Hoe zou het nog zijn met (2/6): Armand Parmentier: “Al mijn vrije tijd ging naar lopen”

Armand Parmentier blijft actief, onder meer als trainer bij Flanders Atletiekclub in Ieper. © HDV
Freddy Vermoere
Freddy Vermoere Medewerker KW

Tien jaar lang had Armand Parmentier (66) het Belgisch record op de marathon achter zijn naam staan. In de jaren tachtig was hij ook een Belgische topper op de 10.000 meter en op de halve marathon. “Al mijn vrije tijd ging toen op aan lopen”, zegt de man die onze nummer twee is in de reeks ‘Hoe zou het nog zijn met’.

Armand Parmentier woont nog altijd in dezelfde woning in de Zavelberg in Waregem die hij ruim veertig jaar geleden betrok. Inmiddels is hij zes jaar op pensioen als leerkracht in het Vernieuwd Instituut voor Buitengewoon Secundair Onderwijs (VIBSO) in Waregem, maar sport blijft zijn leven nog altijd een stuk beheersen.

Streelt het je ego dat je van 1983 tot 1993 de beste marathonloper in België was?

“Dat was plezant maar ook niet meer dan dat. Ik ben daar niet zo mee bezig. Weet je, eigenlijk was ik niet eens een echte marathonloper. Als jonge snaak wilde ik schitteren op de 800 en de 1.500 meter. Eind jaren 70 kwam het keerpunt. Toen besliste ik om me verder toe te leggen op de marathon. Dat kwam door een technisch defect bij mijn testen op de middellange afstand. Daaruit had moeten blijken of ik de minimumtijden wist te behalen voor kwalificatie van de Olympische Spelen van 1980. Doordat het fout liep bij die meting, heb ik de Spelen in Moskou moeten missen. Dat was zuur omdat ik bij de jeugd Belgisch recordhouder was geweest op de 1.500 meter.”

Een Belgische marathontopper heeft het financieel veel minder goed dan een topvoetballer. Kon je daar mee overweg?

“Ik maakte daar geen punt van. We liepen voor naturaprijzen, maar ik heb nooit een professionele carrière nagestreefd. Ik heb veertig jaar lang met plezier gewerkt als leerkracht in het VIBSO in Waregem. Die combinatie met atletiek vond ik best wel goed. Bovendien had ik sponsors die het voor mij toch een stukje aangenamer maakten. Zo mocht ik met een Mercedes rijden van de Group Ghistelinck in Waregem. Ik wil hier toch even Paul en Jan Ghistelinck vermelden. Ze hebben me echt goed gesteund. Ik had ook sponsors voor sportkleren en sportschoenen.”

BIO

Privé

Armand Parmentier (66) woont al sedert eind jaren 70 in de Zavelberg in Waregem. Hij is gehuwd met Hanne Bossuyt. Er is één zoon: Tijs (34) en er zijn twee kleinkinderen: Josse (4) en Briek (2).

Loopbaan

Hij volgde een opleiding elektriciteit in het VTI in Waregem en deed daarna regentaat wikskunde, economie en fysica. Hij gaf zijn hele leven les in het Vrij Instituut voor Buitengewoon Secundair onderwijs (VIBSO).

Atletiek

Had van 1983 tot 1993 het Belgisch record marathon. Werd tweede op het EK in Athene van 1982. Nam deel aan de Olympische Spelen van Los Angeles in 1984. Werd zesde op het WK marathon in Helsinki in 1983. Is nu atletiektrainer bij FLAC Ieper.

In die periode werkte je voltijds en liep je op topniveau. Was dat vlot te combineren?

“Het was simpel. Al mijn vrije tijd ging naar trainingen en wedstrijden. Ik deed tot veertien trainingen per week en liep gemiddeld 30 km per dag. Zo kwam ik zeker aan een totaal van 900 km per maand. Weet je dat ik in het weekend soms naar Frankrijk, Italië of Spanje trok om te gaan trainen en op zondagavond terugkeerde? Ik heb in die tijd roofbouw gepleegd op mijn lichaam. Nu ja, in de jaren 80 was er nog geen goede omkadering voor een marathonloper. Eigenlijk stond ik er alleen voor en moest ik in mijn eentje al mijn beslissingen nemen. Nu zijn marathonlopers uitstekend omringd, gaan ze niet meer onnodig in het rood en presteren ze ook beter dankzij gerichte hoogtestages. Ik denk dat ik toen amper één keer een hoogtestage gedaan heb terwijl niemand er nu nog aan twijfelt dat dit tot betere prestaties leidt.”

Een beeld van de marathon van Rotterdam in 1983, waar Armand Parmentier (op de foto met Belgische driekleur) vierde werd en het Belgisch record op de marathon beet had en tien jaar behield.
Een beeld van de marathon van Rotterdam in 1983, waar Armand Parmentier (op de foto met Belgische driekleur) vierde werd en het Belgisch record op de marathon beet had en tien jaar behield.© gf

Je zegt dat je roofbouw gepleegd hebt op je lichaam. Draag je daar nu nog de gevolgen van?

“Twintig jaar geleden had ik echt geen zin meer om te sporten. Nu is de goesting terug en ga ik opnieuw lopen met een trainingsmaat van vroeger. Al houd ik dat beperkt tot twee keer per week acht kilometer. Bovendien doen we het rustig aan zodat we ook wat kunnen babbelen.”

Atletiek blijft je na aan het hart liggen, want je geeft ook nog volop training aan jonge lopers.

“Dat is waar. Ik doe dat twee keer per week in de Flanders Atletiekclub in Ieper al ben ik daar stilaan toch wat aan het afbouwen. In Oudenaarde zijn het dan meer trainingen op losse basis en met de Atletiekvrienden van Olsene huren we de woensdagavond de atletiekpiste af in Waregem voor de geïnteresseerde lopers.”

Ik deed tot veertien trainingen per week en liep gemiddeld 30 km per dag

Topsporter ben je niet meer. Let je dan nog altijd sterk op je voeding?

“Ik blijf gezond eten en ben nog altijd matig met alcohol. Van mijn osteopaat heb ik indertijd alles geleerd over gezonde voeding. Hij vertelde me over het belang van yoghurt en muesli, dat ik best fruit at in de voormiddag en dat ik kort voor een wedstrijd ook beter een sapjesdag kon inbouwen.”

De slotvraag gaat over de atletiekpiste in Waregem. Nog altijd kwaad op het stadsbestuur dat die uit het Regenboogstadion moest verdwijnen?

“Ik kan me daar inderdaad nog altijd behoorlijk boos over maken. Voor de burgemeester en zijn schepenen bestaat er maar één sport en dat is voetbal. Ik vind het niet kunnen dat de atletiekpiste daarvoor moest wijken. Nu is er weliswaar een piste aan de oefenvelden van Zulte Waregem, maar in het midden ligt dan nog een voetbalveld alsof er nog niet genoeg voetbalvelden zijn. De recreant kan ook geen gebruik maken van de atletiekpiste buiten de cluburen. De atletiek heeft niet eens een eigen kantine. Waregem kan een voorbeeld nemen aan Ieper. Die stad heeft het goed georganiseerd. Er is een eigen atletiekpiste, toegankelijk voor iedereen met een pasje.”

(Freddy Vermoere)