Zultenaar Wim De Craemer wil het beeld dat men van roofvogels en valkeniers heeft bijsturen

Roodstaartbuizerd Lyna (3) is de eerste vogel die Wim kocht. Na de geboorte blijven de vogels de eerste drie maanden nog bij de ouders maar sindsdien leeft hij bij Wim. Lyna is ook de enige vogel waar Wim mee jaagt. Ze kan 20 jaar worden. © MVW
Redactie KW

Wim De Craemer (39) heeft een bijzondere hobby. Hij is valkenier en houdt drie roofvogels thuis. Een buizerd, een valk en een uil. Alle drie hebben ze hun buitenverblijf in de tuin.

Zultenaar Wim De Craemer is al van kinds af met natuur en dieren bezig. “Als kind was ik al lid van de jeugdbeweging De Kleine Torenvalk in Tielt. Dit is vergelijkbaar met KSA of Chiro maar met activiteiten die veel meer focussen op bos, natuur, dieren en zoals de naam al zegt roofvogels.

“Het is belangrijk dat mensen weten dat roofvogels geen huisdieren zijn”

Plaats, tijd en geld

“Zowat vier jaar geleden zijn mijn vrouw en ik ons beginnen te informeren of het mogelijk was om zelf zo een vogel te houden”, vertelt Wim verder. “Er komt namelijk heel wat bij kijken. De wetgeving is heel streng en specifiek, er kruipt natuurlijk tijd in en ook op financieel vlak is de opstartkost vrij groot. Het heeft wel drie jaar geduurd voor we onze eerste vogel, de roodstaartbuizerd Lyna, gekocht hebben. We moesten uiteraard eerst zeker zijn dat we plaats, tijd en geld genoeg hadden. Het gaat immers over meer dan alleen een kooitje kopen. In de tuin moet een groot buitenverblijf komen, je hebt allerhande trainings- en verzorgingsmaterieel zoals handschoenen, kapjes, touwen, zitstokken, voeding,… nodig.”

Deze Europese torenvalk (1) is er het laatst bijgekomen. Hij heeft nog geen naam en we jagen ook niet mee. Traditioneel krijgt een roofvogel een naam wanneer hij zijn eerste prooi vangt, maar daar houden we ons niet echt aan. De torenvalk zie je nog veel in wild, zeker op de middenbermen van wegen waar veel muizen zitten.
Deze Europese torenvalk (1) is er het laatst bijgekomen. Hij heeft nog geen naam en we jagen ook niet mee. Traditioneel krijgt een roofvogel een naam wanneer hij zijn eerste prooi vangt, maar daar houden we ons niet echt aan. De torenvalk zie je nog veel in wild, zeker op de middenbermen van wegen waar veel muizen zitten.© MVW

“Daarnaast vonden we het belangrijk om met voldoende kennis van zaken van start te gaan. Daarvoor heeft mijn vrouw een opleiding van twee jaar bij Syntra Midden-Vlaanderen gevolgd. Zij mag zich nu gediplomeerd valkenier noemen. Ik heb die lessen ook grotendeels mee gevolgd maar geen examen afgelegd. Het eerste jaar van die opleiding is hoofdzakelijk theorie. Geschiedenis van de valkerij, huisvesting, gezondheid en ziektebeelden, soortenkennis en trainingstechnieken van de dieren, zijn maar enkele thema’s die aan bod komen.”

Roofvogelclub

Wim heeft zich ook aangesloten bij De West-Vlaamse Roofvogelclub uit Izegem, waar hij door middel van een mentor nog meer kennis en ervaring kon opdoen. Intussen is het oude bestuur van die club gestopt en heeft Wim, samen met Michaël Vandorpe en Nicolas Rigolle, zich geëngageerd om de bestuurstaken over te nemen. Sindsdien heeft de club ook een valkerijbeurs in Kachtem, bij Izegem georganiseerd.

“De looppiste rond het voetbalplein wordt geregeld door valkeniers bejaagd”

“Dit jaar hebben we voor de tweede keer die beurs georganiseerd”, gaat Wim verder. “In eerste instantie kwam die er omdat het vrij moeilijk is om aan materiaal te geraken, je vindt dat niet zomaar in de winkel. Valkeniers uit de streek moesten naar Limburg, Nederland of alles online kopen. Dergelijke producten zie je toch liefst eerst eens vooraleer je ze koopt. Op onze eerste beurs gaven we exposanten de kans om uiteenlopende waren aan te bieden. Dit gaat van handschoenen van uiteenlopende prijs en kwaliteit tot hoogtechnologische zendertjes, camera’s en drones. Met de tweede editie zijn we op een breder publiek gaan mikken en doen we ook educatieve demonstraties met de vogels. Het zijn geen roofvogelshows, we geven bijna elke vogel die aanwezig is de kans om te vliegen en tijdens de vlucht geven we dan informatie over het ras, de bouw, het eetpatroon van het dier. Het welzijn van de vogel staat voorop. Er is ook een dierenarts aanwezig en we hebben al mensen geweigerd van wie de roofvogel niet 100 procent in orde was.”

Wetgeving

In september werd de wetgeving rond het houden van roofvogels sterk aangepast. “Ik heb me wat verdiept in die wetgeving en de meeste zaken zijn wel oké. Zo mocht je tot dan nog roofvogels in huis houden en moest je geen opleiding genoten hebben. Het is goed dat dit nu aangepast is. Toch heb ik het gevoel dat er een negatief beeld rond de valkerij is. Campagnes van natuurverenigingen met als slogan ‘een roofvogel is geen showdier’, daarmee ga ik zeker akkoord, maar we merken dat er nog heel wat onwetendheid is rond het houden van roofvogels in gevangenschap. Jammer dat valkerijverenigingen minder in de besluitvorming betrokken worden waardoor de dierenwelzijnsorganisaties op die manier meer op de wetgeving doorwegen dan de valkerijverenigingen.”

Veel zorg

“Wij vliegen bijna dagelijks met onze vogels. Reken toch maar een uur per dag dat we met onze hobby bezig zijn”, telt Wim na. “Elke vogel wordt ook dagelijks gewogen om eventuele gezondheidsproblemen op te sporen. We voederen hoofdzakelijk met prooidieren die we zelf kweken. Een roofvogel eet uitsluitend rauw vlees maar levend voedsel mag niet. Dus moeten we onze muizen nog zelf slachten. We proberen ook te variëren door af en toe eens een kuikentje of een kwartel te geven.”

Scholen

“In de Vrije Bassischool van Zulte zijn we al een aantal keer op vraag van de school zelf geweest. Dan nemen we onze drie vogels mee en geven uitleg, aangepast aan waarmee de kinderen op dat moment in de klas bezig zijn. We willen vooral meegeven dat roofvogels geen huisdieren zijn. Tegelijkertijd hopen we om het negatieve beeld over roofdieren wat af te zwakken. Ik noem dat de ‘disneygeneratie’. Op tv zien kinderen dat een konijn en een vos vriendjes zijn maar in de natuur komen die niet zo goed overeen.”

Kerkuil Nina (2) gebruikt Wim vooral voor zijn educatieve acties op de scholen. De kerkuil is iets kleiner en ziet er best wel schattig uit. Voor kleuters lukt dit beter dan een imponerende buizerd. Nina kan zo'n 10 tot 15 jaar oud worden.
Kerkuil Nina (2) gebruikt Wim vooral voor zijn educatieve acties op de scholen. De kerkuil is iets kleiner en ziet er best wel schattig uit. Voor kleuters lukt dit beter dan een imponerende buizerd. Nina kan zo’n 10 tot 15 jaar oud worden.© MVW

“Ook de jacht heeft in België een slechte naam. Op plaatsen waar men met een konijnenplaag of dergelijke zit, doet men nog steeds een beroep op jagers. Op sommige plaatsen zijn geweren echter niet mogelijk en dan doet men een beroep op valkeniers. Zo waren we eens in een instelling voor mensen met een beperking in Dadizele. Die ligt pal in het centrum van de gemeente en had een moestuintje waar de konijnen veel schade hadden toegebracht. Door de ligging van die tuin waren geweerjagers te gevaarlijk dus lieten we onze buizerd er op jagen. De looppiste rond het voetbalplein van SV Zulte Waregem wordt trouwens ook geregeld door valkeniers bejaagd.”

“Voor de toekomst hopen we dat we de beeldvorming rond roofvogels wat kunnen keren, de valkerij is zelfs Unesco Werelderfgoed“, besluit Wim.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier