Zelfs goed voorbereide schoolstart sluit problemen niet uit

© belga
Jan Gheysen
Jan Gheysen Opiniërend hoofdredacteur

Voor sommigen is hij té voortvarend, voor anderen spreekt hij te vaak voor zijn beurt, veel te mediageil wordt ook geregeld beweerd en af en toe simpelweg ouderwets melig, maar dat was dan vooral wat de Peru-kat Lee betrof.

Ongemerkt was hij nooit en in deze coronatijden is dat niet anders. De Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts wil dat de scholen zo snel als mogelijk weer doen waar ze voor dienen: onderwijs verstrekken aan kinderen en jongeren. Sinds de corona-uitbraak is dat, zoals zoveel intussen, niet meer vanzelfsprekend.

Dat kwam hem op een vlammende brief van een schooldirecteur te staan. “Beste meneer Ben Weyts, voor wie neemt u ons eigenlijk?”, klonk het. De minister werd verweten te voortvarend te werk te gaan. “En ook nu weer komt u met uw nieuwe plan eerst in de media en daarna naar het onderwijsveld.” Maar klopt dat wel?

Als de nationale veiligheidsraad zijn zegen heeft, dan kunnen de kleuter-, de lagere en de secundaire scholen vanaf volgende week meer leerlingen ontvangen en onderwijzen. De minister heeft die beslissing niet afgewacht, wel ernstig voorbereid. Hij ging daarvoor ruim op tijd in overleg met de onderwijskoepels, met de vakbonden en met de specialisten die de exitstrategie bepalen.

Is een minister die zo tewerk gaat té voortvarend? Wij denken van niet. Hij doet wat we van een minister kunnen verwachten. Hij creëert de ruimte die scholen, directies en leerkrachten nodig hebben om hun opdracht te kunnen uitvoeren. En natuurlijk brengt zo’n brede ‘heropening’ van de scholen problemen met zich mee. De infrastructuur van de scholen is heel verschillend en zorgt ervoor dat lokale directies het algemene beleid moeten bijsturen en creatief vertalen naar wat lokaal mogelijk en haalbaar is. Dat kan en dat mag. Die ruimte geeft de minister hen ook, liet hij weten.

“Met minister Weyts voor de klas dommelt niemand in.”

Wie rekent op een gestroomlijnde en vlekkeloze ‘heropening’ van de scholen, droomt allicht. Wat we meemaken met deze coronacrisis is ongezien, voor iedereen. Met als gevolg dat onvoorziene wendingen niet uit te sluiten zijn en dat het bijsturen van het beleid een dagelijkse noodzaak is. Dat een minister dat probeert in te perken door vooraf met alle betrokkenen te overleggen, valt alleen maar toe te juichen. Dat hij in de loop van de komende dagen en weken het een en het ander moet bijsturen, is niet meer dan normaal. En dat die bijsturingen extra flexibiliteit vergen van de mensen in het veld is niet uit te vermijden.

Voor ons is het duidelijk: met minister Weyts voor de klas is de kans dat er ergens achteraan iemand op een bank indommelt, zo goed als onbestaand. En dat lijkt ons eerder een pluspunt dan verwijt. Het staat natuurlijk iedereen vrij om open brieven te schrijven, maar misschien moeten die veldwerkers eerst eens aankloppen bij hun koepels om hun praktische bekommernissen te ventileren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier