Witte nonnen in de Wittenonnenstraat in Oostende zijn er erg aan toe

Jan Michiels en zijn vrouw Patricia Baeyens klagen de staat van de beeldengroep in de Wittenonnenstraat aan. © JRO
Redactie KW

Kunstenaar Jan Michiels is misnoegd. Het kunstwerk dat hij in 2007 ontwierp in opdracht van het stadsbestuur, is zwaar verloederd. “Als kunstenaar bloedt mijn hart bij het zien van de beeldengroep die ooit zo mooi was”, aldus Jan.

In 2007 werd een beeldengroep van Oostends kunstenaar Jan Michiels (65) in de Wittenonnenstraat ter hoogte van de Kapellestraat geplaatst. De Wittenonnenstraat is een van de oudste straten van de stad en dankt haar naam aan de kloostergemeenschap van de zusters van de orde van de Conceptionisten. Het klooster hield in 1797 op te bestaan.

Met veel tamtam onthuld

“In 2007 kreeg ik van het stadsbestuur de vraag om een kunstwerk te maken speciaal voor de Wittenonnenstraat”, vertelt Jan Michiels. “Ik ontwierp een bronzen beeldengroep, op ware grote in mijn typische stijl ‘Triangulair’. De drie figuren stellen witte nonnen voor die in eenzelfde ritmische beweging gaan. De nonnenkappen verwijzen in stijl naar die eigen aan de kloostergemeenschap. Het vooruitstekende been verwijst naar een steunmuurtje van de kerk en het klooster. De mouwen vormen samen een kerktoren. Op de borstlap van de nonnen is de zee te zien. De structuur van het kleed verwijst naar oude stoffen en de sobere gelaatsuitdrukking verwijst naar sereniteit. Ik dacht werkelijk aan alles toen ik de beeldengroep ontwierp.”

De beeldengroep werd in 2007 met veel tamtam onthuld. “Werkelijk heel politiek Oostende was aanwezig toen de beeldengroep elf jaar geleden werd onthuld. Als ik dan nu zie hoe verloederd het werk erbijstaat, dan breekt mijn hart”, zucht Jan.

Ik schaam me als kunstenaar om mensen te vertellen dat dit een kunstwerk van mijn hand is

“Als kunstenaar doet het verschrikkelijk veel pijn om te zien dat de beeldengroep verwaarloosd wordt. Vorig werd nog een open terras gebouwd tot bijna tegen het beeld. Nu werd onlangs een vergunning afgeleverd om een gesloten terras te bouwen. Het terras grenst op amper een meter van het kunstwerk. Daarnaast werd een grote bloembak pal voor het kunstwerk geplaatst, waardoor het amper nog zichtbaar is. Is dat hoe we met kunst moeten omgaan? Volgens mij niet. Mijn hart bloedt. De ‘witte nonnen’ zijn beklad met allerhande etensresten. De beschermlaag is volledig verdwenen. Dat komt doordat ze het kunstwerk met een hogedruklans afspuiten. De eerste jaren kwam ik zelf de beelden reinigen, daarnaast zette ik ze zelf in de was om ze te beschermen. Op den duur had het gewoon geen nut meer. Het kalf was verdronken en het beterde er niet op. Nu, elf jaar later, is het een schande hoe de beeldengroep er bij staat. We zagen hier dikwijls mensen communiefoto’s nemen bij de nonnen in het verleden. Volgens mij wordt hier nu geen enkele foto meer genomen. Ik schaam me als kunstenaar om mensen te vertellen dat dit een kunstwerk van mijn hand is.”

Zo zag de beeldengroep er nog uit een jaar na de plaatsing in 2007.
Zo zag de beeldengroep er nog uit een jaar na de plaatsing in 2007.© JRO

Schepen voor Cultuur Bart Plasschaert heeft begrip voor de ongerustheid van Jan. “Ooit werden de beelden inderdaad met een hogedrukreiniger afgespoten. Dat was niet de bedoeling, ook al was het ter goeder trouw”, reageert de schepen.

Op de achtergrond

“Geleidelijk aan werd in de vorige legislatuur toestemming gegeven om terrassen te plaatsen in de brede straten, waaronder de Wittenonnenstraat. Daardoor staat het standbeeld er inderdaad wat op de achtergrond. Ondertussen had ik al contact met Jan. In samenspraak met de kunstenaar gaan we de beelden heroriënteren. De Wittenonnenstraat wordt in de toekomst gerenoveerd en eens die renovatie is afgerond, kunnen we het mooie kunstwerk van Jan een nieuwe plaats geven in de straat.”

(JRO)

Herhalende driehoeksverhoudingen

Kunstenaar Jan Michiels werd geboren als zoon van August Michiels, de kunstenaar die de ‘vissersvrouwen’ ontwierp die tot voor de werken op het Stationsplein pronkten. Het aanvoelen en bewerken van verschillende materialen werd hem al vroeg aangeleerd in het atelier van zijn vader. Na jaren rijpen van ideeën en het opslaan van levenservaring, kwam de doorbraak van zijn eigen kunsttaal: ‘triangulair’. De dromen van Jan spelen zich af in zijn herhalende driehoeksverhoudingen. Naast beeldhouwer is Jan Michiels ook nog schilder en graficus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier