Sandrine Tas en Stien Vanhoutte schaatsen met wereldtoppers in Heerenveen

Stien Vanhoutte en Sandrine Tas vinden in Thialf in Heerenveen hun tweede thuis.© PR
Stien Vanhoutte en Sandrine Tas vinden in Thialf in Heerenveen hun tweede thuis.© PR
Redactie KW

Van vrijdag 29 tot en met zondag 31 januari strijdt de internationale schaatstop in het Thialf-stadion in het Nederlandse Heerenveen om de podiumplaatsen op de tweede ISU World Cup van 2021. Onder hen bevinden zich Sandrine Tas uit Zandvoorde en Stien Vanhoutte uit Gistel.

Beide skeelertoppers, die nu al maanden de hele tijd in Friesland verblijven, ontwikkelen zich steeds beter in het ijsschaatsen.

Zijn jullie nog altijd blij dat jullie een paar jaar geleden kozen om ’s winters te schaatsen?

Sandrine Tas: “Mijn schaatscarrière verloopt voorlopig zeker niet zonder slag of stoot: vorig jaar die enkelblessure en nu is er corona. Maar ik vind schaatsen nog steeds een mooie sport en een grote uitdaging. Ik ga zeker niet met tegenzin naar de trainingen. Ik wil mezelf blijven verbeteren. Dat maakt het leuk en uitdagend. Er is nog veel werk aan de winkel maar ik blijf er voluit voor gaan.”

Stien Vanhoutte: “Het is nu ongeveer tweeënhalf jaar geleden dat ik begonnen met schaatsen en het blijft een hele uitdaging, met de nodige ups en downs, maar ik sta nog steeds achter mijn keuze. Het is een voortdurend leerproces, in fysieke en sporttechnische aspecten maar ook op mentaal vlak. Uiteindelijk zal dit me sterker maken als sporter.”

“Op een rustdag per week na gaan we elke dag schaatsen in Thialf”

Hebben jullie het voorbije jaar vooruitgang weten te maken in het schaatsen?

Sandrine Tas: “Op technisch vlak heb ik deze winter grote stappen vooruit gezet. Fysiek voel ik me misschien ook wel sterker dan ooit. Voorlopig heb ik dat nog niet altijd in wedstrijden kunnen laten zien omdat ik dan iets te snel in oude gewoontes herval. Maar hopelijk loont het harde werk binnenkort; ik geloof wel dat ik mooie dingen kan laten zien.”

Stien Vanhoutte: “ Ik ben sneller geworden en ook technisch ben ik wat verbeterd, maar die techniek moet nog meer een automatisme worden. Hopelijk kan ik daarin binnenkort nog progressie boeken.”

Hoe streng is jullie hotelquarantaine?

Sandrine Tas: “Op zich valt die quarantaine best wel mee. We moeten overal een mondmasker dragen en onze handen ontsmetten maar voor de rest merk je eigenlijk niet zo heel veel verschil met andere wedstrijden. Je mag het hotel niet verlaten behalve voor trainingen of om een luchtje te scheppen. Je kan dus niet zelf naar de supermarkt of eens uit eten omdat je met niemand in contact mag komen die zich niet in de bubbel bevindt. Maar in normale omstandigheden doe je dat sowieso niet zo vaak omdat je gefocust bent op je sport en naast trainen eigenlijk vooral rust op de hotelkamer. Deze Van der Valk in Wolvega is een prachtig hotel met ruime kamers. Het eten is zeer goed en het personeel heel hulpvaardig. Ik mis het meest mijn familie en de hondjes. Er zit ook weinig variatie in de dagen. Elke dag is hier eigenlijk min of meer hetzelfde. Dat begint op de duur toch wel wat te vervelen.”

Stien Vanhoutte: “Gelukkig mogen we wel naar buiten om bijvoorbeeld te fietsen of te wandelen met mensen die hier ook in quarantaine zitten. Het hotel ligt op een mooie locatie in een rustige omgeving. Qua eten komen we zeker niets tekort. In de huidige omstandigheden is het echt wel op de best mogelijke manier georganiseerd. Anderzijds mis ik wel het contact met mijn familie en vrienden. Zij zouden anders zeker komen supporteren, maar dat kan nu uiteraard niet.”

Hoe brengen jullie er de dagen door?

Sandrine Tas: “Met schaats-, fiets- en krachttrainingen natuurlijk en daarnaast voornamelijk met rusten met onder andere Netflix, gamen, lezen of muziek luisteren. Ons schaatsmateriaal onderhouden, neemt verder ook wel wat tijd in beslag.”

Stien Vanhoutte: “Op een rustdag per week na, gaan we elke dag schaatsen in Thialf. Dan hebben we vaak nog een tweede, rustige training zoals los fietsen of een korte krachttraining. Tussendoor rusten we vooral. Daarnaast probeer ik ook af en toe wat tijd vrij te maken om te studeren.”

“Elke dag is hier eigenlijk min of meer hetzelfde. Dat begint op de duur toch wel wat te vervelen”

Hoe blikken jullie terug op de eerste Wereldbekermanche van afgelopen weekend?

Sandrine Tas: “Over het algemeen relatief tevreden. Op de eerste dag in de reeksen van de massastart plaatste ik me voor de finale. Dat was boven mijn verwachtingen omdat het mijn eerste echte massastart was. Vorig jaar reed ik de massastart op het EK maar toen was ik daar helemaal niet klaar voor en moest ik al na een drietal ronden de strijd staken. In de finale op zaterdag wist ik twee anderen achter mij te houden waardoor ik veertiende werd. Uiteraard hoop ik verder door te groeien en uiteindelijk hoger te eindigen. Voor de eerste poging vond ik dit zeker een goed uitgangspunt. Op de individuele afstanden maakte ik enkele foutjes maar er zaten ook goede dingen in. Alle wedstrijden waren behoorlijk op niveau maar zonder echte uitschieters. Ik hoop me dit weekend te kunnen verbeteren. Ik moet ook nog steeds proberen om niet te streng te zijn voor mezelf omdat ik door de omstandigheden nog bitter weinig ervaring heb met wedstrijden op het ijs.”

Stien Vanhoutte: “ Ik heb nogal gemengde gevoelens over mijn wedstrijden. Ik heb enkele goede maar ook minder goede ritten gereden. Op mijn laatste 1000m leek ik goed op weg om onder mijn persoonlijk record te rijden, maar in de laatste ronde verloor ik veel snelheid door technische fouten. Op de 500m evenaarde ik op het EK mijn PR, maar op de wereldbeker afgelopen weekend was ik een paar tienden langzamer.”

Welke ambities mogen jullie koesteren voor het WK dat van 11 tot en met 14 februari doorgaat in Heerenveen?

Sandrine Tas: “Voorlopig is dit nog niet echt aan de orde, omdat we ons eerst nog moeten plaatsen voor het WK. Dat is niet zo vanzelfsprekend maar ook niet onmogelijk. Ik probeer me nu vooral te focussen op de tweede World Cup en dan zie ik wel verder. Mogen deelnemen aan het WK zou al een mooie ervaring op zich zijn.”

Stien Vanhoutte: “We moeten ons inderdaad eerst nog weten te plaatsen voor het WK via onze prestaties op de wereldbekers. Dat is dus het eerste doel. Ik hoop dat ik de 500m en 1000m kan rijden op het WK. Naar ambities toe op het WK zelf wil ik me niet richten op een bepaalde plaats. Op dat niveau zit ik momenteel nog niet. Ik wil vooral leren om technisch goede wedstrijden te rijden en om onder druk niet te vervallen in een skeelertechniek. Op die manier hoop ik om zo dicht mogelijk in de buurt van mijn persoonlijke records te komen en die liefst ook te verbeteren.”

(Peter Rossel)