Anthony Van Loo: “Er hangt bij KVK een vloek over de rechtsbackpositie”

© BELGA
Christof Decraene

Anthony Van Loo begon de voorbereiding op dit seizoen met een revalidatie na een ingreep aan de knie en hij is op die manier ook aan de terugronde begonnen. Tussendoor stond hij wel zeven keer in de basis. Maar nu is de rechtsachter opnieuw klaar voor de strijd. En dat is nodig, want KV Kortrijk zit met een probleem op de rechtsachterpositie.

Hij heeft al een paar keer gevloekt dit seizoen, zal Anthony ons bevestigen. Want die knie blijft hem parten spelen. “Wéér die knie“, zucht de naar Aalter uitgeweken West-Vlaming. “Dezelfde knie waarmee ik vorig seizoen sukkelde, al is het probleem niet hetzelfde. Toen moest er een krammetje, dat er nog zat na mijn kruisbandoperatie, uitgehaald worden, want dat begon te irriteren. Dit keer was er een scheurtje in de meniscus, dat operatief behandeld moest worden. Maar ik ben nu volledig hersteld. Ik kan probleemloos meetrainen en na een wedstrijd met de beloften voelde ik geen reactie. Het is verdorie plezant om er opnieuw bij te zijn.”

En het is nodig dat je terug bent, want Kortrijk blijft met een probleem zitten op de rechtsachter.

“Het is alsof er een vloek hangt over die positie. Het zat lange tijd niet mee, maar ondertussen zijn we allemaal stilaan fit aan het geraken. Ik ben terug, net als Gary (Kagelmacher, red.) en ook Youcef Attal staat dicht bij een terugkeer. Het zal voor de trainer straks moeilijker kiezen worden. (lacht)Ook om die reden ben ik blij eindelijk weer fit te zijn. Want met een nieuwe trainer wil je je toch tonen.”

In die 3,5 jaar KV Kortrijk was je al geregeld geblesseerd. Je bent dus mentaal in het voordeel om een comeback te maken.

“Ik heb al veel meegemaakt, dus in die zin klopt het wel. Toen ik in oktober te horen kreeg dat een ingreep aan de meniscus noodzakelijk was, vond ik dat niet zo erg. Ik wist dat ik een vijftal weken buiten strijd zou zijn, je kunt je daar perfect op instellen. Na mijn kruisbandoperatie (in oktober 2013, red.) was het mentaal veel moeilijker om terug te keren. Mocht ik nu nog eens zo’n blessure oplopen, ik weet niet of ik zo’n revalidatie nog een keer zou kunnen opbrengen. Ik heb in mijn carrière nog nooit veel geluk gehad met blessures. Het mag dan eens gaan stoppen.”

Zaterdag staat met de komst van KV Mechelen een belangrijke wedstrijd op het programma. Eentje die de rest van de competitie voor jullie kan bepalen.

“Dat klopt, maar het is niet alleen tegen KV Mechelen dat we punten moeten pakken. Het is eigenlijk al erg dat wij met deze kern naar onderen moeten kijken. Hadden we vorig weekend tegen Gent een punt kunnen behalen, wat best mogelijk was, dan konden we met extra vertrouwen de partij tegen Mechelen aanvatten. In zulke matchen speelt mentaliteit een belangrijke rol. Het team dat het meeste wil winnen, dat het meeste zin toont, maakt veel kans om te zegevieren. Want ik denk dat er in beide kernen evenveel kwaliteit zit. Maar wij spelen thuis en dat is sinds kort opnieuw een voordeel. Ik vind het echter niet plezant dat ook mijn ex-club in degradatiezorgen zit. Ook al ben ik er al enkele jaren weg, ik heb nog een zwak voor mijn ex-club. Met Mats Rits en Seth De Witte speelde ik nog samen. Al denk ik dat ze ook in Mechelen niet verwacht hadden dat ze onderin zouden bengelen.”

“Het is eigenlijk erg dat wij naar onderen moeten kijken”

Was die mentaliteit, die wil om te winnen, voor de komst van Glen De Boeck niet meer aanwezig?

“Ik heb het omwille van mijn blessure vanop iets grotere afstand meegemaakt. Wat er precies aan de hand was, weet ik niet, maar het was duidelijk dat er onder de vorige trainer niet echt meer een ploeg op het veld stond. Het was precies los zand. Het was duidelijk dat er iets moest gebeuren. Nu staat er wel weer een team op het veld, dat voor elkaar wil vechten.”

Nochtans was onder Yannis Anastasiou aanvankelijk iedereen positief. Wat ontbrak er dan?

“Het klopt dat iedereen positief was, maar als het even niet goed loopt in een club, dan weet je dat de trainer het gelag betaalt. Dan is iedereen content dat er een nieuwe coach komt, van wie iedereen vindt dat hij beter is dan de vorige. Toch moet je zo’n trainerswissel op langere termijn zien. Pas dan kun je nagaan of er een verschil is.”

Maar bij Kortrijk is lange termijn de voorbije drie seizoenen wel een probleem.

“Ik ben nu aan mijn vierde seizoen in Kortrijkse loondienst bezig en Glen is hier al mijn vijfde coach. Er is hier al veel gebeurd. Of er foute keuzes gemaakt zijn? Het is niet aan mij om daarover te oordelen. Ik hoop wel dat we nu voor langere tijd met hetzelfde team kunnen voortwerken.”

Er waren dit seizoen ook de vele geblesseerden. Misschien was iedereen gewoon te zeker van zijn plaats?

“Misschien waren sommigen wat te gemakzuchtig, omdat ze wisten dat zelfs bij een slechte match de kans groot was dat ze de week nadien toch weer zouden spelen. Dat kan, maar weet ik niet zeker. Ik vind dat we nu het verleden moeten laten rusten en positief naar de toekomst kijken, zodat we snel uit die gevarenzone zijn.”

Nochtans is de maand december Kortrijk maar weinig goedgezind. De voorbije jaren behaalde KVK in die maand amper punten.

“Daar heb ik geen verklaring voor. Maar nu hebben we, in tegenstelling tot de voorbije jaren, wel al eens gewonnen deze maand (4-1 tegen Waasland-Beveren op 2 december, red.). We hebben nog drie matchen te gaan voor de winterstop en ik hoop dat we nog wat punten kunnen sprokkelen. Na Mechelen volgen nog Genk en Standard. Dat zijn stevige kleppers, maar op dit niveau heb je geen gemakkelijke tegenstanders meer. Trouwens, in deze competitie is al gebleken dat alles mogelijk is. En ook dat is misschien een reden waarom wij onderin hangen. De topteams hebben in het begin van het seizoen veel punten laten liggen, waarvan een aantal op papier kleine ploegen geprofiteerd hebben. Zij hebben nu een voorsprong uitgebouwd die je niet meer zo gemakkelijk zal ophalen. Ik denk dat je in tegenstelling tot vorige seizoenen nu wel minstens 30 punten nodig zal hebben om niet te degraderen.”