Provincie stelt ‘Masterplan Fiets in de Westhoek’ voor: nog 100 miljoen nodig voor fietsveilige Westhoek

Gedeputeerde van Mobiliteit Jurgen Vanlerberghe (vooraan in het midden) gaf uitleg over het ‘Masterplan Fiets in de Westhoek'.© RVL
Gedeputeerde van Mobiliteit Jurgen Vanlerberghe (vooraan in het midden) gaf uitleg over het ‘Masterplan Fiets in de Westhoek'.© RVL
Andres Hollebeke
Andres Hollebeke Medewerker KW

De Provincie West-Vlaanderen stelde in De Sceure in Oostvleteren het ‘Masterplan Fiets in de Westhoek’ voor. Het plan heeft betrekking op de gemeenten uit de vervoerregio Westhoek, Koksijde en Nieuwpoort. Er zijn nog 200 kilometer fietspaden of 100 miljoen euro nodig voor een fietsveilige Westhoek. Een doortrekking van de A19 Ieper-Veurne zou evenveel kosten.

“Het Masterplan kwam tot stand met de gemeenten en het departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid en wil het netwerk voor functionele fietsverplaatsingen vervolledigen en actualiseren. Verder gaat het plan in op enkele typische uitdagingen voor de Westhoek, zoals de verzoening van fietsers en landbouwverkeer op de vele landelijke wegen of de continuïteit van fietsverbindingen richting Frankrijk of Wallonië (Komen/Waasten)”, zegt gedeputeerde van Mobiliteit Jurgen Vanlerberghe (Vooruit).

Auto-afhankelijkheid terugdringen

“Het studiegebied omvat de 15 gemeenten van de vervoerregio Westhoek, en Koksijde en Nieuwpoort uit de vervoerregio Oostende. De Westhoek kent weinig structurele files en acute verkeersproblemen, waardoor de concurrentiepositie van de auto er sterk is.”

“Dat maakt de ambitie uitdagender om ook hier de auto-afhankelijkheid terug te dringen. Bovendien heeft de Westhoek een zwak uitgebouwd openbaar vervoersnetwerk, dus is de fiets een belangrijke schakel voor korte afstanden.”

Nieuwe fietsverbindingen tussen kleinere dorpen

“Het masterplan voorziet hiervoor nieuwe functionele fietsverbindingen tussen de kleinere dorpen. Een derde van de trajecten bevindt zich langs gewestwegen, twee derde langs gemeentewegen. Het Fietsfonds, 50 procent gefinancierd door de provincie en 50 procent door de Vlaamse overheid, staat daarbij in voor de volledige kostprijs van de aanleg van fietspaden langs de geselecteerde gemeentewegen.”

Het landelijk karakter maakt de streek zeer aantrekkelijk voor recreatieve fietsers

“Het masterplan stelt ook enkele aanpassingen voor aan de 150 kilometer fietssnelwegen in de Westhoek. Zo plant het agentschap Wegen en Verkeer (AWV) de komende jaren een grondige verbetering van deze fietsinfrastructuur langs delen van de N308 Ieper-Poperinge en de N8 Ieper-Veurne.”, zegt Adel Lannau van het studiebureau Arcadis.

“Het oorspronkelijke plan is 15 jaar oud. Maar nu wordt veel meer gefietst, en over langere afstanden dan toen. Belangrijkste bedoeling van een dergelijk plan is het netwerk van bovenlokale functionele fietsverbindingen actualiseren.”

Ook grote bedrijventerreinen op fietsroutenetwerk aansluiten

“De Westhoek is naar Vlaamse normen een dunbevolkte, landelijke streek met relatief kleine, afgebakende kernen zonder centrumstad, grootschalige attractiepolen (op Plopsaland na) of nieuwe, grote ruimtelijke ontwikkelingen. In het regionaal mobiliteitsplan dat in opmaak is, wordt ook de ambitie geuit om (grote) bedrijventerreinen op het functionele fietsroutenetwerk aan te sluiten.”

De verzoening tussen het groeiend aantal fietsers en steeds groter wordende landbouwvoertuigen op dezelfde landelijke wegen is een bekommernis

“Het landelijk karakter, samen met de landschappelijke variëteit van de kust over de polders tot de West-Vlaamse heuvels, maakt de streek zeer aantrekkelijk voor recreatieve fietsers. Ook functionele fietsers genieten van die beleving, het onderscheid tussen de beide soorten fietsers is verre van absoluut.”

“Daarbij is de verzoening tussen het groeiend aantal fietsers, die bovendien vaak sneller rijden (elektrisch!), en de steeds groter wordende landbouwvoertuigen op dezelfde landelijke wegen een bekommernis”, zegt gedeputeerde Vanlerberghe.

Grens bemoeilijkt realisatie

De grens met Frankrijk (en met de Waalse enclave Komen-Waasten) is een kenmerkende factor. Voor fietsers is de nabijheid van Frans-Vlaanderen in de eerste plaats een recreatieve troef, functioneel zijn de grensoverschrijdende fietsrelaties veeleer anekdotisch, hetgeen niet betekent dat er geen groeipotentieel is. De vergelijkbare landschappelijke en ruimtelijke kenmerken scheppen gelijkaardige problemen en kansen op het vlak van mobiliteit, maar de grens bemoeilijkt de realisatie van doorgaande netwerken.

“Er zijn nog 200 kilometer fietspaden nodig voor een fietsveilige Westhoek. Nu worden er dus 50 kilometer aan toegevoegd. Je mag rekenen dat een kilometer fietspad zowat 500.000 euro kost. Er is dus nog 100 miljoen euro nodig, of evenveel als voor een doortrekking van de A19 van Ieper naar Veurne, als je eens wil vergelijken. Aan het huidig tempo zijn we nog goed voor zo’n 40 jaar. Het is nu aan de gemeenten om de nodige subsidies aan te vragen, ondermeer voor de onteigeningen”, besluit Jurgen Vanlerberghe.

De volledige studie is terug te vinden via www.west-vlaanderen./mobiliteit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier