Christof Willem stond mee aan de wieg van Blue Army

Christof Willem (tweede van links) op het veld van Jan Breydel bij het afscheid van Clubicoon Franky Van der Elst, in mei 1999. © repro Frank Meurisse
Philippe Verhaest

Dat Blue Army, het grootste supporterscollectief van Club Brugge, zondag opnieuw met een indrukwekkende tifo zal uitpakken, staat buiten kijf. Maar wat minder geweten is : Izegemnaar Christof Willem stond mee aan de wieg van Blue Army. “Ik heb tien jaar lang alles gegeven voor het supporterslegioen en Club zelf”, aldus Christof.

Club Brugge, dat is voor Christof Willem een levenslange passie. “Eentje die ik dankzij mijn vader Guido heb opgedaan”, graaft Christof in zijn geheugen. “Mijn allereerste wedstrijd van Club zag ik op 11 maart 1978, op het veld van het toenmalige SV Waregem. Mijn vader was uitgenodigd door een vriend en ik mocht ook mee. Ik was nog een broekventje van amper zeven jaar oud, maar was enorm onder de indruk van de sfeer. De match eindigde op 1-1, maar mijn hart klopte meteen voor Club Brugge.”

In de jaren nadien bleef Christof Club volgen. “Een abonnement had ik niet, maar ik pikte regelmatig een wedstrijd mee en volgde zelfs af en toe de trainingen.”

Tifo tegen Ajax

In 1998 twintig jaar na zijn eerste kennismaking met blauw-zwart raakte Christof betrokken bij de oprichting van het supporterscollectief Blue Army. “Dat gebeurde eerder toevallig”, zegt hij. “Club was toen volop bezig met de renovatie van het Jan Breydelstadion in het kader van Euro 2000 en Blue Army wilde de sfeer in het vernieuwde stadion aanzwengelen. Mijn vrouw kwam thuis met het eerste magazine van Blue Army, dat had ze van een collega gekregen. Vanuit mijn achtergrond als graficus vond ik dat de lay-out veel beter kon en enkele weken later zat ik aan tafel met de andere initiatiefnemers Hans Noyelle en Nico Bollaert. Toen was ik écht vertrokken voor een prachtig Club-verhaal.”

Christof schafte zich meteen een abonnement aan en ging voor de volle honderd procent mee in het Blue Army-verhaal. “Vooral het feit dat we positief supporteren wilden promoten, sprak me aan. Vóór Club Brugge, niet tégen de andere ploeg.”

Mijn logo van Blue Army prijkt als tattoo op het lichaam van enkele fans. Fantastisch

Toch was de opbouw niet altijd even makkelijk. “Voormalig voorzitter Michel Van Maele heeft Blue Army nog een nagel aan zijn doodskist genoemd”, glimlacht Christof. “En oud-secretaris Jacques Denolf wilde onze naam veranderen in Blue Power, omdat Army volgens hem een slechte bijklank had. Maar we hebben doorgezet en uiteindelijk bereikten we een uitstekende samenwerking met het bestuur van Club.”

Christof Willem koestert zijn souvenirs van Club. Zo heeft hij een authentiek truitje van Gert Verheyen in zijn bureau hangen en kon hij een kleine Beker van België-trofee op de kop tikken.
Christof Willem koestert zijn souvenirs van Club. Zo heeft hij een authentiek truitje van Gert Verheyen in zijn bureau hangen en kon hij een kleine Beker van België-trofee op de kop tikken. “Die is nog van Manasseh Ishiaku geweest.”© Frank Meurisse

Christof zelf heeft ontelbaar veel uren in Blue Army geïnvesteerd. “Ik heb zelfs nog zangboekjes gemaakt om aan de supporters uit te delen. En onze eerste tifo-actie zal voor altijd in mijn geheugen gegrift staan. Dat was tegen Ajax Amsterdam in de Champions League in het seizoen 2003-2004. We hebben toen 6.000 blaadjes geplooid en op de zitjes achter het doel gelegd. Een monnikenwerk. Ik heb ook tal van supporterssjaals ontworpen.”

Met gezin naar Club

Achttien jaar na de oprichting is Blue Army uitgegroeid tot een sterk gestructureerde vereniging. “Daar ben ik tevreden over”, zegt Christof, die zich in 2008 terugtrok. “Om de jongeren de kans te geven zich te ontplooien. Alleen zo kan Blue Army blijven bestaan. Maar de vele mooie momenten kan niemand me afnemen. Alle geslaagde tifo-acties waren fantastisch om zien, maar ik ben nog het meest trots op de wedstrijden waarbij we als een echte twaalfde man het verschil gemaakt hebben.”

“Ook het logo van Blue Army, dat ik heb ontworpen, bezorgt me nog altijd een wam gevoel. Ik heb dat zelfs nog licht moeten aanpassen omdat enkele fans het op hun arm wilden tatoeëren. Te gek, toch ? Mijn ontwerp op iemands lichaam vereeuwigd. Elke keer als ik een match van Club op televisie bekijk en ik hoor Blue Army aan het werk, krijg ik kippenvel. De fantastische sfeer in Jan Breydel, daar heb ik toch een klein steentje aan bijgedragen.”

Nu heeft Christof geen abonnement op Club meer, maar hij pikt wel regelmatig een match mee. “En het is mijn grote droom om binnen enkele jaren met het hele gezin een abonnement aan te schaffen”, zegt hij. “Met de hele menage naar Club, dat zal de max zijn.”

Zondag trekt Christof niet naar Brussel. “Ik zou wel kunnen, maar mijn zoon zit nog volop in de examens. Het zou hem te veel pijn doen mocht ik zonder hem naar de finale gaan. Maar ik heb hem wel beloofd dat we de match zullen volgen in het supportersdorp op ‘t Zand in Brugge. Enige voorwaarde : hij moet tegen ‘s middags zijn leerstof perfect beheersen”, lacht hij.

Kippenvel

Vooral het feit dat zijn zoon Toon ook de Club-microbe te pakken heeft, bezorgt Christof een warm gevoel. “Zondag zaten we naar De Zevende Dag te kijken en Vincent Mannaert werd er geïnterviewd. Tijdens het gesprek werden de beelden van de gewonnen bekerfinale van vorig jaar nog eens getoond en plots zei Toon dat hij kippenvel kreeg. Dan weet je dat het gelukt is : de volgende generatie Clubfans staat al klaar”, glundert Christof.