Zaakvoerders riskeren zware boete na dodelijke explosie in silo

Bij de explosie bij Pouleyn viel één dode te betreuren, drie andere mensen raakten gewond. © BELGA
Redactie KW

Ramen- en deurenfabrikant Pouleyn uit Vichte en ruimdienst Cannie uit Oostrozebeke riskeren voor de Brugse rechtbank elk een boete van 144.000 euro na de zware silobrand die ruim drie jaar geleden het leven kostte aan Matthias Vuylsteke (24) en zijn collega’s voor het leven verminkte.

In de vroege ochtend van 25 januari 2019 trokken vier werknemers van ruimdienst Cannie naar ramen- en deurenfabrikant Pouleyn in Vichte. Ze moesten er een silo met houtschilfers reinigen waarin daags voordien brand was uitgebroken.

De brandweer had de smeulende schilfers geblust en de twintigers moesten die nu met een slang uit de silo zuigen. Een routineklus, dachten ze. Maar toen Matthias Vuylsteke (24) uit Vichte van op een hoogtewerker een luik opende werd hij getroffen door een enorme steekvlam.

Backdraft

Onderaan de silo waren de houtschilfers immers opnieuw beginnen smeulen waardoor brandbare rookgassen zich hadden opgestapeld en bij het plotse contact met zuurstof in brand waren gevlogen. Een backdraft in het jargon.

De gevolgen waren verschrikkelijk. Matthias werd uit de hoogtewerker geslingerd en was op slag dood. Op de begane grond liepen zijn drie collega’s zware brandwonden op. Ziggy Vanryckeghem (25) uit Izegem en Alexander Bauwens (32) uit Wielsbeke verkeerden in levensgevaar en lagen maandenlang in coma.

Verpletterende verantwoordelijkheid

Hun gezicht is voor het leven verminkt. Axel Vroman (24) uit Wingene bleef bij bewustzijn maar liep eveneens zware brandwonden op. Omdat hij als enige een stofmasker droeg bleef zijn gezicht grotendeels gevrijwaard.

Volgens de advocaten van de burgerlijke partijen dragen Pouleyn en Cannie een verpletterende verantwoordelijkheid. “Deze jongens werden zonder instructies, aangepaste kledij of opleiding naar die silo gestuurd”, pleitte Anke Platteau, de advocate van de moeder van Matthias.

Geen schijn van kans

“Ze werden uitgestuurd alsof het een doodnormale klus betrof en moesten zelfs een rakel en stofmasker vragen bij Pouleyn. Over mogelijke smeulresten werd met geen woord gerept. De silo moest en zou die dag gereinigd worden want economische motieven primeerden duidelijk op de veiligheid. Ze hadden geen schijn van kans.”

De advocaat van de vriendin van Matthias ging nog een stapje verder. “De slachtoffers werden zonder enige bescherming als kanonnenvlees de vuurlinie ingestuurd”, schoot hij met scherp.

De silo moest en zou die dag gereinigd worden want economische motieven primeerden duidelijk op de veiligheid

Alexander Bauwens, die nog steeds een drukmasker draagt, las een brief voor. “Ik zie de beelden van het ongeval nog elke dag voor mij”, zei hij. “Mensen staren mij aan en ik heb schrik dat mijn kinderen gepest zullen worden omdat hun papa er raar uitziet. Maar bij Pouleyn kon er zelfs geen woord van medeleven vanaf. Zelfs geen simpel kaartje of een telefoontje.”

De gemoederen liepen hoog op tijdens het proces en toen een slachtoffer en enkele familieleden hun woede rechtstreeks tot de zaakvoerder van Pouleyn richtten werd de zitting zelfs even stilgelegd.

Onderschat

Volgens arbeidsauditeur Jeroen Lorré was het ongeval een rechtstreeks gevolg van het ondermaats welzijnsbeleid bij de beide bedrijven. “De brandweer had gewaarschuwd voor mogelijke gloeihaarden en duidelijk gesteld dat een gespecialiseerde de firma de silo moest reinigen. Pouleyn had de werken meteen moeten stilleggen van zodra duidelijk was dat Cannie niet de kennis had om ze uit te voeren. Maar dat gebeurde niet.”

Van de twee beklaagden sloeg enkel Cannie mea culpa. “Mijn cliënt had de risico’s gruwelijk onderschat”, pleitte de advocaat van het bedrijf. “Maar hij heeft zijn personeel zeker niet voor de leeuwen gegooid. Hij was totaal niet op de hoogte van de gevaren en had zelfs nog nooit van backdraft gehoord. De brandweer had die silo nooit mogen vrijgeven.”

Beschuldigende vinger naar brandweer

Ook de advocaat van Pouleyn wees met een beschuldigende vinger naar de brandweer. “Het is absurd dat zij hier niet mee terechtstaat”, stelde meester Kenny Decruyenaere.

“De brandweer had de controle van de silo overgedragen aan mijn cliënt terwijl ze dit zelf had moeten doen. Mijn cliënt kreeg van de brandweer de raad om de silo zo snel mogelijk te laten legen door een gespecialiseerde firma. Van economische motieven was dus zeker geen sprake, want de productie kon sowieso doorgaan. Cannie liet intussen ten onrechte uitschijnen dat het een specialist ter zake was en zwaaide zelfs met mooie referenties.”

Nog volgens Decruyenaere is Pouleyn weldegelijk begaan met de slachtoffers. “Maar omdat er incidenten van agressie waren geweest besliste mijn cliënt om tot aan het proces de nodige afstand te bewaren.”

De rechter doet ten vroegste op 18 mei uitspraak. (AFr.)