Michèle George na haar paralympische triomftocht: “Mijn droom? Schitteren op de Olýmpische Spelen”

© Christophe De Muynck
Philippe Verhaest

Met twee gouden medailles tijdens de voorbije Paralympics in Tokio ontpopte Michèle George (47) zich opnieuw tot de leading lady van de Belgische delegatie. En de Waregemse amazone mag zich stilaan ook een van dé uithangborden van de volledige Belgische sportwereld noemen, al blijft ze zelf stevig met beide voeten op de grond. “Ik geniet met volle teugen van wat ik nu allemaal mag meemaken”, zegt ze. “Want voor hetzelfde geld was ik veroordeeld tot een leven in een rolstoel.”

De Paralympische Spelen zitten er helemaal op en waren met voorsprong de beste ooit voor België. Onze atleten kwamen naar huis met liefst vijftien medailles, waaronder ook twee gouden plakken voor Michèle George. De amazone toonde zich met haar paard Best of 8 (opnieuw) de beste in de individuele competitie en vrije kür en brengt zo haar totaal op zes medailles. Een ongeziene prestatie, dat beseft ze stilaan zelf ook. “Pas nu begint mijn frank te vallen”, vertelt ze ons in het trainingscentrum van Sport Vlaanderen in Waregem, op een steenworp van de illustere Gaverbeekhippodroom. “In Tokio zelf zat ik helemaal in the zone, ik was zó gefocust op mijn doel. En dat was het allerhoogste: goud halen. We zijn er twee keer in geslaagd.”

Laat ons beginnen met de meest eenvoudige vraag ter wereld: hoe gaat het met je?

(lacht) “Goed. Zeer goed, zelfs. Ik voel me erg moe, maar ben toch zo voldaan. Ik heb voor de derde keer (na Londen 2012 en Rio 2016, red.) de tijd van mijn leven beleefd. Het was een fantastische, maar erg intense periode. De Paralympics begonnen voor mij trouwens al een week vóór de openingsceremonie, want alle paarden moesten eerst in Aken in quarantaine. Ik ben die week elke dag op en af van Waregem richting Duitsland gereden om bij Best of 8 te zijn. Dat kroop bijwijlen wel wat in de kleren, maar een goeie organisatie is alles.”

Welk gevoel hou je aan de Paralympics over?

“Een heel warm. Ergens was het een sprong in het ondiepe, want Best of 8 is nog maar een kleine twee jaar bij mij. Ik heb er al enkele erg succesvolle wedstrijden mee afgewerkt, maar dit was de eerste keer dat we samen vlogen en dat Best of 8 in volledig onbekende omstandigheden moest presteren. Terwijl ikzelf perfectionistisch ben en me altijd tot in de puntjes wil voorbereiden. Tot op het licht autistische af, zelfs. (glimlacht) Vooraf had ik nog enkele vraagtekens, maar Best of 8 heeft die in Tokio stuk voor stuk in grote uitroeptekens omgezet.”

Dit is de bekroning van héél veel hard werk. Net daarom smaakt dit zo zoet

Was dit nu je beste prestatie ooit?

“Ik zie het eerder als de geschiedenis die zich herhaalt. In Londen 2012 kaapte ik met Rainman, mijn vorig paard, net dezelfde medailles weg, maar misschien heb ik me nu net dat tikkeltje extra overstegen. In 2012 was alles tot in de details uitgewerkt, nu stond ik voor enkele onbekende factoren. Net daarom smaakt dit zo zoet.”

Welke medaille vind je zelf de mooiste?

“Ik koester ze allebei, maar als je me dwingt te kiezen, ga ik toch voor de eerste, in de individuele competitie. Daar heeft Best of 8 bewezen dat we een topduo zijn. We zijn destijds letterlijk van nul gestart, moesten elkaar leren kennen en aanvoelen. Dit is de bekroning van héél veel hard werk. Ik ben van nature bescheiden en wil mijn job gewoon zo goed mogelijk doen, maar Tokio 2020 maakt me zeer trots.”

Went het om gouden medailles te winnen?

(resoluut) “Neen. Ik voelde me opnieuw dat kleine meisje dat beloond wordt. De euforie was twee keer niet te beschrijven. Veel mensen vroegen me al of mijn wereld niet zou ingestort zijn, mocht ik naast het podium gevallen zijn. Ik zou zéker zwaar ontgoocheld geweest zijn, maar ben tegelijk ook erg realistisch ingesteld. Ik ben een gelukkige mama van twee prachtkinderen, heb een warme familie en vrienden rond me, mag elke dag mijn geliefde sport beoefenen en ben gezond. Dat is het allerbelangrijkste in het leven.”

Je haalt het zelf aan: je bent gezond. Terwijl je leven na je ongeval van 2008 er volledig anders kon uit gezien hebben…

“Dat klopt. In maart 2008 liep ik in onze privéstal in Amougies, waar ik toen nog woonde, met een paard aan de hand toen de wind hevig tegen het dak van de stal beukte. Het paard in kwestie schrok en sloeg op hol, waardoor het touw waarmee ik haar bij mij hield, rond mijn linkerbeen verstrengeld raakte. Ik werd ettelijke meters meegesleept en liep verschillende breuken op. Daardoor moest ik een paar keer onder het mes, maar bij de laatste operatie liep de anesthesie in mijn rug volledig fout. Ik raakte aan mijn linkerkant van mijn middel tot mijn voet volledig verlamd. Hemiplegie, zoals dat officieel heet.”

© Christophe De Muynck

Dat lijkt me verschrikkelijk: het ene moment is er niks aan de hand en plots lig je half verlamd in een ziekenhuisbed.

“Dat was het ook. Ik heb toen erg diep gezeten. Thuis had ik twee jonge kinderen om voor te zorgen, we hadden een eigen stal met 25 paarden, ik zat in de fleur van mijn leven… En dan gaat het licht compleet onverwacht uit. Ik leek veroordeeld tot een leven in een rolstoel, maar een paar weken na het ongeval besloot ik om er mijn kop voor te leggen. In mijn keuken klauterde ik uit mijn rolstoel en begon ik me af te duwen tegen de kasten. Op de duur voelde ik een lichte tinteling en stap voor stap ging mijn situatie vooruit. Door letterlijk thuis te revalideren, ja. Ik heb die zomer zelfs op één been meters hagen geschoren.”

Ik kijk niet graag naar mijn beperkingen, wel naar wat ik wél nog kan. En dat is héél veel

Wanneer ben je voor het eerst weer in het zadel gekropen?

“In het najaar van 2008. Toen heb ik me vanop mijn krukken op mijn paard gehesen en heb ik van contentement half Amougies bij elkaar geschreeuwd. En niet veel later is Rainman, die toen vier jaar was, op mijn pad gekomen. Hij heeft me letterlijk uit mijn rolstoel geholpen. Hij was mijn rechterhand én linkerbeen.”

Hoe gaat het nu met je fysieke situatie?

“Ik heb last van zenuwpijnen en in mijn linkervoet heb ik geen gevoel. Ik moet opletten voor oneffenheden en putjes, want er is altijd gevaar om te struikelen. Net daarom ben ik zo blij dat die mondmaskerplicht bijna voltooid verleden tijd is. Dat belemmert mijn zicht enorm. Ik heb ook minder kracht in mijn linkerbeen en kan het minder goed plooien, maar ik heb ermee leren leven. Ik kijk trouwens niet graag naar mijn beperkingen, wel naar wat ik wél nog kan. En dat is héél veel.”

Je bent het levende bewijs dat je nooit je dromen mag opgeven.

“Zeker. Ik heb de zon achter een dik pak wolken zien verdwijnen, maar ook dan mag je de moed niet laten zakken. Ik heb een klein sterretje gezocht en me door dat licht laten leiden. Uiteindelijk verdwijnt dat gitzwarte wolkendek en klaart de hemel op. Je moet alleen geduld hebben en ervoor willen werken. Soms is één tenger grassprietje genoeg om je erdoor te sleuren.”

Beschouw je jezelf als een inspiratiebron voor andere mensen?

“Niet meteen, maar als mijn verhaal andere mensen kan motiveren, waarom niet? Of je nu een topsportcarrière wil najagen, het wil maken als ondernemer of moet terugvechten na een zwaar ongeval: ga ervoor. De voorbije weken kreeg ik enkele aanvragen binnen om bij bedrijven, organisaties en scholen mijn verhaal te gaan doen. Daar zal ik zeker op ingaan, want ik vind het belangrijk om mijn ervaringen te delen. Zeker voor jongeren is dat van tel. Nooit opgeven, dat is mijn leuze.”

Even terug naar de paardensport. Rainman haalde je uit je rolstoel, zei je. Beschouw je Best of 8 ook als een verlengstuk van jezelf?

“Meer dan dat, zelfs. Ze is mijn derde kindje. Best of 8 is de perfecte opvolger van Rainman. Ze hebben nog naast elkaar in de stal gestaan, ik ben er zeker van dat ze toen met elkaar gecommuniceerd hebben. Sinds Tokio ken ik haar ook door en door en ben ik ervan overtuigd dat we voor elkaar gemaakt zijn. Best of 8 is familie, zo eenvoudig is het.”

© Christophe De Muynck

Hoeveel tijd breng je met haar door?

“‘s Ochtends om 6.30 uur ben ik al bij haar. Dan geef ik haar te eten, verzorg ik haar en maken we samen een ritje. ’s Avonds ben ik hier terug om haar spreekwoordelijk onder de lakens te stoppen. Vaak heb ik dan al zelf mijn pyjama aan. (grijnst) Ik kuis ook zelf haar stal. Die momenten koester ik, want dan zijn we heel even alleen op de wereld.”

In 2018 moest je afscheid nemen van Rainman. Hoe zwaar was dat?

“Alsof je een kindje verliest. Na Rio 2016 mocht hij van mij met pensioen gaan, maar mijn dochter Camille werkte er nog twee EK’s bij de juniores mee af en werd daar de beste Belg. Maar toen ik er nog eens mee wilde gaan rijden, legde Rainman zich plots op de grond. Ik had meteen door dat er iets niet pluis was. We opereerden hem nog twee uur, maar het mocht niet baten. Rainman was dan ook al 18 jaar… We hebben toen besloten om Rainman vredig te laten inslapen. Ik heb hem tot in zijn allerlaatste momenten vergezeld en nog op wortels getrakteerd. Hij is als een koning vertrokken, maar ik steek niet onder stoelen of banken dat ik hem mis. We hebben tien jaar lang elke dag met elkaar doorgebracht.”

Na mijn gouden medailles heeft de koning me gebeld. Het was een gemoedelijk gesprek waaruit bleek dat hij oprecht blij was voor mij

In 2022 vier je je veertigste verjaardag in de paardensport. Dat is een carrière op zich.

“Het is dé hoeksteen van mijn leven. Het is een passie waar ik héél veel voor over heb. Zo ga ik nooit met vakantie. Mijn verlof, da’s bij mijn paarden zijn. Gelukkig laat de paardensport me wel een flink stuk van de wereld zien. Mocht ik mijn leven moeten opnieuw doen, ik zou net dezelfde keuzes maken. Alleen mijn opleiding dierengeneeskunde zou ik misschien wél afmaken. Die heb ik moeten afbreken omdat ik te veel last had tijdens mijn eerste zwangerschap. Maar ik ben dankbaar voor alles wat ik tot nu toe meegemaakt heb.”

Je bent 47, wat in de ruitersport relatief jong is. Hoeveel rek zit er nog op je ambitie?

“De eerste afspraak is Parijs 2024. In topsporttermen is dat morgen. Ik wil er opnieuw keihard voor gaan en een topprestatie afleveren.”

Met een sprong richting Olýmpische Spelen?

(denkt even na) “Dat is mijn stoutste droom, maar wel een realistische. Het is een louter financiële kwestie. Best of 8 is mijn eigen paard, maar om op olympisch topniveau mijn mannetje te staan, moet ik nog een niveau hoger mikken. Daarom wil ik op zoek gaan naar bedrijven of organisaties die me willen ondersteunen om die ambitie in realiteit om te zetten. Eigenlijk zou het fantastisch zijn voor België: een atleet die van de Paralympische Spelen doorstoot naar de reguliere olympiade.”

Je bent de voorbije jaren uitgegroeid tot een icoon van de Paralympics, maar eigenlijk ben je dat stilaan ook voor de hele Belgische sportwereld.

“Dat vind ik een hele eer. Ik werk elke dag keihard en wanneer ik een wedstrijd afwerk, doe ik dat voor mijn land. Ik ben apetrots op onze driekleur. Het enige wat ik kan terugdoen, is naar huis komen met een medaille. Daar ligt mijn grote drijfveer. Ik was dan ook erg preus toen ik opnieuw de Belgische vlag (samen met Oostkampenaar Bruno Vanhove, red.) mocht dragen tijdens de openingsceremonie. Ik krijg er nog kiekenvel van.”

Heeft de koning je gebeld, na je gouden plak?

“Twee keer! Na mijn eerste medaille werd ik plots een telefoon de handen ingestopt met de melding George, ’t is voor jou. Wist ik veel dat ik de koning aan de lijn zou krijgen. Ik was even starstruck, maar we hadden een erg leuk gesprek. Koning Filip was erg goed op de hoogte. Ook in Rio de Janeiro heeft hij me even gebeld, maar nu was het net iets gemoedelijker. Ik had meteen door dat hij oprecht blij was met onze prestaties. Hopelijk mag ik hem in 2024 opnieuw spreken.”

Ik doe mijn hoed af voor elke paralympiër. Ik weet welke rugzak sommige atleten met zich meedragen

Dit waren onze beste Paralympics ooit, met enkele bovenmenselijke prestaties van onze atleten. Hoe kijk jij daar naar?

“Ik doe mijn hoed af voor elke paralympiër. Ik weet welke rugzak sommige mensen met zich meedragen, om dan zó’n prestaties neer te zetten… Voor een valide atleet is een topsportleven al een uitdaging, laat staan voor iemand die met een beperking door het leven gaat. Wat mij betreft, mag er gerust veel meer aandacht aan andersvalide sporters besteed worden. Daar ligt nog een belangrijke taak voor onze media. Aan mij als ambassadeur om vaak genoeg op die nagel te kloppen.”

Je werd in 2012 Commandeur in de Kroonorde, in 2014 was je Paralympiër van het jaar en vorige week nog riep Waregem je tot ereburger uit. Ook naast de piste grossier je stilaan in titels.

“Daar begin ik altijd weer van te blozen. Zoals ik al zei, ik ben een bescheiden iemand, maar die erkenningen doen wel deugd. Het geeft me telkens een boost om nog net dat tikkeltje meer te geven. En of het nu die koninklijke erkenning is of het ereburgerschap van mijn thuisstad, ik schat ze allemaal even hoog in. Was ik al in het land geweest tijdens Waregem Koerse, dan hadden ze me waarschijnlijk op de hippodroom in een cabrio rondgevoerd.” (glimlacht)

© Christophe De Muynck

Kijk eens achterom: de voorbije dertien jaar heb je een parcours neergezet waar wij enkel een diepe buiging voor kunnen maken. Hoe trots ben je?

“Voor u zit een tevreden amazone. Ik heb altijd het beste van mezelf gegeven, maar had tegelijk het geluk dat ik heel goed omringd was. Mijn familie heeft me vaak moeten missen, maar steunde me – en nog altijd – door dik en dun, ik kan rekenen op de expertise van een pak vaklui… Ik haal misschien die medailles binnen, maar dat is ook het werk van een hele resem mensen achter de schermen.”

Die heb je dan toch wel getrakteerd, na Tokio?

“Na de eerste gouden medaille hebben we via Uber wat pizza’s naar de stallen laten komen. Daar hebben we, op ons gat tussen de paarden, samen gegeten en gelachen. Ik met een Margherita, ik hou het graag gewoon. Met mijn gezin ben ik vorige zondag, na mijn passage in De Zevende Dag, naar een beachbar in Knokke getrokken. Daar hebben we ons een lekker flesje besteld en samen geklonken op het succes. Maar om 20.30 uur stond ik al opnieuw bij Best of 8. Die moest ik namelijk nog in bed steken.” (knipoogt)

Wanneer kan jij gelukkig met pensioen?

“Oei, die had ik niet zien komen. Tussen de paarden voel ik me nog een puber, aan mijn pensioen denk ik nog geen seconde. Zolang mijn lichaam meewil, ga ik door. En als de dag van het afscheid dan toch komt, wil ik mijn expertise kunnen doorgeven. Als trainer, maar ook op een hoger echelon. Kunnen zetelen in het Belgisch Olympisch of Paralympisch Comité, bijvoorbeeld. Zo kan ik over alle sporten heen mee de lijnen helpen uitzetten. Dat zou de kers op de taart zijn. Maar eerst nog het beste van mezelf geven óp mijn geliefde paard.”