Hannes Obreno sukkelt met virus: “Als ik in 2018 niet weer op niveau ben, kap ik ermee”

Hannes Obreno: "Op het water train ik nog niet. Dat zou me te veel frustreren". © BELGA
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

Een jaar geleden nog 4de op de Olympische Spelen, nu onzeker of hij ooit nog zal kunnen roeien op het hoogste niveau. Skiffeur Hannes Obreno (26) sukkelt al maanden met wat op een mysterieus virus lijkt. “Als ik nog maar op 95 procent van mijn krachten geraak, hoeft het voor mij niet meer.”

“Al zes maanden heb ik niet op het water gezeten. Sinds ik op mijn achtste met roeien begon, ben ik nooit zo lang van mijn boot gescheiden geweest.” Hannes Obreno zet zich neer op een plastieken stoel op het terras van de Brugse Trimm- en Roeiclub en staart naar de jeugdroeiers die op het Boudewijnkanaal trainen. Normaal zou hij naast hen oefenen, in volle voorbereiding op het wereldkampioenschap van eind september in de VS. “Het is lastig, ja. Zeker wanneer er wedstrijden zijn. Als ik mijn vrienden zie roeien, ben ik blij dat ze het goed doen, maar het nijpt wel.”

Sinds februari sukkelt Hannes met zijn gezondheid. Wat er aan de hand is? Niemand weet het. De oorzaak? Onbekend. Of en wanneer hij zal herstellen? Een groot vraagteken. “Op training in februari kreeg ik bij iets zwaardere inspanningen plots last van hartoverslagen. Alsof mijn hart een extra slagje maakte, maar geen volledig. Een drukkend gevoel op de borst. Dat gebeurde eerst niet zo vaak, soms drie keer op een training van pakweg anderhalf uur. Ik kon blijven trainen en trok in die periode nog fantastische tijden. Hoe meer ik trainde, hoe vaker ik het voelde. Om te vermijden dat mijn hart die overslagen als automatismen zou overnemen, besloten we om even niet meer boven een hartslag van 160 te gaan…”

Een heel jaar heb ik niets kunnen presteren. Voor hetzelfde geld zit ik volgend jaar zonder contract

Een inspanningstest in maart werd een kantelpunt. “Daarna was het foutu. Bij al wat ik probeerde, werd ik misselijk. Ik kon enkel nog in mijn bed of op de zetel liggen. Ik werd wakker, maar mijn lichaam wilde niet opstaan. Tamheid. Ik werd half depressief. Niets kon ik nog. Over de stage voor mijn studie bouwkunde heb ik dubbel zo lang gedaan als normaal. Na twee dagen was ik kapot, ook al deed ik niks anders dan aan een bureau zitten. Ik bezocht de ene dokter na de andere, onderging de ene test na de andere. Bij een ervan wezen mijn bloedwaarden in de richting van de ziekte van Lyme. Ik werd volgestoken met antibiotica – die dan ook nog eens in mijn kop schoot – maar bij een tweede test bleek het zeker geen Lyme te zijn…”

“Ik vertoon de symptomen van een virusverloop, maar meer weten we niet. De artsen hebben me getest op de meest voorkomende virussen en me doorgestuurd naar een viroloog. Na twee consultaties ben ik daarmee gestopt. Er zijn duizenden virussen. Elke test kost 30 euro en als je er dan duizend moet doen… We kunnen niet blijven zoeken. Of ik een vermoeden heb waar ik het opgelopen heb? Daar denk ik niet meer aan. Het kan recent gebeurd zijn, maar ik kan het ook al vijf jaar geleden hebben gekregen en dat het nu pas getriggerd werd…”

Ik vertoon de symptomen van een virusverloop, maar meer weten we niet

Na zes maanden probeert Hannes stilaan weer de draad op te pikken. “Ik werk aan mijn herstel. Mijn grenzen opzoeken door te fietsen, en krachttraining en stabilisatieoefeningen te doen. Ik merk dat het verbetert, nu is het afwachten waar dit zal eindigen. Samen met mijn trainer Dirk Crois heb ik wel een datum in 2018 vastgelegd. Als ik tegen dan niet op niveau ben, kap ik ermee. Waarom zou ik het dan nog doen? Als ik maar op 95 procent van mijn krachten geraak, hoeft het voor mij niet meer. Ik wil 100 procent in orde zijn, of zelfs méér. Anders vinden Dirk en ik het de moeite niet om daar nog al onze tijd en energie in te stoppen.”

Door zijn ziekte moest hij zijn toekomstplannen aanpassen. Het vierjarenplan richting de volgende Spelen: in de vuilbak. Plannen om het ouderlijk nest te verlaten: in de koelkast. Bijkomende zorg: wordt zijn jaarlijks contract bij Sport Vlaanderen verlengd? “Ik heb niets kunnen presteren dit jaar, aan de opgelegde voorwaarden heb ik niet kunnen voldoen… Binnenkort moet ik het gaan uitleggen. Dan beslist een task force of ik een nieuw contract krijg of niet. Tot aan een bepaalde grens hebben ze wel begrip voor de situatie, maar voor hetzelfde geld zit ik volgend jaar zonder contract…”

Positief

Toch blijft de Brugse skiffeur positief. Dat zie je in zijn ogen, merk je aan zijn lichaamshouding, hoor je in zijn stem. Ook uiterlijk oogt hij nog scherp. “Ik ben een beetje spiermassa kwijt en ben wat vet rijker, maar het valt nog mee. Andere topsporters die stil liggen of stoppen, blijven evenveel eten en verdikken dan. Bij mij hangt dat samen: minder sporten is ook minder eten. Maar soms heb ik bij het vooroverbuigen het gevoel van: oei, ik zou beter wat meer fruit eten…(lacht)

Alleen ik en mijn boot. Dan zal ik de gelukkigste mens ter wereld zijn

“Misschien heeft het me wel goed gedaan om eens zes maanden niet te trainen. Waar ik in april, mei en juni over de middag nog enkele uren moest slapen om de dag door te komen, voel ik mijn energiepeil de laatste weken verbeteren. Af en toe heb ik nog een slechte dag, maar ik kan weer eens doortjezen met mijn koersfiets. Dat doet deugd. Ik kan alweer tochten van 80 kilometer aan, twee weken geleden was ik al kattelam na een ritje van 40 kilometer. Op het water train ik nog niet. Ik weet dat ik al na zes kilometer roeien weer naar binnen zou moeten. Dat zou me te veel frustreren.”

“Ik hoop zo snel mogelijk weer in mijn boot te kunnen kruipen. Mijn eerste keer zal ik heel goed uitkiezen: geen wind, mooi water, een ondergaande zon en nog wat resterende zonnewarmte. En geen mensen rond me. Alleen ik en mijn boot. Dan zal ik de gelukkigste mens ter wereld zijn. Of zal ik vloeken op mijn boot en mijn kas opvreten omdat het voor geen meter lukt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier