Zusters kunnen onderhoud van het Brugse Begijnhof niet meer aan

© Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

De zes resterende Benedictinessen kunnen het onderhoud van het Begijnhof in Brugge niet meer bolwerken en hebben de hulp van de stad ingeroepen.

Sedert 1927 herbergt het Brugse Begijnhof een kloostergemeenschap van Benedictinessen. Want de begijnen, die de door Margareta van Constantinopel in 1244 gestichte site eeuwenlang bewoonden, waren op dat moment uitgestorven. De vzw De Wijngaard heeft sindsdien het Begijnhof in erfpacht en staat in voor het onderhoud.

De voorbije jaren is het aantal benedictinessen fiks gedaald en de resterende zes zusters hebben al een hoge leeftijd. Ze kunnen niet meer zelf voorzien in het onderhoud van de begijnenhuisjes en de moestuin. Daarom heeft de vzw De Wijngaard de stad gevraagd om de huur van de huisjes op zich te nemen. Op zich verandert er weinig, want de voorbije decennia heeft de stad het complex in fasen gerestaureerd en hersteld. Met de financiële steun van Erfgoed Vlaanderen, want de site is als Unesco Werelderfgoed beschermd.

De benedicinessen blijven in het Begijnhof wonen, maar vier van hen staan al op een wachtlijst van een woonzorgcentrum. Schepen voor Openbaar Domein en Financiën Mercedes Van Volcem zou graag de moestuin in de toekomst publiek openstellen én hoopt dat op termijn een nieuwe religieuze gemeenschap de plaats van de benedictinessen kan overnemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier