Charlotte Vandersarren, Belgische top in het kunstschaatsen, vertrekt weldra naar de VS

Redactie KW

Charlotte Vandersarren is een van Belgiës beste kunstschaatsters. De 20-jarige Lauwse heeft er een dure hobby uitgekozen. “Dat pintje op de markt van Roeselare is wel heel erg prijzig uitgevallen, want op die winterschaatspiste kreeg ze de microbe te pakken en nu kunnen we niet meer terug”, lacht vader Leslie.

We treffen haar met de neus tussen de boeken. “Je hebt geluk dat ik in Lauwe ben. Tijdens het academiejaar (Charlotte studeert Voedings- en dieetkunde aan de Odisee Hogeschool in Gent, red.) train ik in IJsbaan Kristallijn, langs de Schelde. De eigenaars maken de piste over de middag speciaal voor mij toegankelijk, waardoor ik elke dag twee uur volledig mijn ding kan doen. Door mijn topsportstatuut kan ik mijn studie en kunstschaatsen relatief goed combineren.”

Mijn hobby kost een villa

Op bezoek bij Trump

“Op 19 juni vertrek ik naar Washington (in de VS) om er twee weken onder de vleugels van een Deense coach en samen met andere jonge talenten een trainingsstage te volgen. Die Deen had mij opgemerkt op het vorige EK en vroeg me of ik het zou zien zitten om met hem te werken. Nu ga ik dus helemaal alleen naar het grote Amerika. (lacht) Ik verblijf bij een gastgezin en hoop er in de eerste plaats mijn niveau op te krikken, maar ook in contact te kunnen komen met andere mensen die mijn schaatscarrière een boost kunnen geven. De VS zijn tenslotte wel een echt schaatsland. Alleen financieel is het een zware dobber, want mijn ouders moeten alles zelf bekostigen. Die trainer heeft wel korting kunnen geven, maar dan nog is het erg duur. Mijn vader werkt dag en nacht om mij te kunnen doen schaatsen. Mijn hobby kost een villa, zo kan je wel stellen.”

Gebroken been

“Hoewel ik nog maar 20 jaar ben, heb ik toch al moeten terugknokken van een serieuze blessure. In januari 2018 brak ik op de laatste training voor het EK mijn been, voor de neus van die Deense coach waarmee ik straks naar de VS trek. (lacht) Wat volgde was een revalidatie van een jaar. Mentaal was dat zwaar, want ik was echt in topvorm en dan heb je zoiets voor… Het was gelukkig geen gecompliceerde breuk waardoor ik niet geopereerd hoefde te worden. Ik heb in 2018 dan ook amper wedstrijden kunnen doen. Als ik als eens deelnam aan een wedstrijd, bleef ik ook ver onder mijn niveau. Ergens is dat logisch, want de schrik zat er bij bepaalde sprongen goed in. Ik heb zelfs een mental coach ingeschakeld die samen met mijn schaatscoach Silvie De Rijcke heeft geholpen om die schrik te overwinnen en weer met zelfvertrouwen de schaatsbaan op te stappen. Daarnaast had ik ook op fysiek vlak een achterstand tegenover andere meisjes. De korte kür lukte nog wel, maar voor de lange kür kwam ik gewoon te kort.”

De off icetraining is minstens even belangrijk als wat ik op het ijs doe

Charlotte met haar trainster Silvie De Rijcke.
Charlotte met haar trainster Silvie De Rijcke.© gf

“Het is frappant dat ik op elk vlak mijn eigen boontjes moet zien te doppen. 0,0 euro krijgen we van de schaatsbond, terwijl ik toch in de hoogste klasse zit van het kunstschaatsen. Als ik ergens wil deelnemen, moet ik zelf 100 euro inschrijvingsgeld op tafel leggen. Daarbovenop komt nog transport, verblijf, een trainer… Als mijn ouders willen meegaan, is het al helemaal niet meer betaalbaar. Gelukkig kunnen ze mijn wedstrijden nu ook op tv zien. Maar als ik er zelf iets aan wil verdienen, moet ik top zeven op een EK of top tien op een WK schaatsen. Mijn grote droom is om in 2022 op de Winterspelen in Peking te staan, maar dat is nog veraf.”

De lenige Charlotte Vandersarren in actie.
De lenige Charlotte Vandersarren in actie.© Höppner Eislauffoto's

De bond legt mij ook altijd heel wat druk op om de limieten te schaatsen die nodig zijn om naar het EK of WK te mogen. Na mijn blessure was ik daarom bang om mijn plek in het nationale team te verliezen. Ik moet op internationale wedstrijden mijn land vertegenwoordigen, maar er kan niet eens een trainingsjas van af. Mensen moeten me dan vragen van welk land ik kom, wat eigenlijk te gek voor woorden is.”

Bij de sportdokter

“Om op topniveau te schaatsen, is een topsportlichaam absoluut noodzakelijk. Ik doe bijvoorbeeld ballet om de sierlijkheid en lenigheid op het ijs te trainen, voor conditie en kracht trek ik bijna dagelijks naar de fitness. Ik ga ook maandelijks op consultatie bij een sportdokter, waar ik allerlei testen afleg. Die stippelt dan een volledig schema uit dat ik nauwgezet volg. De off ice-training is minstens even belangrijk als wat ik op het ijs doe. De zomermaanden zijn – op het ijs – ook moeilijk op te vullen, want de meeste schaats-pistes zijn van april tot september gesloten. Enkel Mechelen en Leuven zijn open, maar daar is het voor mij te gevaarlijk met kinderen die de risico’s niet kunnen inschatten. Daarom trek ik na mijn stage in de VS onmiddellijk voor drie weken door naar Duitsland. Later volgen ook nog Duinkerke en Eindhoven. Zo kan ik die periode toch overbruggen en word ik hopelijk alleen maar beter!”