Noa Lang: “Een rebelletje. Maar wat een potentieel!”
Op 19 oktober debuteerde hij voor Club Brugge op het veld van Standard. Goed drie maanden later, op de vooravond van opnieuw Club-Standard, staan er al 8 goals en 7 assists achter zijn naam. Sinds vorig weekend, na de winst tegen Racing Genk, is Noa Lang al helemaal de nieuwe ster van blauw-zwart. Wie zijn Diatta en Dennis alweer? Peter van der Veen werkte met Lang bij de U15 van Ajax en bij de U20 van Oranje en hij schildert een bijzonder portret van het Rotterdamse straatjoch: “Als een wedstrijd heel belangrijk is, of als het hele stadion tegen hem is, staat hij op. Dat vindt hij geweldig.”
Neen, een grijze muis is Noa Lang (21) allerminst. Bij zijn eerste basisplaats in de Eredivisie, op 1 december 2019 met Ajax uit bij Twente (2-5), scoort hij meteen drie keer. Sindsdien kennen we hem ook van zijn openhartige interviews. Onder meer over zijn harde jeugd, thuis en op de veldjes van Rotterdam-Oost. “Niemand troostte mij, zo ben ik opgevoed”, verklaarde hij toen. “Als ik pijn had en naar mijn vader ging, dan zei hij: Weg! Daar word je hard van .” Van kleins af is hij net als zijn vader supporter van Ajax. Dat is speciaal voor een Rotterdammer, zeker voor een Rotterdammer die bij de jeugd van Feyenoord voetbalt én zich daar ook out als supporter van de grote vijand uit Amsterdam. Het kon dan ook niet uitblijven: hij is veertien wanneer hij naar Ajax vertrekt. Peter van der Veen, dit seizoen T2 van Lommel SK, is er zijn eerste trainer.
Naar Ajax
“De eerste maanden waren heel lastig voor Noa”, vertelt de Rotterdammer. “Zijn overgang van Feyenoord naar Ajax bracht in zijn omgeving nogal wat teweeg. Dat werd in Rotterdam niet door iedereen goed ontvangen. Hij moest ook elke dag op en neer reizen. Het waren lange dagen. Soms nam ik hem mee met de wagen. Ik kende zijn vader, dus de klik was er wel. Maar als je veertien bent en naar Amsterdam gaat, is er tijd nodig om je aan te passen.
“Bovendien kwam Noa bij de U15 van Ajax in een enorm talentrijke lichting terecht. Met onder meer Matthijs de Ligt (Juventus), toen nog op het middenveld, en de aanvallers Justin Kluivert (Leipzig), Donyell Malen (PSV) en Ché Nunnely (Willem II). We werden dat seizoen kampioen en speelden de finale tegen uitgerekend Feyenoord. Bij een 2-2-stand kregen we in de laatste minuut een penalty en je kan waarschijnlijk al raden wie hem binnenschoot. ( lacht ) Dat zijn de momenten waarvoor Noa leeft. Dat zie je nu ook bij Club Brugge. Hoe groter de druk wordt, hoe beter hij wordt. Als een wedstrijd heel belangrijk is, of als het hele stadion tegen hem is, dan staat hij op. Dat vindt hij geweldig. Wanneer we met de nationale U20-ploeg tegen landen als Italië speelden, dan wist je: hij zal er staan. Noa speelt zonder stress. Hij is vrij wanneer hij voetbalt.”
Maar Noa was ook een rebelletje, zeker als het niet liep zoals hij wou. Licht ontvlambaar. Snel boos. Moeite met gezag. Altijd klaar met een wederwoord tegenover coaches. Wegwerpgebaren. “En af en toe een tjoerie maken, zo’n afkeurend geluid tussen tong en lippen”, lacht Van der Veen. “Over de schreef gaan tegen de scheidsrechter ook. Dat soort trekjes. Dan haal je hem eraf of je stuurt hem een keer naar binnen. Als hij zijn best deed, kon hij mee in die fantastische groep, maar soms deed hij minder zijn best en moest je hem op zijn donder geven. Dan was hij opstandig. Pubergedrag, en daar moet je als coach doorheen prikken. Op dat moment is dat niet zo’n probleem, want je ziet wat hij kan. Ook toen hij zich bij Ajax nog niet lekker thuis voelde, zag je op training al kwaliteiten waarvan je dacht: wow, die kan echt goed worden . Dat was hetzelfde als wat je nu bij Club Brugge ziet: beslissend zijn, met assists en met goals. Hij verrast je ook met oplossingen en dat is bijzonder. Dat zag je toen al. Onder druk behoudt hij het overzicht en kan hij nog steeds de beste oplossing vinden. In zo’n talentrijke lichting word je daar natuurlijk ook elke dag in getraind en Noa bezit het talent en de techniek om daar altijd onderuit te kunnen komen. Je mocht ook niet verslappen, omdat het niveau zo hoog was en Noa wou absoluut slagen.” Het staat intussen zelfs op zijn rechterarm getatoeëerd: Dream, Believe & Achieve .
Wet van de sterkste
Knokken leerde hij op de Rotterdamse pleintjes. “Daar opgroeien is goed”, aldus Van der Veen. “Daar geldt de wet van de sterkste. Als je het daar niet met elkaar eens bent, lossen ze het anders op, soms ook met een schop of een klap. Zo word je gehard. Ze spelen er de winnaar blijft staan , en dan wil je het liefst de hele dag blijven staan natuurlijk. Als je jonger en goed genoeg bent, mag je meedoen, maar dan krijg je wel eens een paar schoppen van de grote jongens en dan moet je opstaan. Je moet voor jezelf opkomen, want anders sneeuw je onder en mag je niet meer meedoen. Dus moet je strijden. Daar leer je eigenlijk alles. Op training is dat bijna niet na te bootsen. Grote talenten teren op hun talent, maar op een gegeven moment komen alle talenten samen aan de top en dan bepaalt de mentaliteit hoever je gaat komen. Noa ging wel eens eventjes uit de bocht, maar de mentaliteit om door te zetten, heeft hij altijd gehad.
“Dat rebelse blijft in hem zitten. Dat is de aard van het beestje en dat zal altijd een werkpunt van hem blijven, maar hij is wel ook iemand met een heel goed hart. Dat zag je nu ook weer met het overlijden van zijn oma. Dan zoekt hij de grens op door na zijn doelpunt zijn shirt uit te trekken, maar dat komt omdat hij het belangrijk vindt om zijn oma te eren. Hij is echt een goed mens. Oprecht. Eerlijk. Geen dubbele bodem. What you see, is what you get . Noa durft de waarheid tegen je te zeggen en dat vind ik fijn.”
Belangrijk voor zijn ontwikkeling is ook zijn stiefvader en toenmalig Ajax-speler Nourdin Boukhari geweest. “Nourdin was een hele goeie voetballer die in zijn carrière nogal wat tegenslagen kende, maar hij is altijd blijven knokken”, weet Van der Veen. “Hij was een goed voorbeeld en was ook altijd heel rustig in de feedback die hij Noa gaf. Ook zijn ouders waren heel realistisch. Er is met hen nooit een probleem geweest.”
Lang is op profniveau een intuïtieve straatvoetballer gebleven. “Bij de jeugd van Ajax was hij een 10. Noa zoekt zijn eigen ruimtes op en op de 10 kon hij alle kanten op. Maar bij de jeugd van Oranje speelde hij doorgaans hangend vanaf de linkerkant, met de vrijheid om naar binnen te komen, een beetje zoals nu bij Club Brugge.” Erik ten Hag, hoofdtrainer van Ajax, vindt dat hij op 10 te veel zwerft en daardoor de organisatie van het team in het gedrang brengt. “Noa was bij Ajax natuurlijk nog niet zover dat het hele elftal om hem draaide”, zegt Van der Veen. “Dat moet je verdienen. Het zal afhangen van hoe hij zich verder ontwikkelt, maar het zou best kunnen dat hij binnen een paar jaar weer op 10 terechtkomt. Bijvoorbeeld met twee verdedigende middenvelders onder hem, zodat hij wat meer kan zwerven.”
Werkpunt
Defensief omschakelen en mee verdedigen noemde Ten Hag zijn grootste werkpunt. Van der Veen weet hoe dat komt. “Wat daarin zeker meespeelt, is dat je in de jeugdcompetitie bij Ajax 9 van de 10 wedstrijden wint. Als je het niet doet, wordt dat ook niet afgestraft. Daarom namen we deel aan grote internationale toernooien. Tegen Barcelona en Real Madrid werd dat wel afgestraft. Ook een andere omgeving kan dat soort zaken bij Noa triggeren, om te laten zien dat hij dat wel degelijk kan. Want vergis je niet: hij heeft veel inhoud. Hij trainde ook altijd extra, onder meer in de sportschool van zijn vader. Afgelopen zomer kwam ik hem toevallig tegen in het Kralingse bos in Rotterdam. Daar gaat hij dan rennen voor zichzelf.
“Er waren altijd wel wat twijfels, omdat hij dus af en toe uit de bocht vloog, maar ik vind het knap hoe hij zich uiteindelijk ontwikkelde”, besluit Van der Veen. “Het is dapper en het siert hem dat hij die stap naar België zette (in plaats van bij te tekenen bij Ajax, red.) en daar nu laat zien dat hij van grote waarde is voor Club Brugge. Het geeft aan dat hij een eigen pad in zijn hoofd heeft. Nu komt het erop aan constant te blijven, de voetbalwereld te laten zien dat hij dit niveau een heel seizoen kan aanhouden. Hij is nog heel jong, misschien komt er wel eens een mindere periode. Maar dan moet hij rustig blijven en er altijd op blijven vertrouwen dat het weer terugkomt, omdat hij gewoon ontzettend goed kan voetballen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier