“Op straat leerden we overleven. En winnen”

© Davy Coghe
Redactie KW

Kroatisch bloed, een vurige passie voor balsport en beiden kampioen met hun West-Vlaamse topclub. En zo zijn er wel nog meer gelijkenissen tussen Dario Gjergja (43) en Ivan Leko (40), respectievelijk coaches van BC Oostende en Club Brugge. KW bracht ze samen voor een dubbelgesprek over hun band met België, hun geboorteland, de scheidsrechters en de invloed van de pers. “Als we ooit opa worden, zullen we moeten kiezen: dichtbij de kleinkinderen wonen, of vissen aan de Adriatische kust.”

“Alleen als we ook een Belgische vlag mogen vasthouden”, weigeren Ivan Leko en Dario Gjergja als we hen een Kroatische vlag willen toestoppen voor de fotosessie. Ja, België ligt hen duidelijk na aan het hart. En zo zijn er wel nog principes waar beide coaches elkaar volledig in volgen. Zo zijn ze op matchdagen telkens piekfijn uitgedost, op trainingsdagen – zoals de dag van het interview – lopen ze steevast rond in werkplunje, een trainingspak. Harde werkers, die niet op een uurtje meer of minder kijken. Het typeert Ivan Leko en Dario Gjergja.

Is het voor het eerst dat jullie elkaar ontmoeten?

Dario Gjergja: “Neen, ik ben zelfs al eens een training van Ivan gaan bekijken. We ontmoetten elkaar in België via een gemeenschappelijke vriend, Tomislav Rogic (keepertrainer bij Club Brugge, red.). Hij is van Zadar, mijn geboortestad.”

Ivan Leko: “Mijn thuisstad is Split, een groot uur rijden van Zadar. Toch heb ik Dario in Kroatië nooit ontmoet. We kenden elkaar van naam, maar niet persoonlijk. Mijn respect voor wat Dario in het Belgische basketbal heeft verwezenlijkt, is enorm. Hij wint al jaren alles, terwijl ik maar al te goed weet hoe moeilijk dat is.”

Hoe goed kennen jullie elkaars sport?

Ivan Leko:I like basketball. En ik volg de Belgische competitie genoeg om te weten dat hij (wijst naar Gjergja) kampioen zal spelen. (lacht) Als ik thuis een wedstrijdje met vrienden speel, is het altijd basketbal, geen voetbal.”

Dario Gjergja: “Maar dan gaat het om een speciaal soort basketbal, zonder spelregels.”

Ivan Leko:(lacht luid) “Het is soms meer boks dan basket.”

En hou jij van voetbal, Dario?

Dario Gjergja: “Absoluut. Ik volg de resultaten van Club Brugge en durf zelf soms ook wel eens een balletje te trappen. In de zomervakantie met mijn Kroatische vrienden dan voornamelijk. Net als Ivan ben ik trouwens linksvoetig, mijn rechter is echt vreselijk. (lacht uitbundig) Af en toe ga ik ook naar KV Oostende kijken, ik woon immers vlakbij de Versluys Arena.”

Thuis met vrienden speel ik altijd basketbal, geen voetbal. Maar dan wel zonder regels

Was het voor jou een grote verrassing toen Club Brugge Ivan Leko als T1 aanstelde?

Dario Gjergja: “Neen. Ik heb hem tijdens zijn carrière meer gevolgd dan hij mij. (beide heren lachen luid) Het einde van zijn carrière, zijn beslissing om coach te worden… Ik volgde het allemaal op de voet. Vorig jaar heeft hij bewezen wat hij in zijn mars heeft. Nu moet hij consistentie tonen. In sport is er immers geen verleden, alleen een toekomst. Als je in het verleden leeft, kom je in de problemen. Als die consistentie er is, heeft Ivan een grote toekomst voor zich. In de Champions League waren de resultaten alvast super. Dat is veelbelovend.”

Jullie hebben de Belgische nationaliteit. Was het een moeilijke beslissing om Belg te worden?

Dario Gjergja: “Neen, ik ben hier sinds 2008 en België gaf me alles.”

Maar dat Kroatische gevoel is en blijft toch iets speciaals.

Dario Gjergja: “Dat is het absoluut, maar dat is niet het enige wat telt. België is een heel belangrijk onderdeel in mijn leven. Ik heb een diep respect voor elk element van dit land. Voor mij is dit mijn land, al zal ik mijn roots natuurlijk niet vergeten. Ik ben en voel me Belg en gedraag me ook overal zo. Alles wat ik heb, wat ik bereikt heb, is mede dankzij België en de kansen die ik hier kreeg. In Kroatië zou ik als 33 jaar jonge coach nooit dezelfde kansen gekregen hebben als hier.”

Ivan Leko: “Sinds 2008, na hier drie jaar hier te hebben gespeeld, bezit ik ook de dubbele nationaliteit. Ik ben een trotse Kroaat, die in zijn tweede land woont. We arriveerden hier in 2005 toen mijn kinderen nog heel jong waren, zij zijn dus voor het grootste stuk hier opgegroeid. We voelen ons hier thuis.”

(Lees verder onder de foto)

© BELGA

Zeggen jullie ook ‘thuis’ tegen België?

Ivan Leko:Second home. (lacht) Als we zeggen, we gaan naar huis, dan is het Split.”

Dario Gjergja: “Ivan is een emotioneel man. (knipoogt) Als ik over home praat, dan heb ik het over Oostende. Na een maand vakantie in Zadar zei mijn dochter: ik wil naar huis. Het was me niet duidelijk of ze Zagreb bedoelde – we hebben daar ook een appartement – of Oostende, maar ze had het wel degelijk over Oostende. Ik zie mijn dochter niet terugkeren naar Kroatië, alleen voor vakantie.”

Ivan Leko: “Ook mijn kinderen zullen in België blijven, denk ik. Ik werk hier en hou van dit land, maar op mijn oude dag zal ik waarschijnlijk gaan vissen aan de Adriatische kust en met een glaasje wijn in de hand van mijn geboorteland genieten. De temperaturen zijn er doorgaans ook ‘iets’ aangenamer. Dan zal het wel pijnlijk zijn om zo ver van mijn kinderen te wonen.”

DarioGjergja: “Daar denk ik hetzelfde over, al mogen we één iets niet vergeten: als we ooit het geluk hebben om opa te worden, zullen we moeten kiezen: dichtbij de kleinkinderen wonen, of vissen aan de Adriatische kust.”

Wat vinden jullie het mooist aan België?

Ivan Leko: “Wij zijn echte gezinsmensen en vanaf dag één zijn we hier met open armen ontvangen. De mensen gaven ons respect en liefde. De perceptie is dat Belgen koud en gesloten zijn, maar dat wil ik absoluut tegenspreken. Dat is ook waarom we ons hier zo thuis voelen. Dit voelt niet aan als een tijdelijke verblijfplaats voor het werk, maar als een plek waar we willen leven omdat we dat graag doen.”

Dario Gjergja: “Daar wil ik er nog één detail aan toevoegen. Ik denk dat je die openheid ook voor een groot stuk moet afdwingen. Als je fake bent, zullen mensen dat doorhebben. Net als Ivan hier destijds als speler arriveerde, begon ik hier als jonge coach die klaar was om 24 op 24, 7 op 7 hard te werken. Alles draait om de juiste attitude.”

Een onzeker bestaan voor meer geld, haalt het niet van de zekerheid in België

Jullie verwachten dat ook van jullie spelers.

Dario Gjergja: “Werklust is het eerste en belangrijkste criterium om als speler bij mij te kunnen slagen.”

Ivan Leko: “Jezelf ten volle geven is de basis, maar de huidige generatie jongeren denkt daar wel eens anders over. Voor mij, en ook voor Dario, is hard werken altijd een evidentie geweest.”

Dario Gjergja: “Het probleem van de huidige generatie is echter de opvoeding. En dat is een globaal probleem, al doen ze het in de Verenigde Staten op dat vlak misschien wel beter. Maar van dat land nemen we enkel de slechte dingen over: Temptation Island, Big Brother… Ik heb mijn dochter meegebracht naar dit interview, omdat ik weet dat ze anders thuis voor de computer zou zitten. Dat wil ik niet. Kinderen hebben structuur nodig, anders worden ze lui.”

Maar in Kroatië lijkt het op dat vlak ook wel mee te vallen. Want hoe kan het anders dat een land met slechts 4 miljoen inwoners op wereldvlak zo uitblinkt in balsporten, van waterpolo tot handbal?

Ivan Leko: “Misschien omdat we te lui zijn om iets zonder bal te doen?” (hilariteit)

Dario Gjergja:It’s in the spirit.”

Ivan Leko: “Geef liefde aan de bal, want die bal geeft je alles. Hoe meer je aan de bal geeft, hoe meer je ervan terug zal krijgen.”

Dario Gjergja: “In ex-Joegoslavië is er veel armoede, kinderen lijden honger. Zij zijn extreem gedreven om via sport een beter leven uit te bouwen. In rijkere landen hebben jongeren veel alternatieven: als ze niet slagen in de sport, kunnen ze ook een andere carrière uitbouwen.”

Ivan Leko: “In België studeer je af aan de universiteit en je hebt een mooi leven. Simpel. (wrijft zijn handen over elkaar) De honger naar succes proberen we aan de nieuwe generatie mee te geven. In Kroatië wordt voetbal en basketbal nog steeds op straat gespeeld. Daar kan je zo veel spelen als je wil en bovendien leer je hoe je moet winnen. Die straatvoetballers en -basketballers leren op jonge leeftijd hoe ze moeten overleven, hoe ze moeten winnen. Een groot voordeel.”

Hoe heb jij jouw jeugd in Kroatië beleefd, Dario?

Dario Gjergja: “We hadden één kleine auto, één bal en één paar schoenen. Vandaag krijgen kinderen alles. Destijds moest je uitblinken op straat om een kans te krijgen bij een club. Voor Ivan prof werd bij Hajduk, heeft hij ongetwijfeld een lange weg afgelegd.”

Ivan Leko: “Maar dat was net het grote voordeel van in die tijd op te groeien. We zien dat veel van de huidige toppers in een (ex-)communistisch land opgroeiden. In hun jeugdjaren was er geen stabiliteit, geen zekerheid over de toekomst. Ze leerden overleven. Neem bijvoorbeeld Luka Modric, hij groeide op in de oorlog. Ook veel Braziliaanse spelers groeiden op in de favela’s. Hun grinta om te winnen is gewoon veel groter.”

Maar andere wereldtoppers als Kevin De Bruyne en Eden Hazard hadden een goede thuissituatie en groeiden wel met alle moderne middelen op.

Ivan Leko: “Maar als je naar het percentage topspelers kijkt dat vanuit een moeilijke thuissituatie komt, zal je zien dat hun aandeel groter is.”

Dario Gjergja: “Bovendien hebben De Bruyne en Hazard hun thuis al op jonge leeftijd verlaten. Op internaten en bij hun clubs leerden ze structuur in hun leven krijgen. Daar leerden ze ook om te overleven, want de concurrentie is er heel groot. Veel van de huidige spelers hebben problemen om met geld om te gaan. Wist je dat 50 procent van de spelers blut is? Als spelers ook op dat vlak niet de juiste ondersteuning krijgen, loopt het verkeerd. Waar zou Messi nu gestaan hebben als zijn vader zijn geld in het begin niet had beheerd?”

(Lees verder onder de foto)

© BELGA

Luisteren spelers als jullie hen hierover advies geven?

Ivan Leko: “De meeste kan ik bereiken omdat ik open en eerlijk ben. Ik zeg wat ik voel en de spelers appreciëren dat.”

Dario Gjergja: “Zoals ik het ervaar, houden topspelers er net van om gecoacht te worden. Zeker door trainers die zelf op een hoog niveau gespeeld hebben, zoals Ivan. Voor mij is het soms moeilijk omdat ik zelf nooit in hun schoenen stond. Na al die jaren coach ik niet meer met het hoofd, maar voornamelijk op gevoel. Een beetje zoals José Mourinho, die ook nooit op topniveau speelde. De gemiste momenten als prof moet je op een andere manier compenseren.”

Ivan Leko: “Zonder kennis overleef je als coach op professioneel niveau maximum twee tot drie weken. Als je spelers niet beter kan maken omdat de kennis ontbreekt, zal je niet ver geraken.”

Vinden jullie dat jullie een gelijkaardig stijl van coachen hebben?

Dario Gjergja: “Ik ben iets meer een volcano dan Ivan, maar voor de rest is onze stijl behoorlijk vergelijkbaar. De kleine verschillen zijn te verklaren omdat we in een andere streek in Kroatië opgroeiden. Hoe noordelijker, hoe temperamentvoller. Kroaten laten zich nogal vaak leiden door emoties. Als ik vind dat iemand zich niet ten volle geeft, ben ik pissed op die persoon.”

Ivan Leko: “Hou ook rekening met het verschil in de sporten. In basketbal heb je time-outs. Die zou ik ook graag hebben. (lacht) Zo heb je extra invloed. Als ik naar BCO kijk, zijn de time-outs ongetwijfeld de meest entertainende momenten. In voetbal kan je niet zien wat er tijdens de rust gebeurt. Nochtans ook interessant, hoor.” (lacht)

Dario Gjergja: “Als coach moet je het spel gewoon aanvoelen. Kijk, thuis in de Champions League tegen het Italiaanse Bologna stonden we op 21 seconden van het einde 77-76 voor, toen hun coach een time-out vroeg. Ik zei tegen mijn jongens: we gaan niet verdedigen maar maken meteen een fout, zodat wij na hun vrijworpen weer aan zet zijn voor een laatste aanval. Iedereen keek me vreemd aan. Eén speler zei: hell no! Mijn antwoord: hell yes! We spelen thuis en zullen dit winnen. Alle hoofdjes gingen naar beneden. Ik zag dat en riep hen toe: Let’s go fuckers, we will defend this. Ze sprongen op, verbeten van de motivatie. We hebben onze voorsprong met succes verdedigd en de fout niet gemaakt.”

Zowel BC Oostende als Club Brugge hadden op papier niet de beste spelers, maar wel het beste geheel

Kunnen voetbaltrainers iets leren uit het basketbal?

Dario Gjergja: “Daarvoor liggen de sporten te ver uit elkaar. Het is moeilijk vergelijken.”

Ivan Leko: “In voetbal gebruik ik situaties die ook in het handbal voorkomen. Ook zij werken met linies. In basketbal is het moeilijker om gelijkenissen te vinden. Zij hebben 25 tactische combinaties, wij hebben er misschien drie. En het is al te veel.”

Nog een gelijkenis: jullie werken beiden heel graag met jonge spelers.

Dario Gjergja: “Het is onze toekomst. Jammer genoeg kunnen ook wij – net als in het Belgische voetbal – niet voorkomen dat talentvolle jongeren naar grote, buitenlandse clubs trekken.”

Ivan Leko: “In België hebben we niet de middelen van de Europese topclubs, dus moet je de mogelijkheden gebruiken die voorhanden zijn. In mijn korte periode als coach had ik meer succes met jonge gasten dan met gevestigde waarden. Dat soort mannen zitten vaak in een comfortzone en gaan niet meer op zoek naar hun limieten. Jonge gasten voetballen vaak complexloos. In hun zoektocht naar succes zorgen ze voor extra grinta en daar smul ik van. Maar ik zou het zeker niet erg vinden om op een dag jongens als Luka Modric, Lionel Messi of Sergio Ramos te coachen.” (lacht)

Zitten jullie nu, als coach van een Belgische topclub, aan jullie limiet?

Ivan Leko:If you dream, dream big.”

Wat is big voor jou?

Ivan Leko: “In het basket is dat de NBA, in het voetbal een Europese topcompetitie. Ik leg mezelf geen limieten op.”

Dario Gjergja: “Geen limieten opleggen is één ding, maar realisme is ook belangrijk. Ik droom ervan om ooit de EuroLeague te winnen, maar ik ben ervan overtuigd dat alles in het leven stap voor stap moet gaan. Je kan ook niet van de lagere school meteen naar de universiteit overstappen.”

Waarom ben je dan nog steeds actief in België, waar je alles al won?

Dario Gjergja: “Op dit punt in mijn leven is ook mijn gezin heel belangrijk. Het onzeker bestaan in een topcompetitie voor meer geld, haalt het momenteel niet van de zekerheid in België. Dat we met BC Oostende ploegen kloppen die beter zijn dan ons, toont dat er hier ook opportuniteiten zijn.”

In basketbal ben je – door de hogere scores veel minder afhankelijk van geluk dan in voetbal.

Dario Gjergja: “De voorbije jaren blonk BCO telkens uit in de competitie. Niet op papier of door de namen, wel door de quality of producement. Ook bij Club Brugge was dat het geval: ze hadden niet de beste spelers, maar het geheel en hoe die in elkaar werd geklikt maakten het verschil. Op ons niveau is dat het belangrijkste. Wij hebben geen Messi die met drie vrije trappen een match kan beslissen.”

Ivan Leko: “Ik ga akkoord dat het in het voetbal makkelijker is om voor een verrassing te zorgen dan in het basketbal. Iedereen heeft geluk nodig, maar ik geloof dat je je geluk kan creëren, dat je er invloed op hebt. Hoe meer liefde je aan de bal geeft, hoe meer je er terugkrijgt. Eén enkele wedstrijd kan je winnen of verliezen door geluk, maar op langere termijn zal er een verschil zijn tussen ploegen die ‘gewoon werken’ en zij die werken met verlangen, engagement… Ploegen die tien procent meer doen, creëren hun geluk. In Kortrijk keurde de scheidsrechter een goal van ons af, maar dat is een goedkoop excuus. Dat gebruik ik niet. Werk aan je geluk, zorg ervoor dat de bal in jouw kamp ligt.”

Wat je niet kan controleren zijn de scheidsrechters.

Dario Gjergja: “Neen, dat kan je niet. Kijk, in basketbal heb je vijf verschillende manieren om de sport te spelen: volgens de regels van de NCAA, NBA, het Europees basketbal, dat zich in twee gesplitst heeft… Het zijn andere sporten. Dan heb je situaties waarin je jonge Amerikaanse spelers moet uitleggen dat zij geen time-out mogen aanvragen, maar dat ik dat moet doen. Of hen duiden op loopfouten, want in de NBA zetten ze eerst vijf stappen vooraleer ze dribbelen. Dat is tragisch. In voetbal gelden dezelfde regels, overal ter wereld.”

Maar is dat een reden om kwaad te zijn op de scheidsrechters?

Dario Gjergja: “Neen, maar ik wil wijzen op de uniformiteit. Scheidsrechters in het voetbal zijn professionals, die goed betaald worden en gestraft kunnen worden. In het basketbal doen ze dat als hobby. Terwijl dat voor ons, basketbalcoaches, serious business is. Onze job.”

Is die uniformiteit er in het voetbal? Fluit elke ref hetzelfde? Neen, toch?

Ivan Leko: “Ik maak fouten, mijn spelers maken fouten, iedereen maakt fouten. Ook een scheidsrechter. Maar over die fouten spreek ik niet, zelfs niet als die heel pijnlijk voor mij zijn. In mijn anderhalf jaar bij Brugge, heb ik het nog nooit over scheidsrechterlijke fouten gehad, of toch niet over ‘normale’ fouten. Iedereen moet respect tonen voor onze sport, en dat houdt in dat we fouten moeten accepteren. Tenminste als het ‘normale’ fouten zijn.”

Dario Gjergja: “Iedereen maakt fouten. Tijdens een wedstrijd maak ik er zeker tien. Misschien zelfs vijftien. Maar zeg als ref ook eens: sorry, coach, het was mijn fout. Dan kan ik daar vrede mee hebben, omdat ze eerlijk zijn. Maar als ze meteen dreigen om me buiten te gooien, vaak door een vooroordeel vóór de match, dan kan ik daar niet mee leven. Op dat moment is het hun fout, niet de mijne. Als ik iets verkeerd deed, zal ik dat meteen toegeven. En de communicatie moet van een hoog niveau zijn, en in België hebben we het probleem dat niet iedereen Engels spreekt. Zeker niet in Wallonië. Dat is problematisch. (neemt de koffietassen om iets duidelijk te maken) Kijk, als coach zit je tussen het bestuur, de supporters – die voor mij gerust met meer mogen zijn -, de scheidsrechters, de spelers… Je moet daarin een balans vinden. Als de spelers je op het veld signalen geeft: coach, je beschermt me niet. Hoe zou jij je voelen? Soms moet je iets doen om je speler te beschermen.”

Heb je die balans? Of verlies je die soms?

Dario Gjergja: “Ik denk dat ik de balans heb. Ik weet hoe ver ik kan gaan. Ik spendeer 12 tot 14 uur per dag aan mijn job om iets voor te bereiden. Als je twee uur naar een wedstrijd komt, moet je respect hebben. Ik kan een wedstrijd verliezen, dat is geen probleem. Mis je tien driepunters, dan verlies je. Maar als je ziet wat er ons overkwam in de beker, waarbij een scheidsrechter met opzet niet fluit, dan is dat iets anders.”

In mijn korte periode als coach had ik meer succes met jonge gasten dan met gevestigde waarden

Kan je imago als ‘vulcano’ de reden zijn waarom je niet genomineerd wordt als Coach van het Jaar over alle sporten heen, zelfs al domineer je al jaren de sport?

Dario Gjergja: “Wie ben ik om daar over te oordelen? Ik doe enkel mijn job. Met mijn mentor Slavko Trninic heb ik vorige zomer dagenlang gepraat. Op een dag zaten we zeven uur aan een stuk op een basketveld. We kwamen tot het besluit dat mijn non-verbale reacties een enorme indruk maken. Mensen die me in een privésituatie ontmoeten, zullen een heel ander beeld van me hebben. Als ik me bij de haren grijp, net zoals Ivan zou doen bij een gemiste penalty, dan denken ze dat ik gek ben. Het is een stempel. En een probleem als referees met zo’n vooroordeel naar een match afzakken.”

Een stempel heeft Ivan ook, die van een gentleman dan.

Ivan Leko: “Ik probeer gewoon te zijn wie ik ben.”

Dario Gjergja: “Moet je iets weten? Eind december kreeg ik een uitnodiging van de scheidsrechters, om een clinic te geven in Kortrijk. Over communicatie met de scheidsrechters. Gek, hé?”

Voel je een gebrek aan appreciatie?

Dario Gjergja: “Mijn job is niet om daaraan te denken. Appreciatie voel je misschien na de wedstrijd. Heel even.”

Het is een eenzame job.

Dario Gjergja: “Het is eenzaam, ja.”

Ivan Leko: “Mocht het aanvoelen als een job, zou ik het nooit doen. Voetbal is mijn leven, ik hou ervan om voetbalcoach te zijn. Een deeltje van het trainerschap houdt in dat je momenten hebt waarop enkel jij je gevoelens en gedachten kan begrijpen.”

Recent viel je even uit je rol, toen je het vreemd vond dat je nog geen contractverlenging werd aangeboden.

Ivan Leko: “De waarheid kan je vanuit verschillende hoeken bekijken. Op de persconferentie zei ik één woord: ‘raar’. Vanaf dat moment werd het een groot verhaal. Voor mij is het geen zaak, dit is enkel voor het ego. Als je coach wordt, zeker bij een grote club als Club Brugge, moet je leren je ego aan de kant te zetten. Een groot ego kan een groot probleem zijn.”

Dario Gjerja: “Dat is sensatie. Kijk naar onze recente match tegen Leuven, waarbij het scorebord uitviel. De media kwamen op afgelopen met de vraag of ik live op televisie mijn mening wilde geven. Ik zei: dat kan gebeuren, in elke zaal ter wereld. Met die ene zin doodde ik alle sensatie. Ik hoop dat het niet meer zal gebeuren, het een les is voor onze federatie dat we erop moeten letten, voegde ik eraan toe. Tweede vraag: Ja, maar je stond aan de leiding. Stel dat je alsnog verliest? Men probeerde me uit mijn kot te lokken, dat ik zou zeggen dat het andere team slecht zou zijn. Wie ben ik om daarover te oordelen? Ik ben Nostradamus niet, ik kan dat niet weten. We stonden 14 punten voor, maar Eddy Casteels en zijn team kennende: die ging niet opgeven. Dan maar een nieuwe poging van de journalist: Wat als je een nieuwe wedstrijd moet spelen? Dat is niet eerlijk, om opnieuw te spelen, antwoordde ik. Ofwel spelen we nog één quarter, ofwel regelen we dit op een andere manier, zei ik op vriendelijke toon. Maar ze wilden me een negatieve reactie ontlokken. Ik moet slim zijn en telkens nadenken over wat ik zeg. Als ik daarop zou ingaan, zou ik een debiel zijn. “

Ivan, in de competitie ging het even minder, met 10 op 30. Ook toen begon het gemor.

Ivan Leko: “De vraag is: naar wat kijk je? Kijk je naar de positieve of de negatieve kant? Je kan het dan hebben over die reeks in de competitie, ja. Maar je kan ook naar de positieve dingen kijken. We kunnen praten over de wedstrijden in de Champions League, dat we vijf nieuwe internationals hebben, dat de waarde van onze individuele spelers vijf keer hoger ligt dan drie maanden gelegen… Dat zijn ook feiten. Journalisten focussen natuurlijk meer op het negatieve. Maar ik kies ervoor om naar dat positieve te kijken. Altijd.”

(Sam Bracke/Olivier Neese)

Dario Gjergja koestert goede voornemens om onze taal alsnog te leren: “Ik schaam me omdat ik nog geen Nederlands kan”

Ivan Leko maakt er een erezaak van om het grootste deel van zijn interviews in het Nederlands af te werken. Omdat Dario Gjergja onze taal niet voldoende machtig is, nemen we het interview in het Engels af. “Pfoeh, ik vind jullie taal zo moeilijk”, verontschuldigt Gjergja zich. “Ik begrijp alles en praat het een klein beetje, maar te weinig om diepgaande gesprekken in het Nederlands te voeren. Mijn vrouw en kinderen kunnen het wel.”

Heeft Ivan Leko dan tips voor Dario om het Nederlands onder de knie te krijgen? “Het is een verhaal van lange adem, dat voor mij al begon in mijn periode als speler in België. Na elk interview in het Nederlands smeekten mijn dochters: please dad, geef je interviews weer in het Engels. Ze lachen met mijn accent. Maar ik hield vol en toen we in 2009 beslisten om in België te blijven (Leko werd door Club Brugge uitgeleend aan Germinal Beerschot en ging later nog voor Lokeren spelen, red.), volgde ik lessen Nederlands. Mijn accent is uiteraard nog niet verdwenen, maar mensen appreciëren dat je het probeert.”

“Ik ben zelf nooit een geweldige speler geweest, dus zo heb ik het alvast niet kunnen leren toen ik iets jonger was”, lacht Dario Gjergja. “En als coach was ik altijd zodanig op het spelletje gefocust, dat ik me nooit echt volledig op het Nederlands kon storten. Niet dat ik het niet geprobeerd heb, ik had zelfs een privéleerkracht. De eerste vijf keer was dat great, maar de zesde keer begint hij over ‘ik heb, jij hebt, hij heeft…’. Allemaal goed en wel, maar ik begon dan al te denken hoe ik moest verdedigen tegen een pick and roll. Mijn brein was altijd ergens anders, bij het basketbal, dus stuurde ik hem door naar mijn vrouw.” (hilariteit)

“Maar ik schaam me dat ik het Nederlands nog niet volledig onder de knie heb, maar ik kan me er simpelweg niet op focussen. Bovendien is alle basketbalterminologie in het Engels. Na twee jaar in Charleroi en twee jaar in Luik is mijn Frans eigenlijk beter dan mijn Nederlands, omdat de Latijnse talen beter aanleunen bij het Kroatisch. Maar ik heb de hoop nog niet opgegeven en wil het ooit wel eens te kunnen.”

“Het verschil is ook dat ze in Wallonië alleen maar Frans spreken”, vult Leko nog aan. “In Vlaanderen past men zich veel makkelijker aan en zullen ze je meteen in het Engels aanspreken. Dat dwingt je niet om Nederlands te leren.”

Ivan Leko praat voluit over Operatie Propere Handen en schreeuwt zijn onschuld uit: “Wat ze mij daar aandeden: dat wens ik zelfs mijn ergste vijand niet toe!”

Dit interview zou eigenlijk al drie maanden eerder plaatsgevonden hebben, maar de hele zaak-Operatie Propere Handen besliste daar anders over. De dag voor onze afspraak werd Ivan Leko immers opgepakt. Wegens tijdsgebrek moest hij daarbij ook een nacht in de cel blijven. Zijn hoofd stond op alle kranten, in binnen- én buitenland. “Als iemand je zonder enige bewijs om 6 uur ‘s morgens meeneemt naar de gevangenis, voor de ogen van je kinderen: dat is een drama”, blikt Ivan Leko terug op de dag. “Zoiets heeft impact op iemands leven, dat is normaal. Ik ben veranderd, ja. Ik ben béter dan drie maanden geleden. We leren van elke ervaring in ons leven, om beter te worden. Maar het was een grote uitdaging om dat te accepteren.”

“Wat ze met mij gedaan hebben… Dat wens ik zelfs mijn ergste vijand niet toe. In het leven ben je onschuldig tot het tegendeel bewezen is. Omdat ik coach ben van Club Brugge, met de grootste achterban van het land, was ik al schuldig zonder enig bewijs. Niets. Nul. Later zal ik op de laatste pagina van het dossier staan, helemaal onderaan, in een voetnoot. Leko was 100 procent eerlijk. Maar intussen stond er op elke voorpagina ter wereld maar één hoofd: dat van mij.”

“Als ze nu vragen hoe het met me gaat, antwoord ik: fantastisch! Omdat ik voel dat iedereen die mij persoonlijk kent 200 procent in me gelooft. Iedereen die ook maar een klein beetje contact met me heeft, weet wie ik ben als persoon. Iedereen die me kent, heeft geen twijfels. Nul percent. Dat zijn de echte belangrijke dingen in het leven.”

“Voor mij is het belangrijker hoe mensen straks terugdenken hoe ik was als persoon dan als voetbalcoach. Je mag altijd tegen me zeggen dat ik niet deug als coach, dat ik verkeerde beslissingen neem. Maar als persoon weet ik wie ik ben. Als ze me daarin raken, dan hebben ze problemen. Die hele zaak was zowat het ergste dat kan gebeuren in iemands leven, maar ik wil er geen groter drama van maken dan het is”, aldus de Brugse coach.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier