Jacques Sys van jarig Sport/Voetbal Magazine: “Koers en voetbal zijn op drijfzand gebouwd”

Wielergoden zijn van alle tijden. Van de jaren '60 met Eddy Merckx.... tot Remco Evenepoel. "Maar toen waren ze vlotter bereikbaar." © belga
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Jacques Sys wordt 70 eind dit jaar, is 45 jaar sportjournalist en leidt al 25 jaar het vakblad Sport/Voetbal Magazine. 18 maart 2020 moest een historische datum worden voor de sportjournalistiek: het veertigjarige bestaan van het weekblad. Maar net die week viel de sport stil. Sys over sport in tijden van corona maar vooral over de sportjournalistiek tussen 1980 en 2020. “De vrouwen mogen niet belangrijker worden dan de voetballers zelf.”

“Sport beheerst mijn leven”, steekt Jacques Sys van wal. “Het is nu toch een leegte, maanden zonder sport, zonder matchen om naar toe te trekken. Het is ook de eerste keer in mijn leven dat ik een magazine van thuis uit heb gemaakt. Gelukkig zijn er de moderne, technische en communicatiemiddelen, maar je mist toch de uitwisseling van gedachten.”

Momenteel staat de Bruggeling voor de grootste uitdaging in zijn carrière: geen Olympische Spelen, geen voetbal, geen wielrennen… En toch moet hij elke week een sportmagazine uitbrengen. “Het wordt zoeken naar een evenwicht tussen de coronaverhalen, de polsslag op de actualiteit houden, mooie tijdloze verhalen brengen, nostalgie, enquêtes, specials…” De Sport/Voetbal Magazine 40 Jaar van vorige week moest een feestelijk uitroepteken worden na 40 jaar sportjournalistiek. Het is de start van een bijzondere opdracht, de komende maanden. We kijken eerst nog één keer achterom, want Sys zag in die vier decennia de sportjournalistiek ontzettend evolueren.

Bereikbaarheid

“Vooreerst schrijven sportjournalisten nu veel beter dan vroeger, vind ik. Toen ik begon, waren de reporters vaak ex-wielrenners, ex-boksers… Nu wordt veel strenger geselecteerd. Een tweede belangrijke evolutie is dat sporters minder en minder bereikbaar zijn. De gezellige sfeer van vroeger is verdwenen, het is zakelijker geworden. Deels terecht, ze krijgen veel meer aanvragen voor interviews, maar het slaat de andere kant uit momenteel.”

De jonge Jacques Sys interviewt Jan Ceulemans.
De jonge Jacques Sys interviewt Jan Ceulemans.© Archief Jacques Sys

“Vroeger sprak je Jan Ceulemans of Franky Van der Elst na de match gewoon in de kleedkamer aan. Kan ik morgenochtend langskomen? Dan zeiden die: We zitten met een eerste communie, maar kom gewoon een uurtje vroeger. Dat staan perschefs nooit meer toe. Die willen ook àlles nalezen voorafgaand aan de verschijning. Ik vind interviewen het mooiste aan het vak: een sfeer creëren waarin mensen vrijuit vertellen.”

“Ik herinner mij een interview bij Walter Meeuws thuis, in een heel relaxte sfeer. De titel was: Standard gaat ten onder aan een machtsstrijd op het middenveld. Zoiets wordt tegenwoordig meteen geschrapt. Bijna alles wordt afgeschermd, van de poetsvrouwen tot en met de trainingen, veelal gesloten. Waardoor de media naar andere dingen moeten zoeken. Met als kwalijk gevolg dat elk gerucht nieuws wordt. Of wordt opgeklopt.”

Bayern als voorbeeld

De kip en het ei. De perschefs zeggen dan weer dat de media oogsten wat ze zaaien doordat ze altijd op zoek gaan naar sensationele uitspraken. Gevolg: zoveel mogelijk afscherming. Maar dat gelooft Sys niet. “Bayern München is hét grote voorbeeld. Een Europese topclub die na élke training zes spelers een half uur ter beschikking stelt van de media. Met als filosofie: beter dat ze slécht over Bayern schrijven, dan helemaal niét! Maar bij ons wordt meer geredeneerd: zelfs zonder één interview zitten onze stadions toch vol.”

Net in de week dat hoofdredacteur Jacques Sys veertig jaar Sport/VoetbalMagazine vierde, werd alle sport van de aardbol geveegd.
Net in de week dat hoofdredacteur Jacques Sys veertig jaar Sport/VoetbalMagazine vierde, werd alle sport van de aardbol geveegd.© Davy Coghe

De eigen online communicatiekanalen zijn nu voor de clubs belangrijker. In Madrid is inzake nieuws en interviews de grootste concurrent van de grootste sportkrant Marca de website van Real Madrid. “Dat is in die veertig jaar sportjournalistiek de derde en belangrijkste evolutie: het toenemend belang van websites en sociale media. Vijftien jaar geleden al hoorde ik van een eminent Nederlands professor: het nieuws schuift op naar de sites, de dagbladen schuiven op naar weekbladen en weekbladen schuiven op naar maandbladen.”

“Het is een constante afweging die wij dagelijks maken voor onze site: kiezen we voor snelheid of voor kwaliteit? Al mag kwaliteit geen synoniem zijn van traagheid. Maar het betekent wel dat je eerst afstand dient te nemen om even te reflecteren. Dennis van Wijk wordt ontslagen bij KV Oostende. Breng je meteen dat nieuwsfeit of ga je dat later diepgaand kaderen? Dat evenwicht is anno 2020 ontzettend moeilijk.”

“Toppers zeiden gewoon: Morgen eerste communie, kom wat vroeger

“Momenteel brengen bijna alle media vaak hetzelfde. Om ter snelst en dus heel oppervlakkig. Een overaanbod maar daardoor vindt een sportliefhebber al het nieuws gratis online. Een weekblad moet dus een meerwaarde brengen, online en in print. Zoals Rik De Nolf (uitvoerend voorzitter van de Raad van Bestuur van Roularta, red.) hetzo treffend omschrijft: Jullie blad lezen moet genieten zijn van een wekelijks kwaliteitsmoment. Sport/Voetbal Magazine probeert online een soort alternatief dagblad te zijn en voor opinies en achtergronden lees je op woensdag de printversie, waar we meer tijd voor hebben. Hoe en waarom is Philippe Clement bij Club Brugge terecht gekomen? Ik hoor te vaak dat is nieuws, daar moeten we in het blad toch ook iets over hebben. Dan zeg ik: alleen iets waarmee we het verschil maken. Het is een wekelijks gevecht: welke verhalen, welke ideeën op de dinsdagvergadering zullen de volgende week op woensdag overeind zijn gebleven? Ik zeg dan altijd: wat blijft over als de lichten in het stadion zijn gedoofd?

Geldmachine

Topsport is, veel meer dan in de vorige eeuw, een miljarden verslinden geldmachine geworden. Maar is ook entertainment. Het sérieux van de sport en de showbizz van de sport, ook dat is voor een sportblad zoeken naar een evenwicht. “De media zijn veelal gegroeid naar het lichtvoetige. Ik juich het niet toe, maar een kwalijke evolutie vind ik het ook niet. De mensen willen best ook Victoria Beckham op hun sportpagina’s zien. Waarom niet? Als we maar de essentie niet verliezen. De vrouwen mogen niet belangrijker worden dan de voetballers.”

Sys is dan wel hoofdredacteur van een blad dat in eerste instantie voetbal covert, hij is ook altijd een wielerman gebleven, maakte tig wielerwedstrijden en grote Rondes mee. Hij merkt dat ook wielrenners, vroeger zo dicht bij het volk en de journalisten, steeds meer worden afgeschermd.

“We komen ook niet meer zomaar bij Wout van Aert. Maar gelukkig is de sfeer in het wielrennen nog anders. Daar is het nog steeds ons kent ons. Ik herinner me van mijn laatste Tour dat ik ‘s morgens bij de start van een rit groene trui Laurent Jalabert aansprak. Vanavond een interview op je kamer, vroeg ik. Daar kwam geen perschef tussen. De dag voor de rit naar de Champs Elysées, zaten we gezellig op zijn kamer te babbelen. Maar dat is nu ook onmogelijk. Het is een niet meer tegen te houden evolutie.”

Een interview met Eddy Merckx.
Een interview met Eddy Merckx.© Archief Jacques Sys

Het is bijna een ander vak geworden, sportjournalist. “Het was vroeger in elk geval plezanter. Nu zijn de druk van de verkoopcijfers, de snelheid waarmee alles moet worden gebracht, de jacht op primeurs en sensaties waardoor de échte feiten worden vergeten… te groot geworden. De controle van de perschefs, waar de jonge generatie sportjournalisten zich nu moet bij neerleggen ook. Toen Christoph Daum mij als trainer van Club Brugge in een interview vertelde over zijn kanker, wilde de toenmalige perschef die passage schrappen. Terwijl Daum, die dat zelf niet eens wilde, er zelfs nog een zin aan toevoegde. Ik zei: geen sprake van! Al loop je dan het risico gegijzeld te worden en geen interviews meer te krijgen.”

“Ons blad krijgt bijvoorbeeld al maanden geen interviews meer op Standard omdat ze vinden dat we hen te kritisch aanpakken. So be it, die prijs betalen we dan maar. We blijven schrijven over wat er aan de hand is op Standard. We gaan onszelf toch niet verloochenen in onze journalistieke opvattingen? Maar ook de sporters zelf gaan soms ver. Rudy Pevenage wilde zelfs de vragen over Walter Godefroot uit het interview schrappen. Waar gaan we naartoe?”

West-Vlaanderen boven

We gaan ook naar een machtsstrijd tussen de mediablokken. Zo was er al een deal tussen DPG Media (met o.a. VTM en Het Laatste Nieuws) dat als sponsor van de KBVB deze zomer voorrechten zou krijgen bij de toebedeling van interviews van de Rode Duivels. “Ook dat is een kennelijk niet tegen te houden evolutie: de machtsblokken in de media die de sport nog meer commercialiseren en erover marchanderen. Sport is business, Club Brugge is het grootste merk van België geworden, dat er overal commerciële relaties lopen, begrijp ik ergens wel. Maar daardoor valt er wel een stuk van de persvrijheid weg.”

“Als de lichten in het stadion zijn gedoofd, dan komen wij”

West-Vlaanderen heeft van alle provincies het meeste eersteklassers in het voetbal. We tellen het grootste aantal renners in het wielerpeloton en zijn top in het Belgische basketbal en volleybal. “Natuurlijk moeten we daar trots op zijn. We hebben er ook al vaak aan gedacht of we niet een keer een special moeten maken over West-Vlaanderen. Zijn er specifieke redenen voor die opmerkelijke hegemonie? Dat kan ik niet zeggen. Komt het door de West-Vlaamse bescheidenheid, onze nuchterheid? Het was misschien zelfs West-Vlaams boerenverstand, de Monegaskische overnemers in Brugge, de Thaise overname in Kortrijk en hopelijk voor hen ook de Amerikaanse in Oostende. Want zonder hen was er geen sprake meer van Cercle, KVK en KVO. Ze hadden het niet overleefd.”

Met dat woord overleven zijn we plots weer in coronatijden. “Ik ben de eerste om duidelijk te stellen: pas weer sport als er geen enkel gevaar meer is. De sport overleeft dit wel. Een afgelaste Tour wordt niet het failliet van het wielrennen. Maar de sportwereld moet na de crisis wel haar lessen trekken. Dit is weliswaar een zeer uitzonderlijke situatie, maar meer dan ooit is gebleken dat de topsportwereld gebouwd is op drijfzand. Wielerploegen, voetbalclubs… blijken nogmaals financieel te kwetsbaar. Daar moet iedereen na deze crisis toch eens goed over nadenken.”

Om middernacht belde Hrubesch: “Hoe kan ik het goedmaken?”

Het spreekt voor zich dat Sys tientallen anekdotes uit zijn rijke carrière als sportjournalist overhoudt. Teveel om op te noemen. Eén daarvan willen we je niet onthouden, zijn interview met Horst Hrubesch in 1983. De Duitse topspits was net door Standard bij Hamburg weggehaald. Er werd een afspraak gemaakt voor een eerste interview, nog op HSV Hamburg.

“In het restaurant van de club. Alleen daagde Hrubesch niet op. Plots kwam Ernst Happel binnen, we kenden elkaar nog van bij Club Brugge waar hij eerder coach was geweest. Het is mijn fout, zei hij. Ik heb de spelers twee extra dagen vrij gegeven. Horst is soms wat vergeetachtig maar is een goeie jongen. Ik probeer het te regelen. Wij trokken ontgoocheld terug naar België. Om middernacht kreeg ik een telefoon. Hrubesch hier. Hoe kan ik het goedmaken? Hij was thuis in Hamm, het Ruhrgebied, al een stuk dichterbij dus. Ik vroeg of we een nieuwe afspraak in Luik konden maken. Waarop Hrubesch zei: Ik ben in Hamburg mijn rijbewijs vergeten, ik durf de grens niet over rijden. Ik ben hem toen gaan ophalen in Aken en we hebben het interview in Luik gedaan. Exclusieve foto’s incluis. Hrubesch was een topper, 21 keer Duits international. Dat is nu onvoorstelbaar.”