Zorgbedrijf Harelbeke: “Virus beheerst nog altijd de agenda”

Els Lainez en Gerdy Haes. (foto Klaas Verdu)
Peter Van Herzeele
Peter Van Herzeele Medewerker KW

De voorbije maanden waren voor Zorgbedrijf Harelbeke zeer intens door de coronacrisis. Bij de woonzorgcentra De Vlinder en Ceder aan de Leie was het herorganiseren, ingrijpende beslissingen nemen en nieuwe afdelingen opstarten. Hoofdverpleegkundige Els Lainez en Algemeen directeur Gerdy Haes vertellen het verhaal.

De tweede week van maart moesten de dienstencentra en de woonzorgcentra hun deuren sluiten. Men besefte snel dat maatregelen nodig waren. Dit betekende ook flexibiliteit en extra werk voor iedereen: de keuken met meer maaltijden aan huis, meer ontsmetten door onderhoudspersoneel en medewerkers van de dienstencentra werden ingeschakeld in de woonzorgcentra. De ondersteunende diensten regelden de digitale communicatie tussen bewoners en de buitenwereld. In het Zorgbedrijf was een coördinatieteam aan de slag, bestaande uit directieleden en leidinggevenden. Zij volgden dagelijks de maatregelen op en stuurden bij waar nodig. “Corona leek in het begin een synoniem voor ‘geen paniek’. We moesten gewoon voorzichtig zijn. Al snel bleek het bittere ernst bij de eerste positieve Covid-19 testen in De Vlinder. We moesten ingrijpende beslissingen nemen voor de gezondheid van bewoners, cliënten en medewerkers, op basis van vaak nog onzekere informatie”, zegt Gerdy Haes. “Plots was het zo dichtbij: bewoners die positief testten zonderden we in eerste instantie af op hun kamer en samen met hen de hele afdeling. Al snel was er sprake van een cohortafdeling in De Vlinder”, vertelt Els Lainez verder. “Niet lang daarna volgde Ceder aan de Leie.”

Hecht team

Els verliet haar vaste werkplaats in Ceder aan de Leie om in De Vlinder zieke bewoners te helpen in de cohortafdeling. “Ik hielp met het inrichten en het beschrijven van de werking. Bovendien hoopte ik dat met mijn overstap nog mensen zich vrijwillig zouden aanmelden”, zegt ze. “In enkele dagen hadden we een hecht team van medewerkers die bereid waren hun gewone dienst te verlaten. Deze medewerkers moesten snel omscholen. Toen kampten we bovendien ook met een dreigend tekort aan beschermingsmateriaal. De cohortafdeling was er geen dag te vroeg: de veertien voorziene plekken vulden onmiddellijk op”, vult Gerdy aan. “Er zijn al moeilijke momenten geweest, zoals toen we zeven overlijdens hadden in één week tijd. Dan zakt de moed je toch wel in de schoenen. Je vraagt je af of je werk eigenlijk wel nut heeft. Je kan daar geen goed gevoel aan overhouden”, zegt Els stil. Ook Gerdy is onder de indruk. “Je wordt geleefd door het virus en dat is vaak frustrerend. Het is ons steeds een stapje voor. Ik heb veel slapeloze nachten gekend: je toont je sterk, maar de twijfel slaat onvermijdelijk toe. Zeker bij elk overlijden. Gelukkig konden kort daarna heel wat genezen bewoners terug naar hun kamer.”

“We hadden gehoopt een soort terugblik op onze Covid-19-ervaringen te kunnen geven, maar daar zijn we helaas nog niet aan toe. De piek van de crisis ligt dan wel achter ons, het virus beheerst ook vandaag nog onze agenda’s. Het blijft als zorgbedrijf moeilijk werken en beslissingen nemen. Sinds de Veiligheidsraad van 3 juni, met de verregaande versoepelingen, lijkt corona als het ware verdwenen voor ‘de buitenwereld’. Als zorgbedrijf moeten wij nog altijd bijna dagelijks beslissingen nemen waarbij we rekening moeten houden met de kwetsbaarheid van ons doelpubliek in de dienstencentra, het dagverzorgingscentrum en vooral in de woonzorgcentra”, aldus Gerdy.

Voorzichtigheid

“Er is reden tot volgehouden voorzichtigheid. Zo hadden wij nog maar net de bewoners van de woonzorgcentra en hun familie geïnformeerd over een nieuwe regeling waarbij beperkt bezoek op de kamer terug mogelijk zou worden, of we kregen melding van een bewoner in Ceder aan de Leie die positief testte op corona.” Dat werden er later dertien, lees meer in het kader hiernaast.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier