KW-cup strijkt neer in Damme

Paul Vandenbussche.
Redactie KW

Zondag vindt de twaalfde Damse editie van de West-Vlaamse KW-cup plaats. Het badmintontornooi dat tweewekelijks naar een andere gemeente trekt, is al jarenlang een opstap voor jeugdspelers.

In Damme staan tornooien voor de U11, U13 en U15 op de planning. Paul Vandenbussche verklaart uitvoerig wat het belang van het tornooi is voor de toekomst van het West-Vlaamse badminton. Hij is naast coach ook de voorzitter en motor van Badmintonclub Damme. “De cup is een belangrijk tornooi om beginners van de competitie te laten proeven. Als instaptornooi kende het al veel succes. De KW-cup is een D-tornooi, maar de afgelopen jaren zijn er al veel spelers overgegaan naar een B- of C-klassement. Dat toont dat het tornooi in zijn opzet slaagt, het doet jongeren vaak goesting krijgen in meer.”

“De organisatie is in handen van mijn dochter Sofie en mijn schoonzoon Lode Mortier. Dit jaar gaat het om 100 deelnemers, waarvan zes uit onze Damse club. De dag van het tornooi zal ik onze spelers coachen. Zes spelers lijkt misschien weinig, maar iedere speler zit anders in elkaar en moet ik individueel kunnen begeleiden.”

Ook de dochter en schoonzoon van Paul doen aan badminton. “Je kan stellen dat badminton bij ons met de paplepel werd doorgegeven, al heb ik niemand ooit geforceerd. Ook mijn kleinzoon, Milan, is lid van de club. Dat is voor mij natuurlijk erg vertederend om te zien. Zelf ben ik al sinds 1972 betrokken bij de sport. En het is al 27 jaar dat ik mezelf voorzitter van Badmintonclub Damme mag noemen. Ik kijk stilaan uit naar opvolging, maar er heeft zich nog niemand kandidaat gesteld.”

“We zoeken extra leden, maar mensen moeten enorm worden aangezet om een minder bekende sport te beoefenen. De meeste jongeren gaan eerder voetballen of basketballen, het is moeilijk mensen warm te maken voor sporten die geen media-aandacht krijgen. De KW-cup helpt daar gelukkig een handje in, aangezien het tornooi bij beginners voor enthousiasme helpt zorgen. Zo krijgen sommige deelnemers zin om de sport professioneler te benaderen.” (YH)