Eder Balanta: “Ik moet niet uitblinken. Club moet beter worden”

Eder Balanta: "Mijn moeder kwam in februari een maandje op bezoek. Ze is hier nog..." © Davy Coghe
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Heel Club moet na twee pijnlijke opeenvolgende nederlagen, zonder één goal vooral, in Eupen dringend op zoek naar rehabilitatie. Ook Eder Balanta mag nu wel weer het ‘beest’ in zich loslaten. De Colombiaanse krachtpatser van Club maakt zich nog geen grote zorgen: “Ik weet heel goed wat het wil zeggen, bluvn goan.” En een Belgisch meisje op het strand van Knokke mag zich ook melden.

“Een rustige, intelligente jongen naast, een beest op het veld”, klonk in Zwitserland, toen de Colombiaan Fabian Alvarez Balanta, 27, van FC Basel in september 2019 tekende voor Club Brugge. Dat eerste blijkt snel, de nummer 3 van Club blijkt een bedachtzame en zelfs verlegen jongen, weinig Zuid-Amerikaanse wilde passie aan tafel in de interviewkamer van het oefencentrum in Westkapelle. Dat tweede had hij in ons land al eerder gedemonstreerd: een stuk graniet als defensieve middenvelder van de landskampioen, een steensoort met goede voetjes nog wel. “Raar hé, dat ik eenmaal op het veld heel anders ben.” Hij verontschuldigt er zich bijna voor. “Ik kom op het gras en blijkbaar draait er een knop in mijn hoofd. Komt er plots een vorm van agressiviteit op, door de onstuitbare wil om te winnen.”

Na een moeizame start door blessures had de verdedigende middenvelder zich in de laatste maanden van vorig seizoen steeds opgeworpen tot een belangrijke schakel. Sterker: mét Eder Balanta in de ploeg verloor de latere landskampioen in het kalenderjaar 2020 geen enkele wedstrijd – op Manchester United in de Europa League (5-0) was hij geschorst.

Maar in de tweede helft van dat verdomde jaar 2020 loopt het plots wel anders: Club verloor sedert de hervatting al zijn beide wedstrijden. Mét Balanta.

Eerst de bekerfinale tegen Antwerp, dat was gênant bijna. “Ik weet nog steeds niet goed wat daar is misgelopen”, knikt Balanta. “Dat is voetbal, zeker? Plots liep het niet. Het was geen kwestie van een gebrek aan mentaliteit, we vonden in de eerste helft geen antwoord op het lage blok van Antwerp, zo simpel was het eigenlijk. We hebben er in de groep over gesproken, we wisten dat we beter konden.”

‘Normal conditions’

Het wás in de eerste match, Charleroi thuis, wel ‘wat’ beter. Maar ook tegen de Zebra’s, zelfde laag blok als Antwerp, vond Club geen oplossingen. En alweer 0-1, er gingen al een paar alarmbellen rinkelen in Jan Breydel. Coach Philippe Clement zag in de hitte een verklaring. Voor Balanta, die met de nationale ploeg in Colombia al in hogere temperaturen met een veel hogere vochtigheidsgraad voetbalde, geldt dat minder. “Maar ik voetbal ook liever in normal conditions, hoor.”

Eupen moet het kind van de rekening worden. “De enige manier om hieruit te geraken is winnen”, stelde Clement na het nieuwe verlies.

“Dat is het voordeel van voetbal”, bevestigt Balanta. “De volgende week kan je een verlies rechtzetten. Ik begrijp de kritiek wel, maar het is nu ook niet zo dat ons vertrouwen weg is. We blijven keihard werken, we gaan snel weer scoren en winnen, weet ik.”

“Als ik hier een leuk Belgisch meisje tegenkom, blijf ik hier misschien wel heel lang”

Het is er ingeprent bij Club: bluvn goan CBO Bob Madou legde eerder al uit dat de slogan evengoed werkt na verlies als na winst. De Colombiaan moest de dag dat hij arriveerde in Brugge voor een voorstellingsfilmpje al meteen de West-Vlaamse klanken proberen te reproduceren. Dat lukte maar moeizaam, een jaar later probeert hij het liever niet meer. “Maar ik weet heel goed wat het wil zeggen”, grijnst hij.

Belangrijker evenwel: hij kan terugkijken op een geslaagd eerste seizoen bij blauw-zwart de concurrentiestrijd met Mats Rits heeft hij alvast gewonnen. Zelfs in die mate dat zijn tweejarig contract door Club meteen in juli werd verlengd tot 2024. En zelfs in die mate dat in de Franstalige pers al geruchten opdoken dat er alweer buitenlandse interesse is opgedoken voor de Colombiaanse middenvelder. Maar daar weet hij naar eigen zeggen niets van. “En men moet bij mij terechtkomen, ik heb geen manager. Luister, ik voel mij uitstekend bij Club Brugge, hou van de mentaliteit en filosofie van deze club. België is de ideale competitie en Club de ideale club om mij te ontwikkelen. Elke speler zal wel dromen van een grote club en ik geloof ook dat ik er de kwaliteiten voor heb. Maar het is aan mij om er verder hard voor te werken.”

Niet te passeren

Hij wil ook zelf niet spreken van een helemaal geslaagd eerste seizoen bij Club. “Omdat het voor mij nooit goed genoeg is. Ik wil altijd beter en beter doen. Daarvoor werk ik elke dag zo hard. Het is voor mij ook niet zo belangrijk, uitblinker te zijn. Ik voetbal vooral ten dienste van de andere spelers. Pas als mijn ploegmaats door mij beter gaan renderen, kan ik tevreden zijn over mijn prestaties.”

“Als er interesse is van andere ploegen moet men rechtstreeks bij mij komen. Ik heb geen manager”, stelt Eder Balanta.© Davy Coghe

Een coyote in de schaduw. ‘El coyote’ zou zijn bijnaam zijn geweest in Argentinië. De minzame Colombiaan begrijpt de vergelijking met het roofdier niet. “Het moet iets van de supporters zijn geweest, in de kleedkamer heb ik die bijnaam nooit gehoord.” In de pers kreeg hij dan weer de nickname La Impassable, dat strookte al meer met zijn kwaliteiten: Niet. Te. Passeren. Maar ook die bijnaam wuift hij bescheiden weg: “Iedereen zegt hier gewoon Eder.”

Hij maakte in Argentinië als jong talent nochtans snel furore als ‘Onpasseerbare’. Balanta was door River Plate weggehaald uit een Colombiaanse Academia in Bogota zonder er ook maar één seniorenmatch te hebben gespeeld, maar debuteerde op zijn 19de uitstekend bij de Argentijnse topclub. Zelfs in die mate dat Europese topclubs als Barcelona (“De nieuwe Puyol!”) en AC Milan al enige interesse toonden. Waarop de technisch directeur van River Plate en Argentijnse voetballegende Daniel Passarella meteen 20 miljoen euro op zijn hoofd plakte.

Maar Balanta bleef waar hij was en… viel terug. Mysterieus zelfs. Volgens de Argentijnse media had het vooral te maken met een tragedie in privésfeer, een geliefde tante die was gestorven. Maar zeven jaar later lacht hij dat verhaal weg: “Ken je de Argentijnse pers? Very special, man! Waar ze het vandaan haalden, weet ik nog niet, maar mijn terugval had niets met mijn persoonlijk leven te maken. Niemand kende de waarheid. Het was een… (aarzelt) puur voetbalverhaal.” Maar wélk voetbalverhaal – onmin met de coaches, tactische discussies wil hij niet kwijt. “Ik had de beste relatie met de coaches. En het was ook geen vertrouwenskwestie. Het is te lang geleden, ik kom er liever niet meer op terug.”

Hij ontkent wel niet dat hij zich nogal heeft moeten aanpassen in Argentinië. Hij was jong en verlegen, dat hij Zuid-Amerikaans bloed had, speelde maar weinig. ” Iedereen denkt dat elke Zuid-Amerikaan één brok passie is, maar je hebt er echt ook wel andere karakters. Ik ben gewoon een rustiger mens. Ik vond het toch een heel andere cultuur. Ik ben sowieso eerder verlegen en in Colombia was ik maar een onbekende jeugdspeler. En plots stond ik in het eerste elftal van een topclub in het voetbalgekke Argentinië, van de eerste dag kon ik niet meer rustig op straat komen. Dat was voor mij toch ingrijpend.”

Pas drie jaar later, in 2016, kon hij dan toch naar Europa, het bescheiden Zwitserse FC Basel moest een tussenstap worden. Maar dat vlotte nog niet meteen. De taal, de vele Zwitserse regeltjes, het vroeg toch weer enige aanpassing. Maar in zijn derde en laatste jaar kwamen opnieuw al zijn kwaliteiten boven. Club telde zo’n 2,5 miljoen euro neer voor de krachtpatser Victor Wanyama kostte een veelvoud.

Zijn integratie in West-Vlaanderen liep wel vlotter, een appartement met zeezicht in Knokke-Heist helpt ook wel. De Colombiaan is nog steeds single, maar heeft er gezelschap van zijn moeder, een verpleegster, en een neefje. Eigenlijk al veel langer dan de bedoeling was.

“Ze kwamen in februari op bezoek. Voor een maand, dachten we. Maar toen was daar de coronacrisis en konden ze niet terug. En ze zijn hier dus nóg (lacht). Ik vind het wel leuk, zo de hele zomer met zijn drietjes. Al moet ik wel zeggen dat het de laatste weken wel heel druk is aan zee. Toen ik er in september introk, was er nauwelijks volk te zien. Al kom ik niet zoveel buiten, ik blijf liever thuis. Maar ik mis de rest van mijn familie natuurlijk. In november is mijn vader (een bankier, red.) hier nog drie weken geweest, mijn zus heb ik al bijna twee jaar niet meer gezien. Ze heeft drie kleine dochters, dat maakt het reizen al moeilijker. Weet je dat het van november 2018 geleden is dat ik nog eens in Colombia ben geweest? Dat was de laatste keer met de nationale ploeg. Tijdens de zomer van 2019 ben ik ook niet gegaan. Ik dacht toen tijdens de winterstop, in Zwitserland drie weken, over te vliegen. Maar ik zat in Brugge en hier duurt de winterstop maar een week. De moeite niet. Ik keek dan maar uit naar de zomervakantie. Maar toen was er de coronacrisis.”

opvallen in Champions League

Maar geen gezeur, hij werkt verder aan zijn droom. Eerst met Club snel Antwerp en Charleroi wegspoelen en de jacht op een tweede opeenvolgende titel inzetten. En dan vooral opnieuw uitblinken in de Champions League, zoals vorig seizoen, vooral op PSG: “één van mijn beste matchen, denk ik.” Europees naam maken?

Rustig: “Het gaat niet om mij, heel Club wil nog beter doen dan vorig seizoen.”

Rustige, leuke jongen. Niet meer zó verlegen. Moet misschien maar eens een meisje zoeken, daar op het strand van Knokke. Ook die vraag beantwoordt hij rustig.

“Ik ben naar Europa gekomen met als prioriteit voetbal. Eigenlijk alleen om te voetballen, het was geen keuze voor het leven hier. Maar ok, als ik hier een leuk Belgisch meisje ontmoet, blijf ik hier toch misschien wel heel lang.”