Schaatser Mathias Vosté richt zich in het komende olympisch seizoen op de 1000 en 1500 meter. “Voor een 500 meter is mijn opening gewoon niet snel genoeg”, laat hij in een interview met de website schaatsen.nl weten.
De 500 meter was doorgaans zijn mindere afstand en dat laat de 27-jarige Bruggeling nu ook met het oog op de Olympische Spelen schieten. “Eigenlijk was ik sowieso al van plan om mij meer op de 1000 en 1500 meter te specialiseren”, vertelt hij.
Vosté woont al een kwart van zijn leven Friesland in Nijeholtwolde. Op zo’n vijf kilometer van Heerenveen waar hij vijf jaar samenwoont met zijn Nederlandse vriendin Angela Dijkstra. “We kennen elkaar sinds 2009. Eerst was er een langeafstandsrelatie. Ondertussen zijn we nagenoeg onafscheidelijk. We hebben het enorm naar ons zin. Voorlopig wil ik hier niet meer weg”, aldus Vosté.
Mathias begon in Brugge als shorttracker en inlineskater en besloot in 2015 over te schakelen naar de langebaan. Hij is houder van het Belgisch record op de 500 en de 1.000 meter: 35’18” en 1:07’79”. Op de 1.500 meter heeft hij 1:45’21” als beste tijd staan. Hij schaatst sedert 2019 onder contract bij Team Reggeborgh. Mathias wordt er goed omringd en merkt dat hij de afgelopen twee jaar een betere schaatser is geworden.
Het voorbije korte seizoen naar aanleiding van corona was er echter één van korte duur, want Vosté blesseerde zich op training aan zijn lies. Een voordeel was dat hij zich niet hoefde te laten opereren. Na vijf maanden lijkt hij nu volledig hersteld. “Ik hou me niet in tijdens de trainingen, behalve bij de start. Voor de rest is het wel de bedoeling dat ik alles op 100 procent doe. Ik kom stilaan in de buurt van mijn oude niveau. Dat moet ook, want de Olympische Spelen staan over een klein half jaar al voor de deur. Het jaar waarin het moet gebeuren”, aldus Vosté. “Als je een paar keer vierde bent geworden in de World Cups, ga je wel hopen op iets meer. Op een goede dag is alles mogelijk en stiekem droom ik wel van het olympisch podium. Het zou mooi zijn als dat nu al kan gebeuren en zo niet, gaan we het over vier jaar nog eens proberen, als het lichaam het houdt.” (ACR)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier