Zuid-West-Vlaanderen doet contacttracing zelf: “Liever telefoon te veel dan één te weinig”

In eerste instantie zullen de telefoontjes gepleegd worden door artsen, later kunnen dat medewerkers van de stad zijn. (foto Belga) © belga
Annelies Nollet
Annelies Nollet medewerker KW Kortrijk-Menen

Vanaf vrijdag hopen 14 gemeenten in Zuid-West-Vlaanderen hun eigen systeem voor contactopsporing op te zetten. Dat opsporen van mensen die in contact kwamen met een met het coronavirus besmet persoon bestaat al op Vlaams niveau. Alleen faalt men daar jammerlijk. De burgemeesters uit onze regio kwamen al overeen om een regionaal callcenter op poten te zetten en gepensioneerde dokters in te schakelen om te bellen. Maar hoe gaat dat alles precies in zijn werk?

Virologen hadden het de politici aan het begin van de crisis al op het hart gedrukt: contactopsporing zou absoluut noodzakelijk zijn om een tweede golf van het coronavirus te voorkomen. Ondertussen staan we voor aan het begin van die bewuste tweede golf. Vlaanderen probeerde dapper een opsporingssysteem op poten te zetten, maar slaagt niet in om de aanpak te stroomlijnen. Eerst waren er te weinig speurders, dan weer te veel. Toen we onze bubbel mochten uitbreiden tot 15 personen, konden speurders maar tien mensen invoeren in hun systeem. De software deed moeilijk. En dan zijn er nog de verhalen van mensen die vijf keer opgebeld worden om hun contacten door te geven. Anderen smeken haast om gecontacteerd te worden, maar bij hen rinkelt de telefoon niet. De speurders in Brussel zelf opbellen kan (nog) niet. Redenen genoeg dus voor de lokale besturen om zelf in actie te schieten.

De Kortrijkse burgemeester Vincent van Quickenborne (Team Burgemeester) kon niet achterblijven. Hij ziet het nut van zo’n lokaal opsporingssysteem in, maar wil dat Kortrijk er niet alleen voor staat. Daarom trommelde hij de welzijnsintercommunale W13 op. Die overkoepelende organisatie verenigt Kortrijk, Kuurne, Harelbeke, Menen, Wevelgem, Wervik, Anzegem, Avelgem, Zwevegem, Spiere-Helkijn, Deerlijk, Lendelede, Wielsbeke en Waregem als het over welzijn gaat. “Zoals overal is er ook in Zuid-West-Vlaanderen, een regio met meer dan 300.000 inwoners, nood aan dagelijks correcte cijfers over het aantal besmettingen in de gemeente. Nu komen die cijfers te laat en zijn ze onvolledig”, klonk het dinsdag.

“Ook de contactopsporing gebeurt te traag: besmette personen worden soms een week na de positieve test gebeld of soms zelfs helemaal niet. Daardoor is het erg moeilijk om lokale besmettingshaarden te vinden en in te perken.” Concreet hopen de burgemeesters vanaf vandaag (vrijdag, red.) in samenwerking met ziekenhuizen AZ Groeninge en AZ Delta een regionaal callcenter op poten te zetten. Daar was bij het ter perse gaan van deze krant echter nog geen definitief groen licht voor. AZ Groeninge wil voor de telefoontjes gepensioneerde dokters inzetten. Zij moeten besmette personen contacteren en het aantal mogelijke besmettingen in kaart brengen. De informatie wordt uiteraard ook doorgespeeld aan het Agentschap Zorg & Gezondheid van de Vlaamse overheid.

Maar wat houdt dat nu precies in voor de 300.000 mensen die in een W13-gemeente wonen? Wij vroegen het aan de Kortrijkse schepen van Welzijn en voorzitter van W13, Philippe De Coene (SP.A). Hij keerde speciaal terug uit vakantie om het nieuwe traceersysteem te helpen opzetten.

foto TVK
foto TVK

Waarom moet dit op lokaal niveau gebeuren?

“Omdat elke dag die je verliest een dodelijke dag kan zijn. Wij kunnen zonder twijfel besmettingshaarden sneller, beter gecoördineerd en meer accuraat opsporen. Bovendien staan de negen huisartsen die zich ondertussen bereid toonden om mee te werken, veel dichter bij onze inwoners. Als iemand vertelt dat hij of zij in ‘t Straatje geweest is, dan weten ze in Brussel niet waar het over gaat. Onze mensen zullen dat wel weten.”

“Het brandt op dit moment in onze regio, veel gemeenten overschreden al de alarmdrempel in de afgelopen zeven dagen. (In Kortrijk is dit niet het geval, in Menen, Wevelgem en Wervik bijvoorbeeld wel, red.). Wachten is dus geen optie. Burgemeesters zullen binnen de 24 uur weten waar er brandhaarden zijn, in plaats van binnen vijf dagen zoals nu het geval is. Ze kunnen op die manier sneller ingrijpen.”

Wanneer word ik opgebeld?

“Je kan een telefoontje krijgen om twee redenen. Ofwel ben je zelf besmet en heeft je behandelende arts je gevraagd of onze speurders jou mochten contacteren. Ofwel kwam je in contact met iemand die positief testte op het virus en belt het centrum je op om je daarvan op de hoogte te brengen.”

Wat moet ik van dat gesprek verwachten?

“Onze contactspeurders gaan altijd eerst vragen hoe het met je gaat. Pas dan gaan ze peilen naar je contacten. Het is geen kruisverhoor, hé. We stellen de mensen op hun gemak. De speurder volgt wel een vast scenario. Zo kunnen we de resultaten van het gesprek achteraf gemakkelijk vergelijken. Sowieso willen we weten met wie je de voorbije dagen in contact geweest bent. Het gaat dan vooral over dichte contacten zoals familie en vrienden.”

“Een lijstje met je contacten bijhouden kan zeker geen kwaad” – Philippe De Coene, voorzitter W13

“We verwachten niet dat je onthoudt wie je twee weken geleden in de supermarkt kruiste. Ben je op vakantie geweest? Op welke locaties en evenementen ben je geweest? Dat soort vragen kan je verwachten. Onze contactspeurders zijn daar speciaal voor opgeleid. In eerste instantie zullen dat artsen zijn, later waarschijnlijk medewerkers van de stad. En nog een belangrijk verschil met Brussel: wij vragen de mensen meteen ook of ze hulp nodig hebben zoals een boodschappendienst.”

Kan ik zelf ook bellen naar de contactspeurders?

“Ja, die mensen zullen hun gegevens achterlaten nadat ze je voor de eerste keer gebeld hebben. Ben je nog een contact vergeten? Eén extra telefoontje volstaat. Dan is dat dus geen probleem.”

Word ik dan ook nog eens gebeld door de Vlaamse speurders?

“Normaal zou dat niet het geval mogen zijn. Iedereen werpt dat nu op als ‘het grote gevaar’. Maar in mijn ogen is een dubbel telefoontje het minste van je zorgen als je net gehoord hebt dat je ziek bent. We moeten dat natuurlijk vermijden, maar als het toch gebeurt, dan leg je gewoon uit dat je al gebeld werd door een lokale speurder. Beter een keer te veel dan een keer te weinig.”

Moet ik dan zelf nog iets doen?

“We merken dat mensen in de praktijk vaak al vrienden en familie verwittigd hebben nog voor ze gecontacteerd worden door speurders. Voor zaken als sportclubs of collega’s ligt dat soms wat moeilijker. Als mensen dat niet zien zitten, dan doen wij dat voor hen. Licht je die mensen toch liever zelf in? Dat mag, maar wij zullen wel even checken of de boodschap goed is aangekomen.”

Moet ik voorzorgen nemen?

“Een lijstje met je contacten bijhouden kan natuurlijk nooit kwaad. Laat dat een tip zijn. Maar in de praktijk zien we dat het vaak de meest onvoorzichtige mensen zijn, die de meeste contacten hebben. Helaas is dat ook net de groep die er zich weinig van aantrekt en contacten niet bijhoudt. Als je dus gewoon de geldende maatregelen volgt, zit je wel goed. Dat blijft de basis.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier