Yves Bondue: “Voor jonge artiesten is het nu doffe ellende”

Yves Bondue: "In de jaren 70 was de oorlog verder weg dan nu." (foto TOGH)
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Als Yves Bondue enkele hoogtepunten uit zijn carrière kiest, dan heeft hij het over War Horse en zingen in de schaduw van de Menenpoort. Hoewel hij nu in Roeselare woont, blijft hij Ieperling en Westhoekmens in hart en nieren. Met vertelwandelingen kon hij de coronazomer overleven, maar het najaar en de winter biedt minder goede vooruitzichten.

Dat Yves Bondue een verteller pur sang is, ervaren we vrijwel meteen als we hem ontmoeten onder de Menenpoort. “Ik ben geboren hier vlakbij, aan de voet van dit gebouw dat toen al bestond maar waarvan ik de historische waarde nog niet kende. Ik groeide op in Vlamertinge. Ieper was dé stad voor ons. Een keer per jaar gingen we naar Roeselare, maar voor ons voelde het alsof we naar New York gingen. In de C&A hadden ze zelfs een roltrap, al was het één die alleen maar omhoog ging”, loopt hij af als een wekker.

Met wat ben je nu allemaal bezig?

“In 2006 werd ik door het ministerie van Leefmilieu gevraagd om een stuk te maken rond milieuproblematiek voor kinderen. In 2012 hebben we zo ook een stuk gemaakt over afvalbeheersing en 2,5 jaar geleden kwam de vraag om iets gelijkaardigs te doen rond klimaat. Vorig jaar waren we klaar, een prachtige voorstelling waarbij we in animaties speelden met een hoop instrumenten. We hebben enkele try-outs gedaan en dat verkocht goed voor het voorjaar in heel Vlaanderen. Vanaf maart begonnen dan de telefoontjes met de anulaties binnen te komen. Ondertussen zijn er al voorstellingen voor de tweede keer verzet. Momenteel staat de eerste voorstelling gepland op 27 oktober in de stadsschouwburg van Brugge. Maar wij hadden dat stuk al tien maanden niet meer gespeeld. Dus nu zijn we weer volop aan het repeteren. Dat was zoeken. Een van de gevolgen van corona is dat veel projecten zo lang stilgelegen hebben dat je de automatismen kwijt bent.”

Maar je doet ook nog veel vertelwandelingen?

“In 2003 zijn we begonnen met muzikale vertelwandelingen in Dranouter. Dat is alsmaar gegroeid en vorig jaar kwamen we tot de vaststelling dat we het al 15 jaar deden. Dus dachten we: laat ons de tien beste verhalen in een boek bundelen. Dat is ‘Indlikse Toeren in de Westhoek’ geworden. Dat heeft heel goed gedraaid zijn. Er wordt al gevraagd naar een tweede editie, maar ik moet eerst nog de verhalen maken. Dan krijg je onvermijdelijk dat mensen zeggen: wij willen ook zoiets. Dus nu heb ik voor Lo-Reninge een verhaal gemaakt over de brouwersgeschiedenis en voor de Lovie over het domein en de Sixtusbossen. Het is het koppelen van erfgoed en omgeving aan een ludiek fictief verhaal. Dat spreekt mensen aan.”

Vorige week speelde je ook nog op soundscapes in het WXII-project met Peter Paelinck. Kun je nog het overzicht bewaren?

“Ik denk niet dat ik nog anders kan dan allemaal verschillende dingen te combineren. Het zorgt ervoor dat ik altijd wel voor iets inspiratie heb. Als ik achter de piano zit en het lukt niet, dan zal ik achter mijn schrijftafel kruipen. In het begin heb ik veel gecomponeerd, gaandeweg speelde theater een steeds grotere rol en de jongste jaren het vertellen. Dat kan ik met een andere liefde combineren, namelijk het schrijven. Ik schrijf heel graag en de laatste tijd steeds meer. Tot ik plots een roman schreef. Maandagkreeg ik nog het heuglijke nieuws dat mijn tweede roman uitgegeven wordt in maart door Uitgeverij Houtekiet. Door corona ligt er nog een derde roman klaar. Als je elke dag de tijd hebt om vier uur te schrijven kan het snel gaan.”

Welke herinneringen heb je aan de Menenpoort?

“In 2018 stonden we hier met Dez Mona naar aanleiding van de 100-jarige herdenking van de Wapenstilstand. Wij mochten drie keer live muziek brengen. Voor mij was dat een magisch moment, ook door de connectie met het gebouw en de omgeving. Zanger Gregory moest bijna huilen toen hij hoorde dat ik hier geboren was. Mijn vroegste herinnering was met mijn moeder. Ik zie me hier nog staan, alleen aan de hand van mijn moeder. Pas veel later besef je dat die klaroeners vaak alleen gestaan hebben. Nu kan je je dat niet meer inbeelden. De oorlog was toen in de jaren ’70 verder weg dan nu.”

Welke impact heeft corona op jou?

“Heel veel optredens en voorstellingen zijn uitgesteld, een aantal zijn we voorgoed kwijt. De manier van werken is moeilijk. Geen enkele boeking is nog een echte boeking maar een optie. Als er afgelast wordt ben ik als artiest de laatste in de rij. Dan is er niets. Eind juni zag het er weer beter uit en heb ik veel vertelwandelingen kunnen doen. Ook als solist zijn er optredens uit de bus gekomen. Voorlopig lukt het wel, maar het najaar baart me meer zorgen omdat ik weet dat we dan normaal veel schooltheater hebben. Er komen wel dingen binnen, maar het is niet vet. Ik ben ook al lang bezig, ik heb meer zorgen voor de jonge mensen. Dat is doffe ellende. Als je geen verschillende dingen doet zoals ik, dan ben je gesjareld. Een gitarist ziet zwarte sneeuw momenteel. Ik blijf hoopvol en ben ervan overtuigd dat er een oplossing zal komen, maar het zal van lange duur zijn.”

Privé: Geboren op 1 maart 1966. Hij is getrouwd met Ingrid Vermeulen en heeft drie kinderen: Fred (29), René (27) en Gijs (25). Hij woont in Roeselare.

Opleiding: Yves volgde de lagere school in Vlamertinge. Daarna trok hij naar het College in Poperinge, waar hij eindigde in de richting Latijn-Wetenschappen. Daarna studeerde hij voor kleuteronderwijzer.

Loopbaan: Hij was tien jaar kleuterleider in de school van Voormezele. Daarna koos hij toch voor de artistieke wereld. In 1998 richtte hij zijn Compagnie de OorSprong op waarmee hij muziek, theater en dans voor kinderen en volwassenen creëert. Nu is hij onder andere frontman van folk/balkangroep Boom’n van de Weireld en leidt hij vertelwandelingen in Dranouter en De Blankaart.