KSV Rumbeke bracht voor de 15de keer zijn voetbalburen uit eerste provinciale rond de tafel voor een gezellige babbel in functie van het komende seizoen. Dit keer was het het nieuwe SK Roeselare-Daisel A en KSK Oostnieuwkerke die meeschoven aan tafel. Moderator was zoals gewoonlijk Bart Wenes, ondervoorzitter bij KSV Rumbeke.
“Terugblikken op een stille periode is heel moeilijk”, opent de Rumbeekse coach Geert Broeckaert. “Niemand wellicht had immers deze situatie meegemaakt in het verleden. Zelf merk ik wel dat puur qua voetbal de structuur wat verdwenen is. Vroeger gingen de voetballers traditioneel ergens in juli op vakantie zodat ze niets moesten missen van de voorbereiding. Nu is er altijd wel iemand afwezig, zelfs in de trainingsopbouw, en dat stoort toch wel als trainer. In Rumbeke valt het nog wel mee, andere clubs zullen wellicht hun schema niet klaar krijgen tegen de start.”
“Zelf heb ik van deze periode toch genoten om in zoveel mogelijk oefenmatchen iedereen van de 23-koppige kern aan het werk te zien en ook systemen uit te proberen. Een andere reden voor de vele verschuivingen was om iedereen van blessures te sparen. Uit die periode kan ik besluiten dat de drie nieuwkomers echt wel aanwinsten zijn en de plaatsen enorm duur zullen zijn voor de basiself. Werkelijk niemand zal zich een mindere dag kunnen veroorloven in deze campagne.”
Met de handen in het haar
KSV Rumbeke realiseerde slechts drie inkomende transfers, bij Oostnieuwkerke lagen de kaarten totaal anders, want slechts drie spelers bleven aan boord van de vorige kern, incluis trainer Johnny Nierynck. “Ik moet eerlijk bekennen dat ik zes maanden geleden nog met de handen in het haar zat”, aldus Johnny. “Na ruim 50 contacten met spelers was er nog altijd geen kern. Uiteindelijk zijn we ons vizier gaan verplaatsen en spelers gezocht met kwaliteiten uit lagere reeksen. Alles moest immers binnen het financieel plaatje van de club passen. Zelf heb ik eventjes getwijfeld om ook definitief af te haken, nu staat echter een gedreven trainer voor jullie die het maximum uit de groep wil halen. Hopelijk zal die gedrevenheid ook merkbaar zijn bij de spelers, wat nu niet altijd het geval is. Zo heb ik bijvoorbeeld een oefenwedstrijd op Poperinge moeten afzeggen, omdat niemand van de vier keepers kon meespelen. Dergelijke zaken vergt veel energie van de trainers, gelukkig zit het conditioneel met de groep wel goed.”
Overvol Dokterskabinet
Christ Vandevijvere kwam al in de voorbereiding van het nieuwe SK Roeselare-Daisel A aan boord ter vervanging van Maxime Vandamme, maar merkte toch de blessuregevoeligheid bij de spelers. “Ik hoor van veel dokters dat hun kabinet momenteel goed vol zit met voetballers. Ook enkele van mijn gasten ontbreken nu nog. Nochtans koos ik ervoor om rustig op te bouwen naar de competitie, maar wel met veel oefenmatchen, elf in totaal. Zo zag ik alle kernspelers voldoende aan het werk. De voorbereiding liep dus niet altijd zoals gewenst, maar stilaan zijn we als club wel klaar voor de competitiestart op 5 september met direct de topper op Blankenberge.”
Trouwe sponsors
Voor de spelers en de trainers was het zeker geen gemakkelijke coronaperiode, maar ook de bestuursleden hadden zo hun problemen. “Er waren voor bijna alle clubs geen inkomsten meer, maar belangrijk is ook dat bij veel clubs de medewerkers achterwege bleven”, pikt Dimitri Geerolf, voorzitter van Oostnieuwkerke, in. “Gelukkig kan ik rekenen op een ‘vaste’ bende, alhoewel de jeugdwerking wel in de problemen zit. Wellicht heeft dit niet zozeer met deze periode te maken, maar veeleer met de geografische ligging dat spelers of trainers afhaken. Ook het ontbreken van een kunstgrasveld maakt het nog moeilijker, maar overleven met KSK Oostnieuwkerke doen we zeker. De sponsors zijn gebleven en de vrijwilligers geraken terug op ritme. Ook qua eerste ploeg ben ik ervan overtuigd dat we in deze reeks kunnen overleven als de spelersgroep niet te kampen heeft met te veel blessures.”
“We willen zo snel mogelijk op nationaal niveau spelen”
Voor voorzitter Bart Allossery was het een immens drukke periode. “Voor de Daiselse gasten veranderde er heel veel in de coronatijd. We verhuisden namelijk met een deel van onze werking naar Roeselare sinds de fusie. Daar was plots op Schiervelde een grote leemte ontstaan na het opdoeken van Essevee. Zelf zijn we met het bestuur onmiddellijk ons project dat we voor ogen hadden, gaan voorstellen aan stad Roeselare en natuurlijk zijn we gelukkig dat burgemeester Kris Declercq en zijn bestuursploeg er direct positief tegenover stond. Dit was toch een serieuze stap voorwaarts, alhoewel ik het gevoel had dat de club uit een faillissement kwam. Er was geen structuur meer en die hebben we met enkele mensen van de jeugd toch weer op poten gekregen. Nog dagelijks duiken er wel kleine probleempjes op, maar het komt zeker goed. Op termijn, en eigenlijk zo snel mogelijk, willen we mikken op nationaal niveau, zonder natuurlijk stappen hierbij over te slaan.”
“Wij, als KSV Rumbeke, hebben de coronaperiode goed overleefd”, aldus de Rumbeekse praeses Stefaan Bouckaert. “Sportief konden we de groep bijeen houden en zelfs in aanvallend compartiment versterken. We kijken dus zeker uit om hopelijk definitief naar eerste provinciale terug te keren. Qua medewerkers zit het hier nog altijd goed, alleen merk ik dat niet iedereen het normale ritme gewoon is van vroeger, maar dat komt wel eens de competitie is opgestart.”
Titelkandidaten?
“Ook extra sportief zit het weer goed, want met Bricx Vastgoed hebben we terug een hoofdsponsor voor jaren. Met hen erbij moeten we proberen zeker terug een rustig seizoen te draaien in de middenmoot met als het kan uitschieters tegen de toppers. Namen? Het zal een heel sterke reeks worden waarbij iedereen van elkaar kan winnen. Niemand steekt er echt bovenuit. Iedereen verwacht natuurlijk Roeselare of Blankenberge als de te kloppen ploegen, maar op een serveerblaadje zullen ze het kampioenschap zeker niet krijgen, en dat weten ze zelf ook wel.” (SBR)
Bjorn Sucaet (KSV Rumbeke): “Het niveau is de voorbije jaren sterk gestegen”
Kapitein Bjorn Sucaet is één van de meubelstukken geworden bij KSV Rumbeke. De Roeselarenaar start straks aan zijn negende seizoen in de blauw-witte kleuren. “Voor ik hier op het Rumbeekse sportpark aankwam, speelde ik voor het Oost-Vlaamse Lovendegem. Daar verklaarden ze me bijna gek toen ik mijn transfer naar Rumbeke aankondigde. Niet zozeer voor de club op zich, maar over het zwakke niveau van het West-Vlaams voetbal toen. Daar waren ze van mening dat het systeem langs hier werken met lange ballen is en het middenveld overslaan. Bij coach Nigel Smith probeerde ik dit wel eens, maar werd ik onmiddellijk op de vingers getikt dat het voetbal altijd van langs achter begint. Toen ik mijn eerste matchen achter de rug had, was ik aardig geschrokken van het niveau en van Rumbeke in zijn totaliteit.”
“Sinds ik hier ben, mikt het bestuur altijd op een rustig seizoen in de linkerkolom. Vier jaar geleden was het echter een pechseizoen en degradeerden we. In tweede provinciale is dan de bouw van een nieuwe kern begonnen met grote aandacht voor de (eigen) jeugd en kijk waar we nu al terug staan. Nu de voorbereiding achter de rug is, kan ik zeggen dat we een ploeg hebben die altijd voor de overwinning moet gaan, gelijk wie de tegenstander is. Dat dit niet altijd zal lukken, is zeker waar, maar toch zie ik ons een rustig seizoen draaien in de linkerkolom met geregeld een uitschieter. Wie weet slagen we daar al in op onze tweede speeldag wanneer we op bezoek moeten naar SK Roeselare-Daisel A. Belangrijk is immers om een goede start mee te maken ondanks het zware programma, zodat we direct mee zijn met de grote bende.” (SBR)
Yannick Duyck (SK Roeselare-Daisel A): “Het totaalplaatje moet kloppen”
Yannick Duyck is in het ‘nieuwe’ SK Roeselare-Daisel A desondanks één van de anciens. “De voorbije zes jaar was ik immers al actief bij VK Dadizele”, aldus Yannick. “Toch is de voorbereiding anders verlopen, zeker qua accommodatie. Vroeger moest je wel eens een bal gaan zoeken in de maïs, in het mooie Schiervelde is dat niet meer het geval. Wat ook anders is, is dat de supporters kritischer zijn, vooral bij een nederlaag dan. Velen rekenen erop dat we straks de titel binnenhalen, maar wijzelf – en ook het bestuur – zijn daar veel rustiger bij. In eerste instantie zullen we proberen steeds mooi voetbal op de mat te leggen, gelijk wie de tegenstander is. Finaal zien we dan wel waar ons schip strandt. Dat mag natuurlijk op de eerste plaats zijn, maar de concurrentie voor de hoofdvogel is toch wel groot, want Blankenberge wil ook zo snel mogelijk de poort van het nationaal voetbal openbeuken en dan vergeten we misschien nog Boezinge. Het totaalplaatje moet dus wel kloppen om kampioen te worden.”
Yannick maakt direct ook een kanttekening bij een eventuele promotie. “Vroeger, toen het nog vierde klasse was, zat de reeks boordevol met West-Vlaamse ploegen. Er waren dus wekelijks wel derby’s. Nu is de reeks niet meer zo interessant. Voorlopig zit daar nu enkel nog Oostkamp, Anzegem en Torhout KM erbij. Bij een eventuele promotie zal je dus niet te lang mogen blijven hangen in de derde amateurklasse, maar direct moeten kijken voor hogerop. Zoals de voorzitter aanhaalde: de vereniging zal er op alle vlakken ook moeten klaar voor zijn. Maar nogmaals: eerst dit seizoen en daarin moeten we proberen zo hoog mogelijk te eindigen”, aldus Yannick. (SBR)
Jens Baessens (KSK Oostnieuwkerke): “We hebben een betere ploeg dan vorig jaar”
Jens Baessens was één van de weinige blijvers bij KSK Oostnieuwkerke in het tussenseizoen. “Na drie seizoenen Boezinge kwam ik vorig jaar met veel zin naar Oostnieuwkerke”, begint Jens. “De kern was immers al gedeeltelijk vernieuwd en mikte op een rustig seizoen, wat in normale omstandigheden wellicht ook zou lukken. Na goed vijf speeldagen brak echter een lange coronaperiode uit en konden we voetbal op onze buik schrijven. Zelf ben ik dan maar individueel gaan padellen of lopen met voetbalvrienden als Colin Dumoulin en Robinson Woodruff, maar het spelletje heb ik zeker gemist.”
“Plots brak de transferperiode uit en zag ik bijna iedereen vertrekken”, gaat Jens verder. “Zelf heb ik onmiddellijk mijn woord aan voorzitter Dimitri en trainer Johnny gegeven om te blijven, gezien ik me nog niet echt heb kunnen bewijzen hier. Voor het duo brak echter een helse periode los waarbij een bijna volledige nieuwe kern moest samengesteld worden. Finaal hebben ze een kern samengesteld die naar mijn bescheiden mening sterker is dan vorig jaar. Jongens als Schmisser hadden we hier bijvoorbeeld niet lopen in de vorige campagne, dus zie ik ons zeker geen mal figuur slaan, als de ploeg gespaard blijft van blessures. De kern is immers niet zo groot om dat op te kunnen vangen.”
“Vandaar dat we ook niet meedoen aan grootspraak. In eerste instantie gaan we proberen in een heel evenwichtige competitie een rustig seizoen te draaien met daar bovenop geregeld eens een uitschieter. Het mooist is dat doen in een derby. Ploegen als SK Roeselare-Daisel A en Rumbeke zijn dus bij deze gewaarschuwd dat we extra gemotiveerd zullen zijn”, besluit Jens Baessens. (SBR)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
