Zelfde water, 80 euro duurder: prijzen van drinkwater verschillen ‘onredelijk’ in onze provincie

Kraantjeswater is in de ene West-Vlaamse gemeente duurder dan de andere. © Getty Images/iStockphoto
Olaf Verhaeghe

Een gezin met drie kinderen uit Beernem of Middelkerke betaalt per jaar net geen 80 euro meer voor het kraantjeswater dan eenzelfde gezin in Menen. Een onredelijk verschil, oppert Vlaams Parlementslid Maxim Veys (Vooruit). “Voor kwetsbare gezinnen zijn die euro’s meer of minder van levensbelang”, oppert hij. Maxim Veys kijkt dan ook in de richting van Vlaams minister Demir (N-VA) om de tarieven gelijk te schakelen.

Afhankelijk van waar je woont, betaal je opmerkelijk meer voor het water dat uit je kraan komt. Dat blijkt uit cijfers die Vooruit-parlementslid Maxim Veys opvroeg bij Vlaams minister van Omgeving en Energie Zuhal Demir (N-VA). Een gezin van vijf personen uit pakweg Beernem, Middelkerke of Ruiselede met een jaarlijks verbruik van zo’n 134 kubieke meter betaalt 609,04 euro per jaar. Exact 78,56 euro meer dan eenzelfde gezin van vijf uit Menen, met 530,48 euro de goedkoopste watergemeente van West-Vlaanderen. Voor een gemiddeld gezin van 2 of 3 personen met een gemiddeld waterverbruik van 73 kubieke meter per jaar gaat het om een verschil van 42,80 euro.

Kwetsbare gezinnen

“Een te groot en onredelijk verschil”, zo beklemtoont Maxim Veys. “Water is een basisrecht, maar de factuur vormt voor almaar meer gezinnen in onze provincie een zware dobber. Iedereen beseft dat het leven duurder wordt, maar voor een veel te grote groep West-Vlamingen wordt het steeds moeilijker om aan het einde van de maand de eindjes aan elkaar te knopen.” Niet alleen leven almaar meer West-Vlamingen met een inkomen onder de armoededrempel, na corona is het aantal gezinnen dat een beroep moet doen op een leefloon of de voedselbank ook toegenomen. “Voor sommige van die kwetsbare gezinnen zijn die euro’s meer of minder voor de waterfactuur per jaar letterlijk van levensbelang”, aldus Veys.

Heel Vlaanderen gelijk?

In de zoektocht naar een oplossing voor die gezinnen kijkt Vooruit in de richting van minister Zuhal Demir. De minister erkende eerder al dat ook zij zich zorgen maakt over de stijgende waterfactuur en de verschillen tussen de regio’s in Vlaanderen. “Tussen 2010 en 2019 is de factuur voor een gemiddeld gezin met ruim een derde gestegen. Dat is heel veel”, zegt ze.

“De grote verscheidenheid in tarieven is vooral een gevolg van de verschillen in kosten tussen de acht – hallucinant veel (!) – watermaatschappijen. Zonder de financiering van de drinkwatervoorziening en de afvalwatersanering grondig te bekijken kunnen we die echter niet gelijkschakelen over heel Vlaanderen. Dat neemt niet weg dat het natuurlijk niet logisch is dat een Limburger iets anders heeft dan een West-Vlaming. Dat is kafka.”

In die optiek gaf minister Demir de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) al in maart van dit jaar de opdracht een uitgebreide evaluatie te maken van de bestaande tarieven voor drink- en afvalwater. Of de grote verschillen weggewerkt kunnen worden, zal moeten blijken. “Op dit moment worden de resultaten van die grootschalige oefening verwerkt”, aldus het kabinet van Demir. “Het is nog te vroeg om concrete aanpassingen aan te kondigen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier