Florian Van Acker (24) ontgoocheld na brons op Paralympische Spelen: “Als ik nog eens zo moet spelen, schakel ik over op paardensport”

Florian Van Acker met zijn gouden medaille van Rio en zijn brons van Tokio. © TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Florian Van Acker is terug van de Paralympische Spelen in Tokio met brons op zak, maar toch overheerst ontgoocheling. Niet omdat hij zelf niet op niveau was, maar omdat de vochtige omstandigheden hem genekt hebben. De 24-jarige Langemarkenaar is meer dan ooit gemotiveerd om te tonen dat hij wel nog de beste is. “Op het WK en de Spelen in Parijs zal ik ze in de vernieling spelen”, klinkt het.

De verloren halve finale op de Spelen ligt al even achter hem, maar toch zit de ontgoocheling nog heel diep. “Het is heel simpel: slechte omstandigheden, vochtig tot en met… Het trok gewoon op niks”, vertelt Florian. “Ze organiseren de Paralympische Spelen, maar ze kunnen de zaal niet acclimatiseren zoals het moet. Op alle andere tornooien kon dat wel. Ik heb in de halve finale verloren, maar ik kon mijn beste niveau niet brengen door de vochtigheid. In normale omstandigheden kuis ik die kerel altijd af.”

Voor alle spelers waren de omstandigheden toch dezelfde?

“Blijkbaar kunnen sommigen wel in die vochtigheid spelen, maar ik niet. Ik heb al veel tegen die Australiër gespeeld en altijd heeft hij dik verloren tegen mij, in normale omstandigheden. Ik heb vijf jaar hard getraind, om dan zo te moeten spelen. Waarom organiseren ze dan de Paralympische Spelen? Had ik het geweten vooraf, ik zou nooit vertrokken zijn naar Japan. Mochten de andere beter en sterker zijn, dan zou ik dat ik ook kunnen zeggen, maar dat was het geval niet. De eerste twee sets won ik met 11-4. Opeens ging de vochtigheid omhoog en sloeg het op mijn rubber. Ik zat niet meer in de match. Niets lukte nog.”

Welk effect heeft die vochtigheid dan op je rubber?

“Als het nat is en je wil de bal wrijven (onderaan of opzij raken om de bal effect te geven, red.) dan heeft die bal geen grip en schiet ze gewoon naar beneden. Je hebt er geen controle meer over.”

Hoe was het in de trainingszaal?

“Ik speel daar tegen een sparringpartner, een A-speler, en win elke keer. Daar was het niet vochtig. Eigenlijk hadden ze beter van zaal gewisseld. Hoe het komt dat het in de wedstrijdzaal wel vochtig was? Dat vraag ik me ook af. Ik heb het aangekaart bij mijn coaches. De vochtigheid trekt op niks. Na mijn eerste match zei ik ook tegen de reporters dat ik geen kwart van mijn niveau kon halen.”

Tot hoe lang ik ontgoocheld blijf? Tot ik ze allemaal heb afgekuist in Parijs

Kon je je manier van spelen niet aanpassen?

“Mijn manier van spelen is met effect spelen. Ik speel met gevoel, met veel spin. Het is geen padel hé, het is tafeltennis.”

Ben je nu meer gemotiveerd door die ontgoocheling?

“Op het wereldkampioenschap zal ik ze allemaal in de vernieling slaan, als het droog is tenminste. Hetzelfde in Parijs in 2024. Zonder pardon! Zo kwaad ben ik.”

Ga je nu trainen op spelen in vochtige omstandigheden voor als het nog eens zou gebeuren?

“Ik heb geleerd van een Chinees dat je best met een droge spons je paletje afdroogt. Want een handdoek neemt niet al het vocht op. Ik kreeg bovendien handdoeken die nog niet gewassen waren. Je bent machteloos!”

Kan je niet iedere set van paletje wisselen?

“Dat mag niet. Je moet heel de wedstrijd met hetzelfde paletje spelen.”

Zal je nog lang ontgoocheld blijven, denk je?

“Ja. Weet je hoe lang? Tot ik ze daar allemaal heb afgekuist in Parijs. Ik ben zeker dat ik volgend jaar wereldkampioen zal worden. Ik heb mijn tegenstanders bezig gezien. Die mannen zijn niet verbeterd, ik wel. Ik heb ook de finale gezien. Het niveau was erbarmelijk. Mijn niveau was ook triestig, maar dat lag alleen aan de omstandigheden.”

Heb je iets kunnen meepikken van de cultuur in Tokio?

“Neen. Van het weinige dat ik gezien heb, kan ik enkel zeggen: het was niet vet. Hier thuis in Sint-Juliaan is het mooier dan in Japan.”

Mag ik je toch proficiat wensen met de bronzen medaille?

“Dat mag zeker. Ik vind het heel straf van mezelf dat ik in zulke omstandigheden toch een medaille gehaald heb. Ik mag fier zijn op mezelf. Het is nu zo, op naar Parijs. En als het daar weer zulke omstandigheden zijn, dan stop ik ermee. Dan schakel ik wel over op de paardensport en zal ik me daarin opwerken. Dat was eigenlijk mijn eerste sport. Ik rij al paard van sinds ik 7 ben en ik doe het nog altijd heel graag.”