“Op kunstgras kan je dag en nacht sporten”

Hannes Hosten

De stedelijke sportinfrastructuur van Oostende telt drie kunstgrasvelden. Naast het hockeyveld, dat al sinds jaar en dag kunstgras heeft, zijn er op het sportpark De Schorre twee recente kunstgrasvelden, één met rubber als instrooimateriaal en één met kurk. “Kunstgrasvelden zijn duurder, maar je hebt er minder onderhoud aan en kan er bij wijze van spreken dag en nacht op spelen, het hele jaar door”, zegt hoofd van de sportdienst Marc Van de Poel.

“Op het sportpark De Schorre zijn er twee voetbalvelden in kunstgras. Het eerste werd drie jaar geleden aangelegd en heeft een infill van SBR, dat zijn gerecycleerde autobanden”, legt Marc Van de Poel uit. “Er bestaan ook meer gesofisticeerde instrooimaterialen in kunststof, zoals TPE en EPDM. Toen we een tweede voetbalveld in kunstgras wilden aanleggen, was er heel wat te doen rond de gezondheidsrisico’s van de rubberen balletjes. Daarom is toen gekozen voor een natuurlijk instrooimateriaal en dat werd kurk. Je hebt ook GeoFill, op basis van kokosvezels, maar die moet je besproeien met water.”

“Ons derde kunstgrasveld is het hockeyveld aan de Konterdamkaai, maar dat is waterkunstgras. Het ziet eruit als een tapijt en niet als gras. Hockeyvelden worden besproeid met water omdat je anders serieuze brandwonden oploopt als je er uitglijdt. Bovendien werkt het balvertragend, wat ernstige blessures helpt vermijden. Ons hockeyveld wordt besproeid, maar de voetbalvelden niet. Of het is eens per jaar, als KVO moet gaan shotten tegen Sint-Truiden. Sint-Truiden is de enige eersteklasser met een kunstgrasveld. KVO vraagt de brandweer dan om het kunstgras nat te spuiten, zodat ze zich hier kunnen voorbereiden.”

“Altijd bespeelbaar”

“Het grote voordeel van kunstgras is natuurlijk dat het altijd bespeelbaar is”, vervolgt Marc Van de Poel. “Een normale voetbalmat gaat snel kapot als ze te veel bespeeld wordt. Maar bij kunstgras is dat niet het geval. Dat was dan ook een van de redenen om kunstgrasvelden aan te leggen: je kan je natuurgrasvelden wat sparen. Voor jongerentrainingen zijn er ook technische voordelen.”

“Natuurgras vraagt veel meer onderhoud, maar ook aan kunstgras is er werk”

“Vroeger hadden de graspleinen van De Schorre een slechte naam. De morre van ‘t Schorre, zo zeiden ze, omdat er aan je schoenen soms 5 cm klei hing na een wedstrijd. Maar bij de renovatie van het sportpark werd alles grondig aangepakt, met drainage en veel zand. De voetbalvelden worden nu ook heel goed onderhouden: we bemesten en verluchten ze en elk grasveld kan beregend worden met het water uit de beregeningsvijvers.”

Onderhoud

“Maar we zijn ook heel streng op onze terreinen: als het vriest of gesneeuwd heeft, laten we alle wedstrijden afgelasten. En in de zomer laten we de velden rusten om de nieuwe grassprietjes tot volwaardig gras te laten uitgroeien. Maar het spreekt voor zich dat de onderhoudskosten voor de natuurgrasmatten hoog oplopen: bemesten, verluchten, besproeien… De aanleg van een kunstgrasveld is zowat dubbel zo duur, maar je hebt er veel minder onderhoud aan.”

“Maar dat betekent niet dat een kunstgrasveld geen onderhoud vraagt. Zo moet je in het najaar en de winter alle bladeren van het veld verwijderen, want die zijn niet goed voor de mat. En elke week gaan we met een sleepnet over de kunstgrasvelden om de rubber- of kurkkorreltjes weer gelijkmatig over de mat te verdelen. Die korreltjes moeten ook soms bijgevuld of vervangen worden. Maar het onderhoud is toch veel minder dan een natuurgrasveld.”

“Geen klachten”

“De hetze rond de rubberkorreltjes is intussen serieus genuanceerd. In onze sector worden gezondheidsrisico’s altijd grondig getest. In de sportwereld is dat erg belangrijk”, verzekert Marc Van de Poel. “Er zijn nog altijd onderzoeken bezig, maar heel wat beweringen zijn intussen weerlegd. Hier in Oostende kregen we trouwens geen klachten van ouders of spelers. Het was enkel een hetze in de media.”