Zevende generatie aan de slag bij Simons & Decru: “Vis sprak me nochtans op geen enkel vlak aan”

We zien links vooraan Lorenzo, in het midden Migel en rechts Joël. Achter hen het hele team van Simons & Decru.© JRO
We zien links vooraan Lorenzo, in het midden Migel en rechts Joël. Achter hen het hele team van Simons & Decru.© JRO
Jeffrey Roos
Jeffrey Roos Medewerker KW

Zeven generaties telt zeevisgroothandel Simons & Decru ondertussen. Het begon in 1894 bij Gustaaf en ging zo verder naar Henri, Maria, Emma, Joël en Lorenzo en dit jaar zette ook Migel, de jongste telg van de familie, zijn eerste stappen in het bedrijf.

De eerste vis werd verwerkt door Gustaaf Simons in 1894. Hij kocht loten vis op, om ze vervolgens door te verkopen op openbare plaatsen. Op kleinschalige basis, dat wel. Zoon Henri zag dat het goed was en stapte mee in het toen nog kleine bedrijfje van zijn vader. Hij runde het bedrijf tot in de jaren dertig. Maar dat betekende niet het einde van de firma. Dochter Maria Simons stond te popelen om het bedrijf van haar vader en grootvader over te nemen. Zo geschiedde… Maria trouwde met Camiel Decru en samen stichtten ze de huidige BVBA. Tot op vandaag heet het bedrijf nog steeds Simons & Decru. “De naam Simons & Decru is nooit veranderd uit respect voor mijn voorouders”, vertelt Lorenzo Vandenbroucke. “De naam is ook zeer bekend, vooral buiten Oostende. Hier kennen ze ons uiteraard ook wel, maar onze afnemers komen bijna allemaal van elders.”

Liefde voor het bedrijf

Tijdens de Tweede Wereldoorlog vestigde het bedrijf zich definitief in de Oostendse vismijn. Ondertussen zette Emma Decru, dochter van Maria en Camiel, in de jaren veertig haar eerst stappen in het bedrijf, samen met haar man Omer Vandenbroucke. Het bedrijf was pionier in het importeren van vis uit het buitenland, met name uit Griekenland en Italië. In de jaren zeventig stapte zoon Joël Vandenbroucke mee in het bedrijf van Emma en Omer. “ De liefde voor het bedrijf is er altijd al geweest ”, vertelt Joël (70) trots. “Toen ik amper vier jaar was, hielp ik al mee met het presenteren van de vis. Vader en moeder zaten van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat in de vismijn. Dan lijkt het me logisch dat je op latere leeftijd, als je nooit iets anders hebt gekend, mee in het bedrijf stapt. En dat gebeurde ook, op mijn zestiende. Daarvoor moest ik door een rechter als meerderjarig erkend worden.”

Nochtans heeft de familie Simons-Decru-Vandenbroucke geen roots in de visserij. “Voor zover wij kunnen teruggaan in de tijd heb ik geen weet van vissers of eigenaars van schepen binnen de familie”, gaat Joël verder.

Buitenlandse vis

De vis die bij Simons & Decru verwerkt wordt, komt vooral uit het buitenland. Joël zag het aantal Belgische vissersschepen slinken. “In de jaren zestig waren er in Oostende maar liefst 455 schepen”, weet Joël. “Die lagen uiteraard nooit samen in de haven, want daarvoor was er niet voldoende plaats. Maar er waren er echt zoveel. Vandaag heeft Oostende, de kustvissers niet meegerekend, nog amper zeven vissersvaartuigen. Dan zijn we automatisch aangewezen op vis uit het buitenland . Anders zouden we nooit aan de vraag van onze klanten kunnen voldoen. Heel wat vis waar vraag naar is, komt ook niet uit onze eigen Noordzee. We moeten wel uit andere zeeën putten”, aldus Joël.

“In de jaren zestig waren er in Oostende 455 vissersschepen, nu nog 7”

Joël is nog steeds actief, al is hij officieel al drie jaar op pensioen. Zoon Lorenzo (46) heeft momenteel de teugels in handen, maar wordt door zijn vader nog steeds met raad en daad bijgestaan. “En maar goed ook”, lacht Lorenzo. “Het gebeurt nog dat ik zijn raad nodig heb, ook al zit ik al sinds 1993 in het bedrijf.”

Beste keuze ooit

Lorenzo stapte dan wel mee in het bedrijf, maar dat was ver van zijn eerste keuze. Toen ik zestien jaar was, werkte ik ergens anders als jobstudent, maar dat lag me niet”, gaat Lorenzo verder. “Toen kwam de gedachte bij me op om toch maar te proberen bij mijn vader. Het was de beste keuze die ik ooit heb gemaakt. Ook al wist ik welke gevolgen het kon hebben, want het is een harde stiel. Ik heb mijn vader niet veel gezien toen ik klein was.”

Harde tijden

“Dat klopt”, beaamt Joël. “Al die tijd was ik aan het werk van diep in de nacht tot soms ‘s avonds laat. Ik was thuis als iedereen sliep. Het waren harde tijden, maar dat heeft het succes van het bedrijf alleen maar groter gemaakt.”

Helemaal links zien we Camiel Decru met daarnaast Gustaaf Simons en rechts van hem dochter Maria Simons in de vismijn. Het exacte jaartal is onbekend.© repro JRO
Helemaal links zien we Camiel Decru met daarnaast Gustaaf Simons en rechts van hem dochter Maria Simons in de vismijn. Het exacte jaartal is onbekend.© repro JRO

Door de jaren heen groeide Simons & Decru uit tot een bloeiend bedrijf met tien werknemers. Met vijf vrachtwagens wordt de vis vervoerd naar klanten over het hele land. Dit jaar zette ook Migel (18), kleinzoon van Joël en zoon van Lorenzo, zijn eerste stappen binnen het bedrijf. Ook bij Migel was het bedrijf niet zijn eerste keuze. “Ik had geen enkele interesse”, zegt Migel. “Wat ik precies met mijn leven zou aanvangen, wist ik niet, maar vis sprak me op geen enkel vlak aan. Tot ik vorig jaar voor het eerst kennismaakte met het bedrijf door er een studentenjob te doen. En kijk… sinds dit jaar werk ik hier voltijds. Het is een harde stiel, maar je krijgt er veel voor terug. Dat hebben mijn grootvader en mijn vader me al duidelijk gemaakt.”

Niet verplichten

Of er nog een achtste generatie komt, is niet zeker, maar daar hoopt opa Joël wel op. “We moeten daar niet moeilijk over doen: de interesses van de jeugd liggen tegenwoordig ergens anders. Uiteraard zouden we blij zijn mocht Migel beslissen om de zaak verder te zetten na zijn vader en als ook zijn zoon of dochter dat zou doen. Maar we willen hem ook niet verplichten. Laat hem eerst maar zijn weg vinden binnen het bedrijf en dan zien we wel”, besluit Joël.