Birger Maertens (nu Daring Brugge) even terug op Jan Breydel

Preben Verbandt en Birger Maertens vormen ook volgend seizoen een gewaardeerd duo op het Tempelhof.
Redactie KW

Afspraak op Jan Breydel, waar Preben Verbandt een jeugdkamp hielp organiseren. Toen Birger Maertens op de afspraak verscheen, pakte Preben uit met zijn eerste stunt: kennissen opzoeken, overleggen en plots keerde hij terug: “We mogen onze foto nemen op het hoofdterrein.”

Zo kennen ze Preben op het Tempelhof: niets is onmogelijk voor dit voetbaldier pur sang. Maar eerst laten we Birger Maertens aan het woord. Hij voetbalde op het hoogste niveau bij Club Brugge, maar amuseert zich rot in derde provinciale. “Bij Daring mijn passie botvieren is super. Toen ik er aankwam, leek iedereen overtuigd dat we opnieuw zouden afzakken naar vierde provinciale. Als je nu ziet hoe we geklasseerd staan, mogen we ons toch flink op de borst kloppen? Stuur ik de jongens bij? Dat weet ik niet, beschouw me als een schakel van het geheel die week na week zijn stinkende best doet. Ik heb overigens een jaar bijgetekend, wij schrijven geschiedenis op het Tempelhof en ik wil verder deel uitmaken van dit geheel.”

“Preben Verbandt? Sterk! Zijn oefensessies zijn juweeltjes en liggen aan de basis van mijn besluit om te blijven. Zijn visie op de trainingen trekt hij door naar de matchen. We beschikken over een jonge, maar sterke ploeg en ze zijn allemaal luisterbereid. Ze beschouwen mij als hun papa. Op een bepaald moment ruilde monument Steve Van Acker zijn spelersloopbaan voor de functie van T2. Hij geeft zijn deel van de trainingen. Vanaf het eerste moment deed hij dat zonder stress. Volgend seizoen hopen we te bevestigen, al weeg ik mijn woorden. Eindronde? Dat zullen we toch proberen.”

Preben Verbandt nam over: “Samen met mijn toenmalige T2 Ulrich Maertens bouwde ik een stevig geheel op in vierde. We promoveerden via de nacompetitie, een loterij waar je altijd wat geluk moet incalculeren. Ik was overtuigd dat onze inkomende transfers een meerwaarde zouden betekenen en dat we van ons zouden doen spreken in de hogere reeks. Voor de top waren we nog niet klaar. We startten barslecht met vier op vijftien. Ja, toen bespeurde ik paniek in de gelederen. Dankzij een sublieme sfeer wisten we de kentering te realiseren. We hopen nu de competitie af te sluiten op een zesde stek. Dat zou een grandioze stunt betekenen. Maar daarvoor moeten we nog één keer winnen, thuis tegen Ruddervoorde. Slagen wij in dat opzet dan zullen we grandioos feesten. De groep ligt gebrand op die laatste zege, ondanks ettelijke geblesseerden boden zich 17 gegadigden aan op onze oefensessies.”

“Naar volgend kampioenschap toe wisten we opnieuw gerichte versterkingen aan te trekken, al wil ik de ambities temperen. Het behoud verzekeren wordt de allereerste opdracht. Het tweede seizoen na promotie is altijd het moeilijkste, weet ik uit ervaring. En ambities? Die koesteren we natuurlijk, al blijft het mijn stramien om de werken van zondag naar zondag. Voorzitter Wim Vandycke loopt dolgelukkig rond. Ik gun het die prachtmens. Ik prent het hem vaak in dat hij volgend speeljaar de eerste tien matchen moet afwachten.” (JPV)