Fietszone in Kortrijk geen garantie voor propere lucht

De Minister Tacklaan tijdens een doordeweekse avond: het is er altijd aanschuiven, waardoor er veel schadelijke stoffen vrijkomen en naar het centrum waaien. © KDS
Axel Vandenheede

Een betere luchtkwaliteit in Kortrijk: dat is een van dé thema’s van de verkiezingen. Veel partijen willen een fietszone in de binnenstad, SP.A wil die zelfs gecombineerd zien met een lage-emissiezone. Experten hebben daar hun bedenkingen bij. “Fietsstraten zijn goed, maar als er elke dag files op de invalswegen staan, heeft dat geen zin”, weten Filip Meysman en Johan De Mol.

Op zondag 16 september is het opnieuw autoloze zondag in Kortrijk en laat nu net de wagen fel ter discussie staan in Kortrijk: in veel verkiezingsprogramma’s staat te lezen dat de binnenstad autoluwer moet. Door een fietszone in te voeren of zelfs een lage-emissiezone (LEZ). Bij dat laatste mogen wagens die te veel schadelijke stoffen uitstoten het centrum niet meer in. SP.a en Groen willen een combinatie van een lage-emissiezone en fietsstraten in het centrum. “We houden zo vervuilende voertuigen weg én je zal veel veiliger kunnen fietsen”, aldus Philippe De Coene. Groen is dezelfde mening toegedaan. David Wemel: “De vele camera’s die in Kortrijk hangen, kunnen gebruikt worden voor de handhaving van de LEZ.”

Openbaar vervoer

Voor Team Burgemeester is een LEZ niet noodzakelijk. “We gaan voor een fietszone van 74 straten. Uit onze bevraging blijkt dat drie op de vier Kortrijkzanen dat willen”, aldus Vincent Van Quickenborne. “Als er een lage-emissiezone komt, moeten we wel een oplossing vinden voor inwoners met een vervuilende wagen die moeilijk te been zijn en zich geen nieuwe auto kunnen permitteren.” Philippe De Coene: “We willen die LEZ geleidelijk invoeren, met sociale correcties.” Jouwe Vanhoutteghem van PVDA hamert op dat sociale aspect. “We zijn geen voorstander van een LEZ, maar mocht er eentje komen, dan moeten kwetsbare mensen een goedkoop abonnement van De Lijn of taxicheques kunnen krijgen.”

“In het centrum moet zowel de voetganger, de fietser, het openbaar vervoer als de wagen een plek hebben” – Hannelore Vanhoenacker

PVDA en CD&V 4.0 zien liever het STOP-principe toegepast. Stappen, Trappen, Openbaar vervoer en dan pas (het gebruik van de) Personenwegen. “Het openbaar vervoer wordt door te veel partijen vergeten, onterecht“, aldus Jouwe. Hannelore Vanhoenacker: “In het centrum moet zowel de voetganger, de fietser, het openbaar vervoer als de wagen een plek hebben. In die volgorde. Bepaalde verkeersassen kunnen ook eenrichtingsverkeer worden, waardoor je bredere voetpaden en afgescheiden fietspaden kan aanleggen.”

Economisch haalbaar?

Voor N-VA en Vlaams Belang draait de discussie over propere lucht ook niet om de invoering van een LEZ of fietszone. Wouter Vermeersch (Vlaams Belang): “Voor ons is het belangrijk om de fietsinfrastructuur in lijn te brengen met de verhoogde fietsdruk. Een autoluwe binnenstad zien we dan niet zitten: automobilisten lijken in Kortrijk wel de nieuwe rokers te zijn en worden zo veel mogelijk geweerd.”

Axel Ronse (N-VA): “We moeten nog meer mensen op de fiets krijgen en het doorgaand verkeer verminderen. Het is wel zo dat we er ook voor moeten zorgen dat het het centrum goed bereikbaar blijft. Niet iedereen is goed te been en in de binnenstad zijn veel handelaars gevestigd.”

Kortrijk Vooruit, tot slot, is het meest kritisch. “Een lage-emissiezone is een straf voor mensen die zich geen nieuwe auto kunnen veroorloven”, aldus Dirk Dupont. “Wat een fietszone betreft: we pleiten voor een onafhankelijke studie hierover over de economische haalbaarheid ervan. Ons lijkt het best om te werken naar een autoluwe stad waarin fiets én auto een plek hebben.”

Circulatieplan

De meningen zijn dus sterk verdeeld bij de politieke partijen. Bij experten is er meer eensgezindheid. “Bij een lage-emissiezone wil je de emissies van voertuigen in een bepaalde zone doen dalen”, stelt Filip Meysman, onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen. “In Kortrijk moet men zich afvragen waar de problemen zijn: in de binnenstad of op de drukke invalswegen? Is dat het geval op die drukke wegen en je voert een LEZ in de binnenstad in, dan zal je weinig vooruitgang boeken. Want vervuilde lucht waait het centrum in.”

“Een lage-emissiezone is voor bepaalde eigenaars van een wagen een strafmaatregel”, reageert Johan De Mol, verbonden aan de Universiteit Gent. “Bovendien is er nog de controle van een LEZ: je hebt ANPR-camera’s en een grote administratie nodig. Zelfs dan worden er nog veel fouten gemaakt. Tot slot zijn er nog de buitenlanders. Je vraagt niet zomaar de gegevens van de nummerplaten op in andere landen.”

Beide experten zijn meer te vinden voor een fietszone. Johan De Mol: “Een fietszone invoeren is een deel van een strak circulatieplan. Fietsstraten remmen het verkeer af en zullen ervoor zorgen dat er minder wagens zullen passeren. Maar die auto’s moeten wel ergens naartoe. Dus heb je alternatieve routes en bij uitbreiding een circulatieplan nodig.”

Filip Meysman: “Een fietszone zal de uitstoot van emissies doen dalen en de fietser zal veiliger kunnen rondrijden. Alleen is er aan zo’n fietsstraat ook een negatieve kant: wagens moeten daar afwisselend remmen en gas nemen, zodat ze meer schadelijke stoffen produceren dan bij een constante snelheid.”

Centrumparkings

Zowel Meysman als De Mol pleit met andere woorden voor een integrale mobiliteitsaanpak. “Enkel inzetten op fietsen en het autoverkeer ongemoeid laten, dat is een recept voor problemen”, aldus nog Filip Meysman. “Je moet als stad of gemeente een integraal plan opmaken voor de hele stad.” Johan De Mol: “Wat doe je bijvoorbeeld met de parkeergarages in het centrum van de stad. Ik denk aan die van de K of aan de Schouwburg. Zo lang die er zijn, moeten ze toegankelijk zijn. Ook De Lijn moet gehoord worden, want er rijden wellicht een aantal oudere bussen rond in Kortrijk.”

Fietsbond: “Niet enkel focus op centrum”

De Fietsersbond Kortrijk ziet een fietszone in de binnenstad natuurlijk zitten. “Een fietszone is natuurlijk heel positief, want zo krijgt de fiets een duidelijke plaats in het centrum”, zegt Dries Gellynck. “Maar we willen het breder zien. Op bepaalde drukke wegen, zoals de Minister Tacklaan, zouden we graag gescheiden fietspaden zien in functie van verkeersveiligheid. Daar is gemengd verkeer geen goed idee.

“Een tweede aandachtspunt zijn de deelgemeenten. Ik denk aan de centra van Marke of Heule. Daar fietsen er ook veel mensen en die moeten dat ook veilig kunnen doen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier