Michael Bultheel gunt ons een blik in zijn leven in aanloop naar Olympische Spelen

Op weg naar de Olympische Spelen moet Michael Bultheel heel wat hordes nemen. © BELGA
Michael Bultheel
Michael Bultheel Atleet uit Lendelede

Onze West-Vlaamse atleten op de weg naar Rio laten hier met de regelmaat van de klok van zich horen. Michael Bultheel (400 meter horden) uit Lendelede is dokter in spe en opent hier de debatten.

Als topsporter leef je niet echt per jaar, maar eerder in cycli van 4 jaar. Er is het post-olympisch jaar, waar er nog nagenoten wordt en er zowel qua training als qua wedstrijdplanning wat geëxperimenteerd kan worden, de druk is met andere woorden wat van de ketel en er kan bij sommigen een soort langdurige decompressie ontstaan. Persoonlijk ben ik dat jaar misschien wat overmoedig geworden door nog harder te trainen en mijn belastbaarheid uit het oog te verliezen. Ik ben in 2013 aan de slag gegaan als assistent fysische geneeskunde en de combinatie viel me zwaarder dan ik zelf wou toegeven, wat zich fysiek heeft geuit in mijn eerste echt ernstige blessure onder de vorm van een stressfractuur van het kuitbeen net tijdens de aanvang van het zomerseizoen.”

“Wanneer een seizoen mislukt, is het altijd belangrijk om te reflecteren, na te gaan waar het precies is fout gelopen en hieruit conclusies te trekken. Indien je namelijk iets wil veranderen moet het dán gebeuren, want je wil geen grote onzekerheden in een pre-olympisch jaar. Het één en ander deed me dan ook besluiten om van trainer te veranderen en de trainingsgroep van Jacques Borlée te vervoegen. Ik heb Jacques leren kennen tijdens de Spelen in Londen waar ik in extremis opgesteld ben geweest als slotloper van de 4x400m en zijn coaching-stijl beviel me wel. Bovendien was ik ook goed bevriend geworden met zijn hypergetalenteerde zonen en dus wist ik dat ik zeker zou aarden in de groep. Moest ik enkel nog wat mijn Frans met zachte ‘g’ bijschaven.”

“De selectie voor de Spelen zat vroeg op zak, dat werkt ongelooflijk rustgevend”

“2014 werd zoals gevreesd een moeilijk seizoen. De trainingsopbouw verschilde toch grondig van wat ik in het verleden gewoon was en ik werd op technisch vlak grondig hervormd. Toch viel de puzzel 1 keer volledig samen op het Belgisch Kampioenschap waar ik zowaar mijn persoonlijk record van in Londen op enkele honderdsten benaderde. Toen wist ik dat het goed zat en trok ik met vertrouwen het pre-olympisch jaar in. Wat bij mij werkte werd geperfectioneerd, wat niet werkte overboord gegooid maar met zeker nog ruimte voor nieuwe trainingstechnieken.”

“2015 werd dan ook mijn meest regelmatige seizoen, mét een persoonlijk record dat ik weliswaar liever op het Wereldkampioenschap in Peking had gelopen, dan op het Belgisch Kampioenschap in Brussel een paar weken eerder… Door het lange jagen op de limiet was ik mogelijk net over mijn vormpiek heen, iets wat we dit olympisch jaar kunnen vermijden want de selectie voor de Spelen zit al op zak, wat ongelooflijk rustgevend werkt. Dit jaar kunnen we dan ook in alle rust en gestructureerd maar ook keihard toewerken naar dat ene moment in Rio halfweg augustus. Hoe dit exact in zijn werk gaat laat ik jullie volgende maand weten!”