Torhoutse kerk werd vernield op de dag van de bevrijding

De Sint-Pieterskerk in puin op de dag van de bevrijding van Torhout op 16 oktober 1918. Lokale kunstschatten gingen helaas verloren. © Repro JS
Johan Sabbe

De bevrijding van Torhout op 16 oktober 1918 was voor de Duitsers een zware klap. Ze verloren er de controle op de belangrijke spoorlijn naar Oostende door en zagen zich door de val van Torhout gedwongen om de Vlaamse kust op te geven. “Uit frustratie en wraak, en tegelijkertijd om uitkijkposten met een grote hoogte te elimineren, bliezen de Duitsers op de dag van de bevrijding nog de toren van de Sint-Pieterskerk op”, zeggen de Torhoutenaren Hendrik Vandeginste en Kurt Persyn, beiden sterk actief in de geschied- en heemkundige kring Het Houtland.

Hendrik is voorzitter van de genoemde vereniging en tegelijk lid van de werkgroep Wereldoorlogen van de kring, waarvan Kurt de coördinator is. De andere leden van de werkgroep zijn Nick Braeckevelt en Romain Verstringe. Ook Gerard Lamsens, recent overleden, had er een groot aandeel in.

Grafkruis van Aloïs

Hét verhaal van de Torhoutse bevrijding was het in extremis dynamiteren van de toren van de Sint-Pieterskerk door de Duitsers”, aldus Hendrik. “Maar ook speciaal – en tragisch – was het sneuvelen van Aloïs Sap op 5 oktober 1918 in Zarren. Hij heeft dus helaas het einde van de oorlog niet gehaald. Aloïs werd op 18 augustus 1884 in Gits geboren en was soldaat bij het derde Linieregiment. Hij is maar 34 geworden. Het bijzondere is dat hij de enige gesneuvelde militair uit de Eerste Wereldoorlog is die op de oude begraafplaats aan de Bruggestraat in Torhout begraven ligt. Zijn eenvoudige grafkruis bevindt zich niet ver van de hoofddreef van dat kerkhof. Er hangt ook een foto van hem in soldatenuniform.”

Geamputeerd been

Hoe zwaar het verlies van Aloïs voor zijn familie ook was, de vernieling van de Sint-Pieterskerk op het einde van de oorlog had uiteraard veel meer impact op de lokale leefgemeenschap. “De eerste week van oktober 1918 voelden de Duitsers de bui al hangen en beseften dat ze de oorlog aan het verliezen waren”, vervolgt Hendrik. “Op 10 oktober verliet de Duitse kommandantur na vier jaar bezetting het Torhoutse stadhuis, dat overigens onbeschadigd zou blijven. Door dat plotse vertrek voelde de bevolking uiteraard aan dat de bevrijding nakend was, al bleef de angst regeren. Op 14 oktober rukten de Belgische troepen naar Torhout op en bereidden zich voor op een heftige strijd om het Duitse bolwerk klein te krijgen. Er zou nog een paar dagen stevig gevochten worden.”

Bij het graf van de gesneuvelde soldaat Aloïs Sap op de oude Torhoutse begraafplaats : Hendrik Vandeginste (links) en Kurt Persyn.
Bij het graf van de gesneuvelde soldaat Aloïs Sap op de oude Torhoutse begraafplaats : Hendrik Vandeginste (links) en Kurt Persyn.© Foto JS

“In de ochtend van 14 oktober kwam boven Torhout een einde aan de militaire loopbaan van de bekende Belgische gevechtspiloot Willy Coppens”, pikt Kurt Persyn in. “De 26-jarige vliegenier had al meer dan dertig observatie- en artilleriebegeleidingsballonnen van de Duitsers neergehaald, maar bij zijn 37ste luchtactie werd hij door een kogel getroffen in het linkerbeen. Hij kon uiteindelijk nog landen achter de eigen linies, maar zijn been diende geamputeerd te worden. Hij bleef niettemin in leven en hoe! Hij stierf pas in 1986 op 94-jarige leeftijd. In 1919 werd hij in de adelstand verheven en kreeg de titel van ridder. Hij had toen al tal van decoraties. In 1960 werd hij nog baron.”

Mogelijke uitkijkposten

“De Sint-Pieterskerk, die het ook in de Tweede Wereldoorlog zwaar te verduren zou krijgen, had op 14 oktober 1918 al relatief beperkte schade opgelopen, toen de geallieerde luchtmacht Torhout bestookte om de Duitsers het leven zuur te maken”, vertelt Hendrik. “Die dag werd er grote schade aangericht aan de Sint-Aloysiusschool in de Beerstraat en gebouwen op de Burg. Op 15 oktober werden door zes Engelse vliegtuigen met zware boordmitrailleurs honderden Duitse soldaten gedood langs de weg van Wijnendale naar Beerst.”

“Vanuit het bos van Wijnendale zette het Belgische leger in de ochtend van 16 oktober het eindoffensief voor de bevrijding van Torhout in en werd er zwaar gevochten. Een Brugse sergeant beschreef in zijn oorlogsdagboek de strijd nabij Wijnendale als het ergste wat hij tijdens de hele oorlog had meegemaakt. Enkele uren later was Torhout bevrijd, maar die 16 oktober om 1.30 uur in de vroege morgen stortte de ondermijnde kerktoren met een gigantisch lawaai in. Zo gingen lokale kunstschatten verloren. De Duitsers bliezen net vóór hun aftocht ook nog andere hoge gebouwen op, mogelijke uitkijkposten zoals het hotel De Vier Muizen aan het station en de molens d’Aussy en Vanthournout.”

DE FEITEN:

– Op 14 oktober 1918 vorderen de Belgische troepen vlot en nemen vrij gemakkelijk Handzame en Kortemark in. De opmars gaat voort richting Torhout, een stevig Duits bolwerk. De artillerie start met de eerste beschietingen voor een aanval op de stad.

– Op 16 oktober 1918 wordt in de vroege morgen vanuit Wijnendale de bevrijding van Torhout ingezet. Belgische soldaten komen vanuit Wijnendalebos te voorschijn om de overgebleven Duitsers te verjagen. De zogenoemde Slag van Wijnendale is bijzonder heftig en bloedig.

– In de loop van 16 oktober 1918 wordt Torhout effectief bevrijd. De Duitsers blazen wel nog de toren van de Sint-Pieterskerk op.