Poperingse rallygeslacht Pyck: twee generaties aan de start

Gilles Pyck treedt in de voetsporen van Filip en vader Bart. (Foto DB)
Redactie KW

Jarenlang stonden de broers Bart en Filip Pyck samen aan de start van de Ypres Rally. Bart hield het ondertussen voor bekeken en volgt nu zoon Gilles op de voet, terwijl Filip straks al aan zijn 25ste opeenvolgende deelname toe is. Gilles kan bij zijn debuut rekenen op hun ervaring. “We geven hem de valstrikken mee”, luidt het.

Net als bij zoveel jongeren in de streek wakkerde de ’24 Uren van Ieper’ indertijd de rallymicrobe aan bij de broers Bart (51) en Filip (48) Pyck. “We woonden toen in Westvleteren op het parcours. De weken voor de rally volgden we constant de verkenningen. Maar van thuis werden we zeker niet aangemoedigd toen we zelf begonnen.”

Een ander verhaal bij Gilles (22), student bedrijfskunde en beloftevol rallytalent. Hij debuteerde als 18-jarige als copiloot van vader Bart. “Maar na een paar keer vroeg ik of we eens van plaats konden wisselen, zonder dat iemand het wist. Of toch zeker mijn moeder niet.” (lacht)

Bart en Filip, hadden jullie snel door dat Gilles wel iets in zich had?

Bart: “Ik zat in de TBR Rallysprint naast hem toen hij voor het eerst het stuur nam. Hij was over de hele proef maar één seconde trager dan mij. Dan weet je het wel.”

Filip: “In karting had hij op jonge leeftijd al zijn aanleg getoond. En met de Clio, toch geen makkelijke wagen om mee te beginnen, spraken de chrono’s meteen voor zich.”

Welke tips proberen jullie hem mee te geven?

Filip: “Vooral met de voeten op de grond blijven en niet te veel naar anderen kijken.”

Bart: “Op het vlak van bandenkeuzes geef ik soms eens mijn mening. Toen hij copiloot was, leerde ik hem ook om goede nota’s te maken.”

Filip: “Op dat vlak is het eigenlijk wel beter dan vroeger. Vroeger gingen wij acht keer over de proeven, nu hebben jongeren genoeg aan twee of drie passages. Dat is ook nodig, want als je later naar de Condroz of het buitenland trekt, moet je het daarmee kunnen doen.”

Is er genoeg ondersteuning voor Belgische jongeren om zich in de kijker te rijden?

Bart: “De steun vanuit de RACB zou misschien over meerdere piloten verdeeld mogen worden. Het Junior BRC is wel een mooie competitie en heeft een sterke lichting. Wel vind ik het vreemd dat piloten die op Michelins rijden bonuspunten voor besttijden kunnen afnemen van piloten met Pirelli’s. Misschien kan men het ook nog wat toegankelijker maken zodat er niet zeven, maar 15 piloten meestrijden.”

Gilles: “In het Junior BRC heb je het gevoel in een cup te rijden. Al strijden we dan wel niet allemaal met dezelfde wapens, als je hoort dat een Fiesta met speciale benzine 20 pk meer haalt. Maar dat schrikt me niet af om de strijd aan te gaan. Een promotieformule gesteund door de federatie en een merk zoals in Frankrijk zou misschien wel beter zijn. Daar krijgen de winnaars een mooi programma als prijs. Ik heb twee keer meegedaan aan de talentenjacht van Peugeot, maar strandde telkens in de in de eerste ronde op de simulator.”

Herinneren jullie nog jullie eerste Ieper-deelname?

Bart: “Dat moet in 1995 geweest zijn met een Clio. Ik heb een vijftiental deelnames, maar sloeg af en toe een jaar over.”

Filip: “Ik stond een jaar eerder al aan de start. Toen waren we nog jong en hadden we weinig budget. Het was een droom om mee te doen en vooral te finishen. Onze Golf was een ‘schip’ en het resultaat maakte eigenlijk niet veel uit. We hadden veel minder de drang om ons te bewijzen zoals de jongeren nu. Mijn copiloot vraagt zich soms af waarom ik hier nog wil rijden, aangezien we ons goed amuseren in het buitenland. Maar mijn hoofdsponsor komt uit Ieper en het is en blijft een mooie rally. Soms zie je dat niet meer omdat je hier woont. Die week en sfeer rond Ieper blijven speciaal.”

Gilles, met welke ambitie kom je aan de start?

Gilles: “Ik zou natuurlijk graag winnen bij de Juniors en zo hoog mogelijk eindigen in R2, maar moet ook realistisch zijn. Uitrijden zou al een goed resultaat zijn, al wil je altijd zo snel mogelijk gaan. We gaan zoals in Tielt op ons eigen tempo starten en daarna het ritme opdrijven. Vorig jaar nam ik al deel als copiloot van Thomas Vauterin en dat was wel leerrijk. Zo ken ik al wat punten waar je seconden kan gaan zoeken en waar niet.”

Filip: “We kunnen hem wel twintig pièges meegeven waar je de buitenlanders ziet liggen. Het zou spijtig zijn dat je ze als onervaren piloot vooraf niet weet. Wie het hier niet kent, maakt fouten en daar kan Gilles misschien van profiteren. Vrijdagavond moet je goed mee zijn, maar ook niet alle risico’s nemen. Maar vergis je niet hoor, het tempo ligt erg hoog in Ieper, vooral zaterdagnamiddag.”

Filip, bij jou ligt de ambitie wellicht anders?

Filip: “Ik ben er eerlijk gezegd nog niet zo mee bezig. Een aantal jaar geleden heb ik de knop wat omgedraaid op dat vlak. Het zou mooi zijn om nog eens groep N te winnen, maar een tweede of derde plek is ook goed. Ik lig er niet wakker van. In Ieper moet je vooral ook wat geluk hebben.”

Wat is jullie favoriete Ieper-proef?

Bart: “Indertijd waren dat Vleteren en Watou. Ook Heuvelland in de versie van bijna 40 kilometer.”

Filip: “Voor mij ook Watou, omdat ik die erg goed ken, maar zeker ook Sauvegarde. Jammer genoeg zit die er niet bij dit jaar. In de waaiers achter Goudezeune kun je het verschil maken. Ik deed het niet, maar de toppers passeren daar à fond en dat is schitterend om zien.”

Gilles: “Vorig jaar was ik onder de indruk van Reninge. Watou was ook leuk, maar vooral erg hobbelig.”

Wie wint er straks de Ypres Rally?

Filip: “Met Neuville is er eigenlijk maar één topfavoriet, maar hij zal verstandiger moeten rijden dan vorig jaar. Hij wou toen de rest met iets te veel verschil losrijden. Het mag Bouffier wel eens zijn: hij was al een paar keer tweede en is bovendien een erg toffe kerel.”

Bart: “De snelste van de Skoda-rijders, Bouffier dus.”

Gilles: “Ik gun het Bouffier ook wel eens. En naar Veiby kijk ik ook uit, al mist hij natuurlijk parcourskennis.”

(Jeroen D’hulster)