Zij wel naar Tokio, hij niet: “Fanny goud of ik ooit in het geel in de Tour? De gele trui”

Wielrenner Victor Campenaerts en topzwemster Fanny Lecluyse. “Een topsporter moet egoïstisch zijn, wij zijn met twee egoïsten.” (gf)
Olaf Verhaeghe

Zij op stage en wedstrijd in het buitenland. Hij intussen bezig aan zijn eerste Tour de France. De sport staat de liefde tussen topzwemster Fanny Lecluyse (29) en wielrenner Victor Campenaerts (29) tijdelijk in de weg. Bijna anderhalve maand moest ze het zonder haar Victor weten te rooien, terwijl ze zichzelf klaarstoomt voor haar derde en misschien wel belangrijkste Olympische Spelen. “Het klinkt egoïstisch, maar ik wil echt enkel met mezelf en schoolslag bezig zijn.”

“Victor te laat? Ik schrik er niet van.” Fanny Lecluyse (29) gniffelt achter haar computerscherm in het Turkse Belek. Als hij na een paar minuten dan toch opduikt in de Zoom-call lichten de ogen van Fanny op. De verliefdheid is nog altijd zichtbaar, met een schattige glimlach en oe is ’t daar? begroeten de tortelduifjes elkaar.

Een dubbelinterview met het topsportkoppel van het moment moet dezer dagen noodgedwongen via Zoom verlopen. Niet vanwege de coronamaatregelen of angst voor besmettingen. De reden is veel eenvoudiger: tussen begin juni en de start van de Spelen een moment vinden waarop je hen samen thuis aantreft, is bijna onmogelijk. Zwemstages en voorbereidingswedstrijden in Turkije en Rome, waar Fanny haar Belgisch record op de 200 meter schoolslag scherper stelde, overlappen met de Ronde van Frankrijk. Voor Victor Campenaerts – 29 jaar, hardrijder en werelduurrecordhouder – zit die er al op, maar intussen staan Fanny’s koffers al klaar om te vertrekken. Richting Japan dit keer.

Is het niet vervelend om zolang van elkaar gescheiden te zijn?

Victor: “Antwoord jij daar maar op, schat.”

Fanny: (lacht) “Gelukkig zijn we daar in het verleden al wat op getraind. Toen Victor zich voorbereidde op zijn werelduurrecordpoging zat hij twee maanden in Namibië, dus het is niet de eerste keer. Maar fijn of makkelijk is dat niet. Ik moet toegeven dat ik het daar vroeger moeilijker mee had. Ik weet gewoon dat het even zo moet, omdat we ons allebei op ons doel focussen.”

Victor: “Het voordeel is voorlopig dat er nog geen tijdsverschil is. Als Fanny in Tokio zit, wordt dat wel lastiger. Dan zit er toch zeven uur tussen.”

Houden jullie wel elke dag contact?

Fanny: “Ik heb voor mezelf wel een paar regeltjes. Na halfzeven kijk ik niet meer op mijn gsm, Victor weet dat ook. Na de trainingen horen we elkaar wel natuurlijk. Dat ik op stage veel beter en veel makkelijker kan rusten, is echt het belangrijkste in die laatste weken naar de Spelen toe. Het klinkt misschien egoïstisch, maar ik ben nu louter gefocust op mijn eigen doel. Ik wil enkel met mezelf en die schoolslag bezig zijn. Victor heeft mij dat trouwens geleerd, dan moet hij nu niet klagen, hé.” (lacht)

Victor: “Ik heb een beetje in mijn eigen vel gesneden, zeker? (lacht) Ik zie het belang van die trainingskampen voor haar zeker in. Qua uren traint Fanny niet per se meer dan mij, maar alle ritten van en naar het zwembad of de fitness komen er wel bij. Ik kruip op mijn fiets en ben weg.”

Hebben jullie eigenlijk wel tijd om elkaar te missen?

Victor: “Als je zelf aan het trainen bent, stoort dat minder. Maar er zijn toch momenten dat je zit te verlangen tot je nog eens kan bellen. Gewoon om iets kleins te vertellen en elkaar even te horen.”

Wielrenner Victor Campenaerts en topzwemster Fanny Lecluyse. (gf)
Wielrenner Victor Campenaerts en topzwemster Fanny Lecluyse. (gf)

Fanny wel naar Tokio, jij niet. Ben je daar nog mee bezig?

Victor: “Neen, niet meer. Wout en Remco zijn beter dan ik. Ik heb me daar wel bij neergelegd. Als je niet de beste van jouw eigen land bent, ga je ook geen olympisch goud pakken. Maar ik ben er uiteraard mee bezig geweest. Wat ik nu zeg, is niet echt superromantisch, maar goed. Ik vind het erger dat ik de Olympische Spelen niet kan doen, dan dat ik het jammer vind dat we er niet samen zouden zijn. Ik kreeg onlangs de vraag van een ploegmaat wat ik het liefst zou hebben: of Fanny olympisch kampioen of ik in het geel rijden in de Tour. Puur hypothetisch natuurlijk. (lacht) Als ik heel eerlijk ben, kies ik voor de gele trui. In een romantische film zou je dat nooit zeggen, maar bij een real life topsportkoppel is dat wel zo. Een topsporter moet egoïstisch zijn, wij zijn met twee egoïsten. We begrijpen dat uiteraard ook heel goed van elkaar.”

Fanny: “We hebben het er wel over gehad, hoe mooi het zou zijn om samen naar de Spelen te gaan. Toen duidelijk was dat het voor Victor niet zou lukken, hebben we er eigenlijk niet zo heel vaak meer over gesproken, omdat ik voelde dat hij er zelf niet te veel wilde op ingaan. Nu ja, mocht hij de tijdrit hebben gereden, dan was dat op dezelfde dag als mijn 200 meter schoolslag, mijn belangrijkste doel. Elke keer als ik Victors wedstrijd volg, heb ik superveel stress. Ik had al tal van scenario’s in mijn hoofd: live kijken, niet kijken, achteraf kijken? Misschien zou ik er te veel mee bezig zijn geweest.”

Jij zal natuurlijk wel kunnen kijken, Victor.

Victor: “De finale is om 3.30 uur Belgische tijd. Dat wordt de wekker zetten, twee minuten kijken op mijn gsm en weer verder slapen. (lacht luid) Neen, het is misschien wel aangenamer om Fanny’s prestaties van thuis te kunnen volgen. In Tokio zouden we elkaar sowieso amper gezien hebben. De renners verblijven op anderhalf uur rijden van de zwemmers. Ik denk dat het misschien zelfs meer frustratie zou opleveren dan dat we er plezier zouden aan beleven.”

Praten jullie veel over elkaars sport en elkaars voorbereiding? Zoals nu, geef je Fanny tips om toe te leven naar dat ene moment waarop het moét?

Fanny: “Hij heeft niet graag dat ik over mijn trainingen babbel.” (lacht luid)

Victor: “Uiteraard spreek je daarover, maar je traint allebei elke dag heel veel. Om het dan ’s avonds altijd te hebben over hoe zwaar het was… Dat wordt te veel, dan zou je over niets anders praten.”

Fanny: “Ik heb eerder dit jaar een zware blessure aan mijn knie gehad. Ik mocht daardoor drie, vier weken geen schoolslag met mijn benen doen en zat toen efkes wel diep. Ik had ook pijn buiten het zwembad en twijfelde zelfs over de Spelen. Victor sprak toen over de terugkeer van Wout van Aert na zijn val vorig jaar. Denk je dat hij elke dag zat te piekeren en te klagen over het feit dat hij niet kon fietsen?, vroeg hij me dan. Alles dag per dag bekijken, ook al ben je nog niet zo goed als vorig jaar, je bent al beter dan gisteren of dan vorige week. Die focus op elke dag, op vandaag, heb ik wel van Victor geleerd. Zo ben ik positiever geworden. Vandaag zwem ik tijden die ik nog nooit eerder haalde. Dankzij dat soort tips die hij mij geeft.”

Zwemcoach Ronald Gaastra zei onlangs dat je nu veel beter omgaat met de druk. Volgens hem was dat mede dankzij Victor. Klopt dat?

Fanny: “Ik heb dat interview niet gelezen. (lacht) Dat zal wel met Victor te maken hebben, maar komt ook door mijn eigen ervaring. Ik sta straks op mijn derde Olympische Spelen, dat speelt mee. Victor heeft me wel bijgebracht om niet te veel op voorhand te denken. Zoals ik zeg: dag per dag, altijd met de juiste focus. En buiten het zwembad, het zwemmen proberen te vergeten.”

Victor: “Er is niemand die zes maanden lang de volle focus heeft, zoals je die in de laatste weken moet vinden. De finale push moet je op het juiste moment inzetten. Vlak voor Tokio moet alles perfect gaan en moet het ook van harte gaan. De laatste dag vol goesting moet de dag van de finale zijn. Dat is heel moeilijk natuurlijk, maar Fanny is daar beter in geworden. Ik voel eigenlijk geen nervositeit bij Fanny. Alles loopt zoals het moet, haar trainingen zijn in orde… Neen, ze is heel ontspannen.”

Sporten jullie graag samen?

Victor: “Als we dat doen, is het meestal zwemmen. Dat is wel leuk, al is er meestal snel competitiviteit natuurlijk.”

Fanny: (lacht luid) “Hij denkt nog altijd dat hij mij een keer zal kunnen kloppen op 50 of 100 meter vlinderslag.”

Victor: “Ik ben al één keer heel dichtbij geweest.”

Fanny: “Aan mijn voeten, Victor. Aan mijn voeten.” (lacht)

Victor: “Ik zoek nog een geschikt moment. Misschien een drietal weken na de Spelen. Dan kan ik wel eens toeslaan.”

Geniet je nog altijd van die uren in het water, Fanny?

Fanny: “Eigenlijk wel, ja. Ik ben nooit tegen mijn zin gegaan, maar als het niet draait, ben je minder gemotiveerd. Die laatste maanden in het zwembad waren voor mij precies een feestje. Ik voel nu nóg meer goesting dan vroeger om te trainen.”

Komt er na Tokio nog een mooi vervolgverhaal?

Fanny: “Ik heb nog geen datum geprikt om te stoppen. Maar ik kan wel al zeggen dat ik in 2024 niet nog eens naar de Spelen ga.”

Victor: “Ik dacht dat ze ging zeggen dat haar biologische klok aan het tikken is.” (lacht)

Fanny: (gniffelt mee) “Die gesprekken zijn er de laatste maanden wel geweest.”

Victor: “Ik kijk daar wel naar uit, ja. Het hangt uiteraard af van de verdere carrière van Fanny, na deze Olympische Spelen.”

Fanny: “Voor Tokio zal moeilijk zijn alleszins. We zien elkaar niet.” (lacht luid)