullie dat ook wel natuurlijk.

“We proberen met Club Media House vooral de supporters zo dicht mogelijk bij de spelers te brengen. Die titelviering tijdens de coronacrisis bijvoorbeeld was een hele uitdaging, maar ook daar zijn we erin geslaagd om de supporters samen met de spelers te laten vieren. Dat was ook zo tijdens de stage in Qatar: de spelers zijn zo ver weg, maar toch blijf je verbonden als supporter. De We’ll Never Walk Alone-filmpjes tijdens de play-offs twee seizoenen geleden, waar onze videoman Ruben nachten aan heeft doorgewerkt, zijn in mijn ogen het kantelpunt voor het succes. Toen merkte ik: wow, wat we hier doen, is in België helemaal nieuw. Dit pakt echt.”

Club Brugge heeft qua eigen media en online bereik een gigantische voorsprong op de rest. Merk je jaloezie op bij andere clubs?

“Jaloers zou ik niet zeggen, maar je merkt wel dat bepaalde zaken die wij doen, later elders terugkeren. Logisch: ik kijk ook elders, naar Ajax of Liverpool bijvoorbeeld, al gooien we er altijd wel ons eigen Club Brugge-jasje over. Maar ook bij Studio Brussel halen we inspiratie.”

Justine Rombaut.
Justine Rombaut.© Olaf Verhaeghe

“Supporters die mijn naam scanderen: megacool!”

Zowel Sport House als Club Brugge brengen voetbaljournalistieke content buiten de traditionele media om. Met podcasts, via YouTube en allerlei andere online kanalen. Is dat de toekomst?

“Absoluut, maar voor mij is dat niet echt een verrassing. Sociale media zijn, voor wat wij doen, ook mainstream geworden. Ik heb nooit gedacht: ik wil voetbaljournalistiek doen en ik ga voor een krant schrijven. Neen, sociale media zaten altijd al in de kern. Dit zijn heel logische stappen in mijn ogen.”

Hebben jullie de traditionele media eigenlijk nog nodig?

(denkt lang na) “Goh, dat is een moeilijke vraag. Een gevaarlijke ook.”

Jullie hebben alle inhoud en eigenlijk kan je meer vertellen dan wie ook. Maar de kritiek dat enkel het goede nieuws wordt getoond, houdt wel steek.

“Dat is misschien wel anders dan vroeger. Journalisten van kranten en televisie konden toen veel dichter bij de spelers en de club komen dan nu. Maar dat we enkel het positieve tonen, klopt niet helemaal. Ik herinner me Siebe (Schrijvers, red.) die in een van de filmpjes onder zijn voeten kreeg van Leko… Dat was toch niet zo rooskleurig. (lacht) Ook als het sportief minder gaat, laten wij interviews toe, zijn er persconferenties én tonen we wat er gebeurt op de club.”

Je hebt wel wat gemeen met Lies Vandenberghe, sportanker bij VTM. Ook van Ruddervoorde afkomstig, maar vooral ook een jong, relatief nieuw vrouwelijk gezicht in de voetbalwereld. Ben je daarmee bezig?

“Ik ken Lies zelfs persoonlijk. (glimlacht) Toevallig heb ik haar recent nog om tips gevraagd. Ik heb absoluut niet het gevoel dat ik anders word bekeken omdat ik een vrouw ben. Ik wil me daar ook zeker niet op focussen. Van mij mogen er zeker meer vrouwen in de voetballerij werken, maar uiteindelijk heeft dat ook voor een groot deel met interesse te maken. We moeten dat niet willen forceren.”

“Zeker binnen Club Brugge ben ik persoonlijk altijd goed ontvangen. Al besef ik dat mijn rol en functie zeker geen evidentie is. Plotseling loop ik daar overal achter en ben ik overal bij. De enige regel die ik heb: ik kom niet in de kleedkamer. Vraag is of ik daar zoveel mis? Ze dansen en lachen daar nog wat meer zeker?” (lacht)

Met welke speler heb je de beste band?

“Je moet het omgekeerd stellen: er zit in onze kern letterlijk niemand die ertegenop kijkt om mee te werken. Je hebt er wel die een klik maken als ze de camera zien komen en daarvan genieten. Een Mata bijvoorbeeld, of Dennis. Die gasten zijn een goudmijn qua content. Trouwens, die nieuwe, Noa Lang, dat wordt een toppertje. Een vat vol oneliners. Aan hem zullen we nog plezier beleven.”

Om af te sluiten: welke doelen moet Club Brugge zich dit seizoen stellen?

“Alles winnen. Zonder twijfel. (lacht) De dubbel pakken, is uiteraard een doel. Dat is vorig seizoen niet gelukt. En Europees overwinteren, hoop ik. Match per match natuurlijk, maar als ik de spelers zo hoor, denk ik wel dat het mogelijk moet zijn.”

En voor jezelf de komende jaren? Televisiewerk?

“Ik zeg nooit nooit, maar ik vind het oprecht goed zoals het nu is. Ik voel aan mezelf dat presenteren is wat ik het liefste doe. Daar wil ik mezelf in verder ontwikkelen. Wie weet. Ooit.”