Zijn drie dochters werden aangereden, nu zwijgt Jan niet langer: “Het is absurd hoe normaal het is dat een kind wordt aangereden”

Jan Despiegelaere langs de Oudenaardsesteenweg tussen Avelgem en Kerkhove. Langs die drukke weg werden zijn drie dochters Marie, Thea en Nel op hun fiets aangereden. © Joke Couvreur
Olaf Verhaeghe

Hij is boos. Op onoplettende bestuurders, op het te weinig doortastende beleid. En op zichzelf. Op tien jaar tijd werden de drie dochters van Jan Despiegelaere (50) op dézelfde gevaarlijke steenweg van hun fiets gemaaid. De jongste afgelopen vrijdag. “We gooien onze kinderen met een fietslampje en een fluovestje de weg op, maar meer dan een vals gevoel van veiligheid is dat niet.”

Door Olaf Verhaeghe en Gerda Verbeke

“Ah, kijk. Nu hebben we het alle drie eens meegemaakt.” Het ietwat cynische toontje waarop Thea (21) vrijdagavond reageert op haar gehavende zus spreekt boekdelen. Die avond werd de vier jaar jongere Nel op haar fiets aangereden op de Oudenaardsesteenweg tussen Avelgem en Kerkhove. Niets ernstigs, gelukkig. Een stevige schrik, wat schrammen en blauwe plekken en een kapotte fiets. Maar bij vader Jan Despiegelaere (50) komt het ongelukkige ongeval hard binnen.

Vriendin verloren

Voor de derde keer op minder dan tien jaar tijd is een van zijn drie fietsende dochters het slachtoffer van een aanrijding op diezelfde steenweg. De oudste, Marie (nu 23), werd in mei 2012 op weg naar school geraakt door een vrachtwagen. Een van haar vriendinnen met wie ze toen onderweg was, kwam onder de vrachtwagen terecht en overleed ter plaatse. Justine Vandemeulebroucke was amper 12 jaar. Vijf jaar later, in 2017 raakte ook Thea, op dat moment 17, betrokken bij een ongeval. Een auto die van de parking afreed, kruiste het fietspad net op het moment dat Thea voorbijfietste. Het meisje kwam op de motorkap terecht en liep verschillende lichte verwondingen op.

Drie dochters langs diezelfde steenweg, zo’n steenweg waarvan er honderden zijn in Vlaanderen

“Drie dochters, op klaarlichte dag, langs diezelfde steenweg. De steenweg waar een van onze beste vrienden hun enige dochter verloren”, zucht hij. “Zo’n steenweg waarvan er honderden zijn in Vlaanderen, zo’n steenweg waarlangs elke dag duizenden kinderen naar school, naar de muziekles, naar de sportclub en naar vrienden fietsen. Het is absurd hoe normaal we het allemaal zijn gaan vinden dat kinderen op hun fiets aangereden worden op zo’n steenweg. Ik was eigenlijk ook kwaad op mezelf, ja. Toen Thea die opmerking vrijdagavond gaf, vond ik het zo erg van mezelf dat ikzelf daar niet had bij stilgestaan.”

Gelukszakken

Nog diezelfde vrijdagavond kroop Jan in zijn pen en schreef hij een pakkende open brief op zijn Facebookpagina. Die post ging viraal en werd zelfs gepubliceerd in De Morgen. Ook Thea en Marie deelden de open brief van hun papa via hun sociale media. “Ik zie daar een zekere erkenning in van hun kant, dat ze net als ik vinden dat dat niet normaal mag zijn”, zegt Jan. “Allebei waren ze heel close met Justine en wat er toen is gebeurd, heeft een diepe indruk nagelaten. Nog altijd zelfs. Maar wij zijn de gelukszakken, hé. De ouders van Justine zijn hun dochter kwijt, hun enige dochter.”

“Weet je waar ik het het moeilijkst mee heb? We praten alleen maar over verkeersveiligheid bij de dodelijke en echte zware ongevallen met fietsers. We praten er alleen maar over als het écht misloopt. Maar elke dag, overal doen er zich zoveel onnodig gevaarlijke situaties voor. Daar zie ik twee oorzaken voor: enerzijds het beleid en onze infrastructuur. Hoe je het draait of keert, die is nog veel te weinig gericht op het zo veilig mogelijk maken voor fietsers en andere zwakke weggebruikers.”

Meer dan de vinger op de wonde leggen, doe ik eigenlijk niet. Maar ik voel te weinig urgentie bij het beleid

“En anderzijds de algemene mentaliteit. Zovele bestuurders beseffen niet welke verantwoordelijkheid ze dragen achter het stuur van hun wagen. Hier kan ik wel nog inhalen of net iets sneller rijden of ik moet maar twee seconden binnenspringen bij de apotheker, mijn auto kan blijven draaien op het fietspad. Het is dié houding die me stoort. Dat mogen we niet aanvaarden. Dat wil ik niet aanvaarden. Veel mensen wimpelen hun eigen verantwoordelijkheid te makkelijk af en ontkennen dat ze zo’n gedrag vertonen. Dat besef is er volgens mij te weinig. Een ongeval kán gebeuren, hé. Het gebeurt allemaal heel snel. Maar we mogen het nooit normaal vinden. En naar mijn gevoel zitten we in onze maatschappij vandaag wel al even op dat punt.”

Flikkerende kerstboom

Je kind met de fiets de baan opsturen, vergelijkt Jan dan ook – net als dochter Thea ietwat cynisch – met Russische roulette. “We gooien onze kinderen met een fietslampje en een fluovestje – als een flikkerende kerstboom – de weg op, geven hen op school lessen over de dode hoek en zeggen voor ze vertrekken dat ze heel goed moeten opletten. Maar meer dan een vals gevoel van veiligheid geeft dat niet”, zegt hij. “We schuiven de verantwoordelijkheid door naar de meest kwetsbare weggebruikers. Let op, natuurlijk is dat allemaal nodig, maar het zou niet zó nodig mogen zijn. Soms heb ik het gevoel dat we de fluovestjes als een excuus gebruiken om niet meer ten gronde naar verkeersveiligheid te kijken.”

Het schrijven van zijn open brief mag dan wel voor wat opluchting hebben gezorgd, de boosheid is dagen later nog voelbaar. “Meer dan de vinger op de wonde leggen, doe ik eigenlijk niet. En ja, ik praat erover met familie, met vrienden. En ja, ik ben zelf bijzonder voorzichtig op de weg. Maar ik voel te weinig urgentie bij het beleid.”

Veel mensen wimpelen hun eigen verantwoordelijkheid te makkelijk af. Een ongeval kan gebeuren, maar we mogen het nooit normaal vinden

“Na het ongeval van Justine hebben we met tientallen buurtbewoners én haar ouders een brief geschreven aan de minister van Mobiliteit, toen Hilde Crevits (CD&V). Later volgden brieven naar haar opvolger Ben Weyts (N-VA) en in het voorjaar is huidig minister Lydia Peeters (Open VLD) op bezoek gekomen. Men schermt dan met quick wins, aanpassingen die snel kunnen gebeuren en voor aanzienlijke verbetering zorgen. Maar wat is de definitie van een quick win nu eigenlijk? Is dat binnen het jaar, binnen vier jaar of moeten we meer geduld hebben? Als je nu ziet dat het snel zoveel beter kan, waarom is het toén niet gebeurd? En als ik zie dat de lijst met zwarte punten niet korter, maar langer wordt, wat gebeurt er dan eigenlijk wel? Het is een zekere gelatenheid waar ik… Waar ik boos van word.”

Minister Lydia Peeters: “Ik wil ook handelen vóór er iets gebeurt”

Dat wegen- en infrastructuurwerken in Vlaanderen in functie van de autobestuurder – en dus te weinig voor de fietser – gebeuren, is volgens minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters (Open VLD) niet correct. “Als we kijken naar de investeringen onder minister Peeters dan zitten we in 2020 en 2021 al aan 650 miljoen voor comfortabele en veilige fietsinfrastructuur”, klinkt het. “Een recordinvestering. Ook in ons nieuw Vlaams verkeersveiligheidsplan staan de actieve weggebruikers als fietsers en voetgangers centraal. We streven ernaar om het aantal verkeersslachtoffers tegen 2025 met een kwart terug te brengen en voor 2030 met de helft. Tegen 2040 mogen er in Vlaanderen geen fiets- of voetgangersdoden meer vallen. De ultieme ambitie blijft een vision zero tegen 2050.”

Ook volgend jaar wordt er volgens minister Peeters fors geïnvesteerd in verkeersveiligheid: meer dan een half miljard, waarvan 300 miljoen voor fietsinfrastructuur. Maar, zo geeft minister Peeters aan, de reactieve aanpak waarbij gevaarlijke knelpunten waar ongevallen zijn gebeurd worden aangepakt, volstaat niet langer. “Ik wil ook meer inzetten op een pro-actieve aanpak. Zo kunnen we voorkomen dat sommige punten ooit op een knelpuntenlijst komen. Want dan is het weer te laat en zijn er eerst meerdere slachtoffers moeten vallen, voor we ingrijpen.” Lokale besturen konden in die optiek al mogelijke knelpunten op schoolroutes langs gewestwegen melden.

“Er moet inderdaad flink geïnvesteerd worden in de verkeersveiligheid, maar het is niet dat je met een miljoen euro een dodelijk slachtoffer terugbrengt”, aldus de minister nog. “Nabestaanden van slachtoffers hebben lak aan die cijfers. Voor hen komt dit allemaal te laat. Laten we nu proberen om voorsprong te nemen. Wanneer je ’s morgens de deur achter je dicht trekt, moet je ze ’s avonds terug kunnen openen. Iedereen moet veilig thuiskomen. Niemand verdient het om te sterven op de openbare weg.” (GV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier