Niels Van Zandweghe en Zoë Casteels zijn een roeikoppel

Niels Van Zandweghe en Zoë Casteels leerden elkaar kennen via hun gemeenschappelijke passie: roeien. (foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Tom Vandenbussche

Normaal zat Bruggeling Niels Van Zandweghe (24) nu in de laatste rechte lijn naar de Olympische Spelen in Tokio, waar hij met roeipartner Tim Brys een medaille in de lichte dubbeltwee ambieerde. Zoë Casteels (24), een Oost-Vlaamse roeister, wilde haar vriend in Japan gaan aanmoedigen en daarna een opleiding bij de politie aanvatten. De coronacrisis besliste er anders over. Hij krijgt in 2021 een nieuwe kans, zij geeft sinds begin juni les in een Brugse school.

Zoë, jij bent van het Gentse afkomstig. Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?

Zoë: “In 2012 al.”

Niels: “In de Coupe de la Jeunesse in Banyoles. Het officieuze EK voor de jeugd. Haar broer Arthur was er mijn stuurman.”

Zoë: “Zelf was ik daar niet bij, maar erna ben ik een paar keer meegegaan toen ze samen gingen eten. We zijn elkaar blijven zien.”

Niels: “We hebben dezelfde vriendengroep. Haar beste vriendin is nog samen geweest met een goeie vriend van mij.”

Zoë: “De roeisport is een klein wereldje. Achteraf gezien heeft het nog lang geduurd vooraleer we een koppel werden. Vijf jaar.”

Jullie wonen vrij ver van elkaar. De coronacrisis was voor jullie waarschijnlijk niet de makkelijkste periode.

Zoë: “Ik woon in Sint-Denijs-Centrum en toen corona uitbrak, hadden we elkaar net een week niet gezien. En dus vroegen we ons af: zitten we nu eigenlijk wel nog in elkaars bubbel?”

Niels: “Volgens de regels mochten we elkaar toen niet zien.”

Zoë: “We hebben dan maar het zekere voor het onzekere genomen, zeker omdat we absoluut wilden vermijden dat Niels besmet zou geraken. Uiteindelijk hebben we elkaar zeven weken niet gezien. Maar toen hadden we iets van: het is goed geweest.”

Niels: “En sinds ze hier werk heeft gevonden, woont Zoë bij mij in Sint-Andries.”

Zoë: “Enkele maanden geleden zag het er nog helemaal anders uit. Het plan was om een tijdelijke job te zoeken, zodat ik Niels tijdens zijn olympisch jaar zoveel mogelijk kon steunen, hem in Tokio ter plaatse kon gaan aanmoedigen en in oktober aan de politieschool kon beginnen. Ik vond werk in een broodjeszaak in Zwijnaarde, waar ik een heel flexibele baas had. Alles leek prima, tot we in totale lockdown moesten en alles in het water viel.”

Niels Van Zandweghe en Zoë Casteels zijn een roeikoppel
© BELGA

Zoë, je geeft nu les. Hoe is dat in zijn werk gegaan?

Niels: “We komen alle twee uit een familie van leerkrachten. Bij mij zijn dat mijn meter, moeder en zus.”

Zoë: “Bij mij mijn moeder, stiefmoeder en grootmoeder. Zelf heb ik geen onderwijsdiploma. Wel volgde ik een bachelor sociaal werk. Via Niels’ meter, directeur van De Varens, wist ik dat ze bij De Kaproenen op zoek waren naar iemand. Sinds begin juni geef ik er les in het buitengewoon lager onderwijs, onder meer aan kinderen met het autismespectrumstoornis. (glimlacht) En zo ben ik dus plots hier in Brugge blijven hangen.”

Jullie zijn elkaar nog niet beu?

Niels: (grijnst) “We hebben nog geen enkele keer ruzie gemaakt.”

Zoë: “Echt gek.”

Niels: “Ik denk dat we gewoon goed bij elkaar passen.”

Zoë: “Ik kan niet meteen op iets komen wat me irriteert. Niels stuurt wel heel vaak sms’jes.”

Niels: (lacht) “Ik heb veel tijd, hé.”

Zoë: “Terwijl ik vaak net dan veel moet werken. En ik ben sowieso iemand die liever telefoneert.”

Jij roeit ook. Op welk niveau?

Zoë: “Nationaal. Ik was goed bezig, tot corona uitbrak. Ik wilde aan een internationale wedstrijd in Rotterdam deelnemen, maar dat is niet meer gelukt. Gelukkig waren we in februari met de club nog in Porto geraakt. Maar me vergelijken met Niels kan niet. Over 2.000 meter roeit hij een minuut sneller. Mannen zijn sterker dan vrouwen en hij heeft dan ook nog eens veel meer talent.”

Niels Van Zandweghe en Zoë Casteels zijn een roeikoppel
© BELGA

Hoe gaat het eigenlijk met jou, Niels? Je sukkelde afgelopen winter met een blessure.

Niels: (knikt) “Een stressreactie op de ribben, net zoals twee andere roeiers uit het nationale team. Normaal duurt zoiets zes weken, maar bij mij sleepte het langer aan. Een moeilijke periode, maar voor mij is corona op het juiste moment gekomen. Ook mentaal. Tijdens de lockdown heb ik veel gefietst, onder meer met prorenners Jelle Wallays en Jens Keukeleire. Intussen is er met inspanningsfysioloog Jan Bonne een nieuwe headcoach en ben ik blessurevrij.”

Zoë: “Corona was een geluk bij een ongeluk, want tegen de Spelen van 2020 zou Niels nooit van zijn leven pijnvrij geraakt zijn.”

Niels: “Via fietstrainingen zou ik ik wel topfit geweest zijn, maar ideaal is natuurlijk anders.”

Intussen maakte je maatje Tim Brys op tv indruk in De Container Cup, waarin hij zelfs sneller fietste dan tal van toprenners.

Niels:”Geen verrassing. En ik moet eerlijk toegeven dat ik graag ook had deelgenomen, maar ik ben niet gevraagd. (grijnst) Jammer, want ik zou mezelf zeker niet belachelijk gemaakt hebben.”

Zoë: (knikt) “Tim en Niels, dat zijn twee dezelfde atleten.”

Niels: “Dat is zo, maar met mijn blessure zou een deelname sowieso niet slim geweest zijn.”

En nu maar hopen dat je hem in juli 2021 in Tokio kan gaan aanmoedigen, Zoë.

Zoë: (knikt) “De mama van Niels (An Vanwelsenaers, red.) had alles al geregeld. De vlucht, het appartement… Alles was betaald. Van 24 juli tot en met 5 augustus zouden we gaan. Met naast de ouders van Niels ook Tims vriendin, Niels’ zus en mijn mama en stiefpapa. Laat ons maar duimen…”

Wij duimen mee. Voor een olympische medaille.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier