De Lijnbaanstraat in Oostende wordt binnenkort een groene oase. Dat wil zeggen dat de vijftig huidige parkeerplaatsen er verdwijnen. En dat is niet naar de zin van de handelaars in het stadscentrum. Franklin Capitaine, uitbater van hoedenwinkel Jacqueloot, trekt aan de alarmbel. “Als je hier je auto niet kan parkeren, dan komen mensen niet meer naar de stad. Dan is het hier binnen tien jaar doodgebloed. Er staan nu al zaken leeg.”
Vorige week raakte bekend dat de Lijnbaanstraat, nu nog een grijze en grauwe plek in het centrum, binnenkort een groene oase wordt. Weg met de wagens dus die er nu geparkeerd staan. In de plaats komen bomen, planten en water. Nieuws dat niet naar de zin is van Franklin Capitaine, uitbater van hoedenwinkel Jacqueloot in de Witte Nonnenstraat.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
“Je moet hier eens kijken in de straat. In een straal van dertig meter staan er zeker vijf zaken leeg”, zucht hij. “En de laatste tijd worden dat er meer en meer. Wanneer ik spreek met de uitbaters die stoppen met hun zaak, zeggen zij mij allemaal hetzelfde: het komt door de parkeerproblematiek in Oostende. Wanneer mensen niet meer met hun wagen naar de stad kunnen komen, blijven ze weg. In de plaats komen er planten, bloembakken en grasvelden.”
“Nu gaat het stadsbestuur ook de Lijnbaanstraat volledig omvormen tot een park”, gaat hij verder. “Dat zijn weer vijftig parkeerplaatsen die verdwijnen. Volgens de schepen wordt deze parking niet veel gebruikt voor kortparkeren. Maar dat klopt niet: het staat hier elke dag vol. Weet je wie er gebruik maakt van die parking? De mensen die in het stadscentrum werken, de zelfstandigen. Waarom maken ze dan geen park van de parking aan het stadhuis? Juist, omdat die personeelsleden hun parkeerplek nodig hebben.”
Meer groen
Volgens Capitaine is het niet alleen een probleem van het stadscentrum. “Nee, het stoot met echt tegen de borst dat alle parking in de stad weg moet”, stelt Franklin. “Fietsen, allemaal goed en wel zolang dat gaat. Maar Oostende heeft een verouderde bevolking en die mensen nemen hun fiets niet meer, zodra het slecht weer is. Ook voor de restaurantuitbaters op de zeedijk is het een ramp. Ik maakte het vorig jaar zelf mee. We gingen eten in een restaurant op de dijk, maar het was aan het stormen vanjewelste. Nergens was er parkeerplaats in de nabije buurt te vinden. Aan de ene kant van de Koningsstraat kunnen er nochtans makkelijk honderd wagens staan, maar het mag niet. Ik heb mijn auto aan Petit Paris moeten zetten. Voor mij gaat dat nog, maar voor wie niet goed te been is…”
Als mensen niet vlakbij mijn zaak kunnen parkeren, zal ik dat zeker voelen. Bij mij wippen de klanten snel binnen en zijn ze meteen weer weg – Patrick Pauwels
Ook het argument dat mensen meer groen in de stad willen, weegt volgens Franklin niet op tegen het verlies van de parkeerplaatsen. “Meer groen? We hebben het Leopoldpark hier vlakbij. En het Bosje. Wie vraagt er meer groen? Dit is de stad hé, geen bos. Ik vind overigens dat we hier in het centrum niet mogen klagen over groen.”
Geen Don Quichote
In het nieuwe bestuursakkoord staat dat het stadscentrum op termijn autoluw moet worden. “Dat zal de dood van de stad zijn”, fulmineert Franklin. “Er zal geen middenstand meer zijn. Kijk maar naar een stad als Gent, waar het circulatieplan is ingevoerd. Gent is kapot. Wij zullen dezelfde toer opgaan. Kijk, zaken zoals koffiebars, die moeten het hebben van de passage. Voor hen zal dat geen probleem zijn. Maar voor een kleine zelfstandige is dat problematisch. Heb je nog niet gemerkt dat er in het centrum amper nog bakkers of slagers zijn? Er zijn nog twee bakkers in de Breidelstraat, waar mensen met hun auto kunnen rijden. De randparking aan het station? Allemaal goed en wel, maar als jij een kaasplank koopt in de stad en je moet die dragen tot aan het station…”
De uitbater benadrukt dat hij geen Don Quichote is. “Heel wat mensen in de buurt hebben dezelfde mening. Kijk eens naar buiten. Er wandelen hier enkel toeristen en schoolkinderen! En niet iedereen komt met de trein, hé. Nee, schrap parkeerplaatsen en je jaagt de mensen weg. Let op, ik ben ervan overtuigd dat de schepen voor Mobiliteit het beste voor heeft met de stad en de inwoners. Ik ben niet politiek geëngageerd, ik maak me gewoon grote zorgen over wat de toekomst zal brengen.”
Eenzelfde geluid horen we bij Patrick Pauwels van schoenen- en sleutelwinkel Mister Minit. “Ik zal het zeker voelen als alle parkeerplaatsen in de Lijnbaanstraat weg zijn. Mensen komen hier snel hun schoenen of sleutel binnen brengen en zijn dan weer weg. Een park zal mooi zijn, maar het zou een goed idee zijn mochten er nog een stuk of twintig plaatsen kunnen blijven voor kortparkeren.”
extraparking
Volgens bevoegd schepen Björn Anseeuw (N-VA) zal het allemaal geen zo’n vaart lopen. “Van de Zeeparking tot de Lijnbaanstraat is het welgeteld 167,5 meter wandelen”, zegt hij. “Daar zijn er meer dan 160 plaatsen, dat is voldoende voor kortparkeren. We hebben een uitgebreid onderzoek gedaan naar de vijftig parkeerplaatsen in de Lijnbaanstraat en blijkt dat drievierden van de wagens daar langer dan vier uur staan, ook op de drukste dagen.”
“Ik heb begrip voor het standpunt van de handelaars”, gaat Björn Anseeuw verder. “Maar je moet weten dat er dit jaar méér parkeerplekken zijn bijgekomen in het stadscentrum dan vorig jaar. De parking onder de Albert I-promenade bijvoorbeeld is nog maar recent geopend.”
Mobiliteitsplan
De schepen benadrukt ook dat de handelaars betrokken zullen worden bij de opmaak van het mobiliteitsplan en het autoluw maken van het centrum. “We zullen spreken met iedereen die er leeft en werkt, op een duidelijke en transparante manier. Mensen moet daar echt niet mee inzitten. We willen dat het mobiliteitsplan door zoveel mogelijk mensen gedragen wordt en zullen zo goed mogelijk samenwerken”, besluit Anseeuw.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier