Boccia is een paralympische bal- en werpsport die zowel individueel als in team kan worden beoefend. Bert Tubbax uit Sint-Kruis behaalde onlangs twee nationale titels. “Eens je kampioen bent, is het volgende doel om terug kampioen te worden.”
Bert Tubbax (27) uit Sint-Kruis volgde negen jaar school in het Dominiek Savio Instituut in Gits. Daar maakte hij kennis met boccia, een soort petanque voor mensen met een fysieke beperking. “De sport wordt aangepast volgens de mogelijkheden van de atleet“, legt Bert uit. “De bocciaballen zijn allemaal even groot, terwijl in petanque er naar een klein balletje geworpen moet worden. Er wordt ook met lederen ballen gespeeld zodat ze gemakkelijk hanteerbaar zijn. Voor het overige is het als petanque.”
Opvoedster en coach
Bert is lid van Gidos, een sportclub die gegroeid is uit het Dominiek Savio Instituut. “De coach toen was mijn opvoedster. Zij stelde mij 15 jaar geleden voor om met boccia te beginnen. Het is een paralympische sport die steeds aan populariteit wint.” Bert beoefent het nu al 15 jaar en werd onlangs voor de eerste keer individueel Belgisch kampioen in Herentals, een maand later volgde een tweede nationale titel in team in Gits, waarin hij als kapitein fungeert. “Mijn droom is om ooit eens op de Paralympics te spelen of op zijn minst international te worden.”
“Meer trainen betekent dat ik ook meer mensen nodig heb om mij te assisteren”
In boccia zijn er volgens de handicap en de mogelijkheden van de atleten diverse categorieën. Zij die bij het spelen hulp hebben van een assistent en een goot gebruiken om de ballen in te rollen, zijn lid van een nationale ploeg. “Zij namen ondertussen aan de Paralympics deel. Voor wat betreft de categorie of de werpers waar ik deel van uitmaak is er nog geen nationale ploeg, omdat er weinig budget is. Internationaal is er ook de verplichting om een vrouw te selecteren, dat kan ook een probleem zijn.”
Oproep
De federatie legt voor hen ook de sportieve lat vrij hoog. “Ik speel ook in de Nederlandse competitie. In ons land zijn er te weinig mogelijkheden om op niveau te spelen en te trainen. Ik train nu drie, vier uur per week, wat weinig is. De leden van de Nederlandse nationale ploeg behoren tot de top en zijn twintig uur per week bezig. Meer trainen betekent dat ik ook meer mensen nodig heb om mij te assisteren. Ik kan niet zelf de ballen oprapen. Langs deze weg doe ik dan ook een warme oproep naar mensen die zich hiervoor tegen een kleine vergoeding en uit interesse willen engageren”, besluit Bert Tubbax.
ACR)
Wie Bert wil steunen kan contact met hem opnemen via bert-tubbax@hotmail.com of 0474 98 95 50.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier