Triomf van honger en discipline: waarom Filou Oostende historische tien titels op rij pakt

Met twee handen van vijf vingers tonen veel kampioenen de uitzonderlijke tien titels op een rij.© PR
Met twee handen van vijf vingers tonen veel kampioenen de uitzonderlijke tien titels op een rij.© PR
Redactie KW

Filou Oostende domineert al een decennium de Belgische competitie. Bergen was een taaie tegenstander, in deze finalereeks van vier wedstrijden. Maar sinds juni 2012 is de troon de vaste zitplaats van de Zeekapiteins. De #perfect10 is er: een tiende landstitel op rij!

Filou Oostende volgt zichzelf op. Nogmaals. Opnieuw. Zoals de vorige jaren. Herhaal. Herhaal. Blijf herhalen. Maar elke landstitel heeft zijn eigen charme en kleur.

De tiende opeenvolgende titel hebben de Zeekapiteins bereikt in een heel rare competitie, die veel te laat begon, die geen supporters mocht ontvangen (behalve in finalematch 4), die eind maart amper de helft van de matchen van de reguliere competitie gekend had, die eind april, begin mei in Oostende een stevige corona-uitbraak kende, maar die uitmondde in sportieve eindstrijd tussen de twee beste teams van het land: Filou Oostende en Belfius Bergen. Beide hadden in de reguliere competitie 21 van de 26 matchen gewonnen en elk een onderling duel buitenshuis gewonnen. Het betere onderlinge doelsaldo was beslissend voor de poleposition en het hieraan verbonden thuisvoordeel voor Oostende.

Bergen is wellicht de gevaarlijkste opponent van het voorbije decennium. De Vossen waren verliezend finalist in 2013, 2015 en 2021. Ook stonden ze tweede in 2020 toen de competitie door het verdomde coronavirus stopgezet werd. Antwerp Giants (2018 en 2019) en Okapi Aalstar (2014 en 2016) verloren in die tien jaar elk twee playoff-finales tegen Oostende, Spirou Charleroi (2012) en Brussels (2017) elk eentje.

Diepe kern

In de play-offs had Oostende geen genade getoond met Charleroi (kwartfinales) en Limburg United (halve finales). Tweemaal was het een sweep: 2-0. Telkens waren de verschillen aan het laatste buzzersignaal hoog tot heel hoog. De finales waren spannender, maar op het einde wint toch Oostende.

Bergen spiegelde zich aan de Oostendse troeven: ijzeren defensie, een schitterend collectief en een gedisciplineerd spel. Zoals in de bekerfinale, toen Kangoeroes op één punt sneuvelde tegen Oostende, droomde tegenstander Bergen in de playoff-finale dat het Oostende van dit seizoen te pakken kon zijn. Oostende had geen Amerikaanse center en verdeelde de minuten op die positie tussen twee jonge Belgen en een jonge Senegalees. Buysschaert, Bratanovic en Sylla deden het wel schitterend. Om Oostende in een reeks finales te kloppen, heb je trouwens een diepe kern vol talent nodig. Die had Bergen niet. Oostende roteerde vaker en beter.

Voorbeeld

Oostende heeft bovendien een winnaarswil die gepersonaliseerd wordt door coach Dario Gjergja en kapitein Dusan Djordjevic.

De grootste factor van de kampioenencultuur is Dusan Djordjevic. De point guard is dan wel 38, maar zijn spelinzicht, zijn inzet en zijn efficiëntie waren in deze finalereeks opnieuw beslissend. De veeleisendheid en de hoge werkintensiteit helpen de jongeren om het voorbeeld te volgen. Jongeren? Jazeker. Vijf van de twaalfkoppige kern zijn geboren in 2001.

Als we Gjergja en Djordjevic volgen, winnen we

Maar de ervaring spreekt ook mee. Zo gidsten Schwartz en Gillet de jeugd tijdens de corona-uitbraak perfect. Ook in de play-offfinales waren beiden uitstekend. Beiden verdienden een individuele beloning. Loïc Schwartz, eerder al MVP van de bekerfinale en Speler van het Jaar, werd verkozen tot MVP van de play-offfinales.

Schwartz kijkt verder

“Wat was ik blij om Bergen in de finale te bekampen. Hier vatte ik mijn profcarrière aan. Nergens elders kon ik dit prachtige seizoen beter eindigen dan in Bergen”, glimlachte Schwartz bij zijn vierde landstitel met Oostende. Met 20 punten (aan 64,7%), 5 rebounds en 2 assists was hij heel bepalend in de vierde finale.

“Toen ik in Oostende tekende, wou ik progressie boeken. Mijn eerste jaren bij Oostende kende ik verscheidene blessures. Maar nu sta ik er wel. Ja, ik ben op dat vlak een laatbloeier. Nu heb ik het niveau bereikt dat mijn streefdoel was. Ik wou titels winnen waarin ik een stevig woordje meesprak. Ik pluk nu de vruchten van mijn intense arbeid. Wie me van in het begin volgde en hielp, zoals mijn ouders en vrienden, weet ik dat hier kon geraken. Maar wij winnen steeds de titel dankzij twee personen: Gjergja en Djordjevic. Als we hen volgen, winnen we op het einde. Het is wel moeilijk om een club te verlaten waar je veel titels wint en op een Europees hoog speelt, maar ik hoop op een kans in het buitenland. Gelukkig zijn blijft evenwel het belangrijkste”, aldus de complete speler – hij kan creëren, supersterk verdedigen en nu ook vlot scoren.

Zoals Hermes

In Jemappes juichte Oostende dus om zijn 22ste landstitel, een verbreking van zijn eigen record. Die tien op tien zullen tegenstanders de eerste decennia niet meer breken. À propos: BC Oostende heeft een zusje in eigen stad dat ook al eens tien seizoenen op rij landskampioen in een ploegsport werd. Vrouwenvolleyclub Hermes Oostende realiseerde van 1971 tot 1980 eveneens zo’n stunt. Ook dat record is nooit meer gebroken.

Djordjevic verlengt

Enkele dagen na de winst in het kampioenschap verspreidde Oostende nog heel mooi nieuws. Het shirtnummer 20 hangen we nog niet in de nok van de arena. Djordjevic speelt ook volgend seizoen in het Oostendse rood-en-geel. “Voor een hemelse 11”, verwoordt the General zijn ambitie. De zevende was al historisch, de achtste legendarisch, de negende episch en de tiende perfect. Dan is hemels het enige ambitieuze adjectief dat Oostende nog rest…

(Peter Rossel)

De tiende titel van Filou Oostende in tien getallen

1 Loïc Schwartz is de enige kernspeler die geen coronabesmetting opliep. Idem voor Tom Welsh die einde maart voor een operatie naar de States terugkeerde en voor de jongeren Xander Pintelon, Jesse Waleson en Salim Kediambiko. Nooit vergeten we de match tussen Kangoeroes Mechelen en Filou Oostende op 2 mei. Vier kernspelers (Loïc Schwartz, Pierre-Antoine Gillet, Amar Sylla en Servaas Buysschaert) en vier beloften (Salim Kediambiko, Xander Pintelon, Jesse Waleson en Quinten Smout) vormden de jongste achtkoppige selectie ooit.

3 Amerikaanse centers heeft Filou Oostende aangeworven om de geblesseerde Tom Welsh te vervangen, maar geen enkele speelde ook maar één minuut: Jon Teske (heimwee), Kaleb Wesson (blessure) en Kenny Wooten jr. (stilzwijgen bij alle betrokkenen).

4 Oostendenaars vierden intens de tien opeenvolgende titels. Coach Dario Gjergja, point guard Dusan Djordjevic, assistent-coach Thierry Declercq en teammanager Freddy Eyland waren er van 2012 tot 2021 telkens bij.

5 In de acht play-offwedstrijden stelde coach Dario Gjergja telkens vijf Belgen in de basis op: de Belgian Lions Pierre-Antoine Gillet, Jean-Marc Mwema en Loïc Schwartz, de genaturaliseerde Dusan Djordjevic en de jonge Servaas Buysschaert.

9 Het was de tweede keer dat Oostende op 9 juni een landstitel vierde. Dat was ook zo zeven jaar eerder, dus in 2014, toen de Zeekapiteins de Okapi’s van Aalst uit de zaal bliezen.

11,5 punten aan 44,4% was het gemiddelde van MVP Loic Schwartz in de vier play-offfinales: 28,5% tweepunters, 36,3% bommen en 90,9% vrijworpen. Ook haalde hij gemiddeld 4,5 rebounds, 3 assists en 0,5 steals, plus veel voor de stats onzichtbare zaken.

12 wedstrijden heeft Oostende in de reguliere competitie met minstens een twintiger gewonnen. In de play-offs boekten ze drie extra twintigers. 34 punten bedroeg het verschil voor Oostende in de tweede kwartfinale (51-85) in Charleroi, de ruimste zege ooit op verplaatsing in de play-offs.

17 spelers heeft Dario Gjergja in de reguliere competitie opgesteld. Loïc Schwartz, Amar Sylla en Keye van der Vuurst speelden elk 25 van de 26 matchen. Servaas Buysschaert, Pierre-Antoine Gillet en Olivier Troisfontaines speelden er 23, Dusan Djordjevic en Jean-Marc Mwema 22.

75 De vierde finale tussen Oostende en Bergen in Jemappes was meteen de 75ste play-offmatch van Oostende onder leiding van coach Dario Gjergja.

80,7 % In de eerste play-offfinale speelden acht BCO-Belgen samen 161’28” of 80,7% van alle speelminuten.