Drie youngsters bij Olympic Ledegem stappen in de voetsporen van hun illustere papa’s
Met een jong elftal staat Olympic Ledegem aan de leiding in vierde provinciale. Met Jitse Vandoorne (19), Vedran Verheule en Winter Beernaert (beiden 17) drukken drie jonge gasten, van wie de vaders ook ooit in het eerste elftal van Olympic speelden, al mee hun stempel.
Olympic Ledegem heeft altijd al bekend gestaan om haar talentvolle jeugd. Nu koos het bestuur ook weer resoluut om volop de kaart van de jeugd te trekken en dat loont ook. In vierde provinciale D gaat het team van Patrick Verheule aan de leiding. Opvallende namen op het wedstrijdblad zijn daarbij Vandoorne, Beernaert en Verheule. Die klinken bekend in de oren, omdat ook de vaders van het drietal ooit op heel jonge leeftijd debuteerden voor het fanion.
Hein Vandoorne was een flitsende pocketspits die overal waar hij neerstreek garant stond voor goals. Veel goals. “Ik was 17 jaar toen ik voor het eerste elftal mocht debuteren. We speelden toen in derde provinciale en pakten de titel, maar op mijn 18de kwam SC Menen me al halen. Een grote overstap van provinciale naar derde klasse. Ik arriveerde er ook met een kruisbandblessure, maar speelde dat eerste seizoen toch een 20-tal matchen. Ik zou er drie jaar blijven, waarna ik naar KSV Ingelmunster trok. Na vier seizoenen in Ingelmunster volgden nog SK Gullegem, SV Wevelgem, drie jaar Wervik, een jaar Rumbeke en daarna keerde ik terug naar Ledegem en speelden we kampioen in derde provinciale. Ik werd er vervolgens trainer en nu ben ik hier nog sportief verantwoordelijke bij de club.”
Jitse Vandoorne studeert marketing in Kortrijk en komt al zijn hele voetballeven uit voor Olympic Ledegem. “Ik speel het liefst op de 6 (verdedigende middenvelder, red.) Het is eigenlijk al mijn derde seizoen bij de A-kern, maar de vorige twee seizoenen speelden we niet heel veel matchen. Nu staan we dus hopelijk wel voor een vol seizoen en dat zijn we goed gestart. Halfweg staan we op kop. De D-reeks is een ontdekking, we spelen er tegen ploegen waar we het tegen de jeugd ook nooit tegen opnamen. Ik amuseer me bij Ledegem, ik speel hier samen met allemaal gasten waarmee ik opgroeide.”
Vader Hein is natuurlijk telkens op post bij de matchen. “Hij geeft me wel eens een tip, maar het valt wel mee”, lacht Jitse.
Hein: “Ik laat hem zoveel mogelijk zichzelf zijn. Hij speelt ook op een andere positie dan ikzelf. Hij is heel beweeglijk en maakt veel meters. In Ledegem kiezen we nu voluit voor de jeugd, dat is ook de enige optie vandaag de dag. Wij hebben bij onze thuismatchen zowat 100 betalende toeschouwers, iets waar we tevreden mee zijn. We hopen met onze jeugd naar derde provinciale te gaan. Misschien moeten we hier en daar op een cruciale plaats wel eens een speler aantrekken, maar dat zal eerder uitzondering zijn.”
Steven Beernaert doorliep de jeugdrangen van Olympic Ledegem en debuteerde op zijn 16de in het eerste elftal. “We speelden meteen kampioen. Maxim Vandamme was uitgevallen en Patrick Verheule nam als assistent over. Ik trok vervolgens voor een seizoen naar VK Ieper en speelde daarna vier jaar bij E. Wervik. Ik ben dan teruggekeerd en speelde nog tot mijn 40ste voor Ledegem. In totaal heb ik er 20 seizoenen in het eerste elftal tussen de palen gestaan.”
Zoon Winter koos niet voor het eenzame keepersbestaan. “Bij de allerkleinsten stond hij wel even in doel. Je zag dat hij ook aanleg had, maar hij voetbalde liever.”
Wat het meest opvalt? Die gasten missen geen training!
“Mijn beste positie is die achter de spitsen of als rechtsbuiten”, weet Winter die in het Roeselaarse VTI sanitair studeert en zo ook in de voetsporen van zijn vader treedt. “Dit seizoen maakte ik de overstap van de U17 naar de beloften, maar na enkele matchen werd ik al overgeheveld naar het eerste elftal. Ik debuteerde tegen Zillebeke, kon meteen tweemaal scoren en was dan ook vertrokken. In de eerste ploeg ben ik samen met Vedran de jongste. Soms start ik aan de match, een andere keer op de bank. In de jeugd speelde ik ook vier jaar samen met Vedran bij KSV Roeselare. Ik heb daar ook een goede opleiding gekregen, maar zit hier nu goed bij Ledegem. Het is een toffe bende. Bij ons thuis wordt er veel over voetbal gepraat. Mijn vader heeft ook tot zijn 40ste gevoetbald, ik heb dus wel herinneringen aan zijn loopbaan. Maar we blijven ook met de voeten op de grond. Na de heenronde hadden we al een mooie voorsprong, maar het is nog niet gespeeld. Het zou wel leuk zijn om net als mijn pa in mijn eerste seizoen bij het eerste meteen de titel te pakken.”
Steven: “Dat zou al een gelijkenis zijn. En Winter is ook begonnen met Luc Clarysse als zijn eerste jeugdtrainer, bij mij was dat net hetzelfde.”
Christof Verheule was een spits die van de jeugd van Ol. Ledegem eerst even uitweek naar VK Dadizele. “Ik moest dat doen om aan spelen toe te komen”, herinnert hij zich. “Toen ik terugkeerde, speelde ik in het team waarmee we de titel pakten in derde provinciale. Vervolgens trok ik naar E. Wervik, WS Lauwe, Zwevegem, VK Kachtem, opnieuw Ledegem en KSV Moorsele. Mijn laatste club was FC Passendale, maar daarvoor heb ik nooit gespeeld.”
Vedran Verheule, die hout- en bouwkunde studeert aan het Roeselaarse VTI, startte met voetballen bij Ol. Ledegem, maar trok dan voor negen seizoenen naar KSV Roeselare. Vedran – enoemd naar voetballers Vedran Runje en Vedran Pelic – speelde op heel wat posities. “Bij Roeselare eindigde ik zelfs in de verdediging.” Nu staat hij diep in de spits, terwijl zijn pa een flankaanvaller was.
Christof: “Vedran is kopbalsterker, ik was wellicht iets sneller. Terwijl ik meer een aangever was, heeft Vedran een neus voor goals. Hij staat nogal vaak op de juiste plaats. Mooi dat hij op zijn 17de al basisspeler is, in de heenronde kon hij ook al tien keer scoren.” Afgelopen weekend deed hij er nog twee bij, hij is nu samen met Wouter Vervaecke topschutter met 12 goals, Mehdi Verlinde nette er al acht en ook Winter Beernaert zit al aan zes stuks.
Voor Vedran is het ook ‘nonkel’ Patrick Verheule die trainer is. “Had ik dat geweten, ik had hier nooit getekend”, knipoogt hij. “Nee, ik vind dat eigenlijk niet zo tof. Ik wil niet de naam hebben te spelen omdat mijn nonkel trainer is.” Christof: “Ik heb mijn broer dus ook nog gehad als trainer, ik was de eerste die vervangen was. En met mijn broer praat ik nooit over het voetbal in Ledegem. We kunnen dat perfect scheiden.”
Mening van trainer Patrick Verheule
Patrick Verheule is al gepokt en gemazeld in het provinciale voetbal en hij weet dat hij goud in handen heeft. “Weet je wat me vooral opvalt: ze missen geen training. Die jonge gasten zijn er altijd. Geen flauwe excuses, ze tekenen telkens present. Maar ze zijn uiteraard nog jong en hebben groeimarge. Doe daar nog eens enkele jaren ervaring bij en die gasten kunnen hogerop spelen. En misschien het liefst met Ledegem. Ze zullen zeker tweede provinciale aan kunnen. Maar er komen ook nog wat randfactoren bij kijken natuurlijk.”
De oefenmeester heeft de vaders ook destijds van dichtbij gevolgd en is dus goed geplaatst om hen met de zonen te vergelijken. “Jitse speelt niet in de spits, maar ook daar zou hij zijn plan trekken. Hij is net als zijn vader balvast. Hoewel hij niet van de grootste is, doet hij het ook goed in balrecuperatie.” Als voetballer Steven en Winter Beernaert vergelijken is een ander paar mouwen, omdat Steven in het doel stond en Winter veldspeler is. “Maar net als Steven is hij wat de chouchou van de ploeg, de mascotte. Na de wedstrijd geniet hij ook met volle teugen.” Neefje Vedran Verheule posteerde Patrick voorin. “De laatste jaren had hij daar niet meer gespeeld, maar hij doet het goed. Hij scoort veel en geeft ook aan. Bij Christof was het meer omgekeerd, hij was de man van het voorbereidende werk. Al herinner ik me nog het kampioenenseizoen dat Christof en Ricky Vansteenkiste voorin stonden. Ricky scoorde 24 goals, vaak op assist van Christof. Maar ook hij scoorde er nog 16. Vedran heeft dan weer het voordeel heel polyvalent te zijn, je kan hem ook elders op het veld inzetten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier