Zusters Agnes Recour en Marie-Louise Guillemyn blijven in klooster: De laatste Hollebeekse nonnetjes

Zuster Marie-Louise en medezuster Agnes: “Dit is de eerste foto van ons samen.” (foto EG)
Erwin Gabriëls
Erwin Gabriëls Medewerker KW

Het klooster in de Neerwaastenstraat in Hollebeke telt nog twee zusters die behoren tot de congregatie Zusters van Liefde in Heule. Begin december vorig jaar overleed zuster Madeleine Willems op 95-jarige leeftijd.

“Aangezien we maar met twee zusters overblijven, vroeg zuster Riet, overste van de congregatie: ‘Hoe zien jullie het verder?’. Ons antwoord: “Het is ons verlangen in Hollebeke te mogen blijven.” Na overleg met het bestuur kwam het antwoord dat wij als kleine, maar vurige kern in Hollebeke mogen blijven, dat meerdere motieven deze beslissing staven: de betrokkenheid in het dorp, de kerk en de parochie; de eenvoudige en gastvrije aanwezigheid daar en de beschikbaarheid voor duizend en één dingen. Wat de toekomst brengt, weten we niet. Onze wens is dat we nog enkele jaren hier gelukkig mogen zijn”, zeggen de kloosterzusters.

Alles loslaten

“Ik groeide op in een landbouwgezin in Roesbrugge en ben de tweede van acht kinderen”, vertelt zuster Agnes (85). “In Roesbrugge volgde ik de basisschool. Na mijn plechtige communie was ik intern in het pensionaat van Nieuwkerke. Op 14-jarige leeftijd moest ik stoppen met de school en thuis meehelpen. Ik mocht mij wel engageren in de BJB, de landelijke jeugdbeweging, eerst als lid en het laatste jaar als leidster. Maar in 1958 heb ik alles losgelaten. Ik koos voor een ander leven dat begon met mijn intrede in het klooster bij de Zusters van Liefde in Heule. Na het postulaat en noviciaat werd ik geprofest op 20 april 1960. Ik studeerde voor onderwijzeres in de normaalschool Sint-Andreas in Brugge na eerst een examen te hebben afgelegd bij de centrale examencommissie. In augustus 1965 kreeg ik mijn benoeming in Hollebeke. Mijn eerste jaar had ik de eerste vier leerjaren, 31 leerlingen. Het jaar daarna kon die klas gesplitst worden. In 1993 ging ik met pensioen na 28 jaar dienst als onderwijzeres-directrice. Dat betekende geen rustperiode, want door het kieskapittel in Heule in het beleid van de congregatie werd ik verkozen in het bestuur van de congregatie en kreeg als opdracht de 27 scholen van Heule op te volgen door vertegenwoordiging in die schoolbesturen, vergaderingen bijwonen en schoolbezoeken doen. Twee jaar geleden ben ik ermee gestopt.”

Ik hoop mij nog jaren te kunnen inzetten voor mijn medemensen

Niet te veel klagen

Medezuster Marie-Louise Guillemyn (89) werd geboren in Moorslede. “Thuis waren we met 8 kinderen. Vader teelde tabak en was vlasbewerker en moeder was huisvrouw”, vertelt zuster Marie-Louise. “Toen ik 21 jaar was, trad ik in bij de Zusters van Liefde in Heule. Dat was, net als bij mijn medezuster, antwoorden op een roepstem, of noem het een engagement dat je aangaat. Ik ging naar de verpleegsterschool Maria Rustoord Roeselare. Nadien was ik tot mijn 64 jaar thuisverpleegster bij het Wit-Gele Kruis. Ik ben de thuiswacht in het klooster en zorg ervoor dat niemand hier tevergeefs aanklopt. Hier kan trouwens ook de sleutel van het ontmoetingscentrum afgehaald worden. Ik ben dankbaar voor de vele mensen die ik mocht en nog mag ontmoeten. Ik ben tevreden met kleine dingen en hoop mij nog jaren te kunnen inzetten voor mijn medemensen. Mij hoor je niet klagen. De ‘aai’s’ en de ‘oei’s’ mogen pas op je 80ste beginnen.”

Veranderde tijden

“In veel dorpen zijn de kloostergemeenschappen verdwenen. Sommigen zien een kloosterleven als niet meer van deze tijd. De mentaliteit is veranderd”, zegt zuster Agnes. “Toch merk je dat de mensen nog vatbaar zijn voor het goede in het leven. Je ziet dat mensen zich inzetten voor ‘De Warmste Week’ of ‘Kom op tegen Kanker’ en nog zoveel andere zaken. Waar ik het moeilijk mee heb, is het feit dat sommigen geen oplossing meer willen zoeken als ze het leven niet meer zien zitten of dat kinderen zelfs de eenvoudigste gebeden niet meer kennen. ‘Een religieuze gaat nooit met pensioen, las ik eens’. Waar ik me vroeger voorgesteld had, dat je eens met pensioen tot rust komt, vrede kent en een soort voltooiing en vervulling meemaakt, weet ik nu dat dit helemaal niet waar is. Er is zoveel te doen in de parochie, allerhande voorbereidingen, naast het ten dienste staan in de eigen zustergemeenschap. Wij hopen hier nog lang te blijven wonen in die kleine warme gemeenschap, waar men veel liefde, genegenheid en vriendschap ervaart.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier