Wingenaar Willy Persyn is 95 jaar: “Zelfs een katje en hondje zou men op de gemeente ontvangen”

Willy Persyn: "Alleen het stappen gaat wat moeilijker." © Foto LVA
Lieven Vancoillie

Vrijdag 23 februari. Het is dag op dag 95 jaar geleden dat Willy Persyn werd geboren. Willy werd een gerespecteerd landbouwer, onder meer oprichter van het Algemeen Boerensyndicaat (ABS), senator voor de Volksunie en 20 jaar burgemeester. “Ik heb van niks spijt.” Hij zou het allemaal opnieuw doen, maar je leest in zijn ogen dat hij de politieke’overloperij’nog niet vergeten is. Vergeven nog veel minder. En dat hij zijn lieve, hardwerkende vrouw Simonne mist. Maar de passie heeft hij nooit verloren. Ook het hart op de tong niet. “Ik zeg wat ik denk.”

Het is op een van de meest zonnige winterdagen dat we langs de achterdeur bij de 95-jarige Willy Persyn binnenvallen. Hij schudt de hand, monstert even zijn gesprekspartner en steekt daarna van wal. Nog altijd een spraakwaterval. Maar niet zonder eerst na te denken. Vaak zijn tong enkele keren draaiend voor hij er vlotjes doorgaat. Zonder omkijken, rechtdoorzee, op het doel af. En vlijmscherp. Of er bij de nu 95-jarige al kwaaltjes te merken zijn?

“Ik heb een heel slechte knie, hé. Ik kan er plots doorstuiken. Ik heb vier keer spierreuma gehad. Ken je dat? Dat is geen ziekte, maar een aandoening. Dokters kennen de oorzaak niet. Je voelt plots iets in je hoofd, maar het gebeurt dat je ook geen enkele verwittiging krijgt. Onlangs ben ik hier buiten op de kasseien achterover gevallen. Bam, op mijn hoofd. Je kan je dan niet verweren. Als je het voelt aankomen, moet je vlug ergens gaan neerzitten. Er bestaan daar wel pilletjes tegen, maar dat is cortisone. En dat is zuiver vergif, hé. Door al die medicatie ben ik vier centimeter kleiner geworden. In het hoofd is het nog goed en dat is het voornaamste.”

Dag op dag twee maanden geleden stond Willy aan het graf van zijn geliefde vrouw. “We zouden dit jaar 70 jaar getrouwd zijn. De laatste jaren leed Simonne aan dementie. We hebben het lang heel goed gehad. Ze was een sterke vrouw, een heel harde werker.”

Je bent nu 95 jaar, is er iets waar je spijt van hebt?

“Nee, totaal niet. Ik had net hetzelfde gedaan. Dat zit erin, hé. Meer genieten? Ik zat ook af en toe in het buitenland. Op studiereis. Mijn vrouw en ik gingen elk jaar voor een week naar de Ardennen, naar Vresse-sur-Semois of de streek van Beauraing, Durbuy. Dat interesseerde me wel, altijd landbouwgericht. Er zat maar één dag vakantie tussen. Tot in Rusland ben ik geweest.”

Hoe wil je herinnerd worden?

“Dat ze achter mijn gat zeggen wat ze willen. Oudere mensen kennen mij, jonge mensen niet meer. Ik heb nooit een frank van iemand aanvaard. Nooit één frank. Van niemand. Ik heb in Vlaanderen meer dan 200 voordrachten gegeven, allemaal gratis.”

Twee maanden geleden heb je je vrouw begraven.

“Ze was enkele jaren dement. Ik heb ze nog jaren thuis kunnen verzorgen. De laatste jaren werden de zorgen te groot. Ze was een harde werker. We waren meer dan 69 jaar getrouwd. In lief en leed. In oktober zouden we 70 jaar getrouwd zijn, maar ja.”

Was je een strenge vader?

“Nee, de kinderen hebben altijd kunnen en mogen doen wat ze wilden. Het is nooit gezond om je kinderen iets te verplichten. Ik ben content, ja. Het is goed geweest. En het is nog mooi. Ik kom tijd te kort.”

Wat doet een 95-jarige?

“Ik weet niet wat eerst gedaan, ik geraak door mijn werk niet. Ik schreef al drie boeken en ben nu met een boek bezig over de geschiedenis van het Algemeen Boerensyndicaat. Maar door die pijn, ook aan mijn vingers, zijn er dagen dat ik niet kan schrijven. Dat boek moest al klaar zijn. Ik kan niet typen, hé. Ik krijg gelukkig hulp.”

Waarom heb je het Algemeen Boerensyndicaat opgericht?

Tiens, omdat het in 1962 slecht ging in de landbouw. Een derde van alle boeren was toen lid, meer dan 20.000 leden! Zo werden boeren toen onder meer bestolen door melkerijen, ik heb daar bewijzen van. Men had mij al als voorzitter gevraagd, maar ik had de eerste keer geweigerd. Ik had zelf een hof van meer dan 20 hectaren. We waren gespecialiseerd in twee zaken: een kleine stierhouderij, met een top dekstier. Daarnaast ook een handel in landbouwzaden: kweken en commercialiseren. De boerenstiel, tja. Het is veel verminderd, hé. Veel landbouwers hebben geen opvolger meer. De investeringen zijn vaak ook veel te groot. Ik zou het nu ook niet meer doen, nee. Ik ben altijd een sterke vent geweest en ik hield ook van de contacten met de mensen.”

“Nee, ik heb van niks spijt. Ik zou zeker alles opnieuw gedaan hebben”

Voor je het goed en wel wist, rolde je ook in de politiek.

“Dat was mijn bedoeling niet. Er was hier in Wingene een nieuwe politieke partij op komst. We zaten op het landtoen de toenmalige voorzitter-huisarts Schautteten voorbij reed. Hij stopte met zijn wagen en vroeg aan mij of ik wilde meegaan. Met vier kinderen en een landbouwbedrijf, neenee. Ik ben wel naar een vergadering geweest en toen ik thuis kwam, had ik al ‘ja’ gezegd. Dat was toen Gemeentebelangen, de Volksunie. Ik ben altijd Vlaamsgezind geweest.”

Volg je de politiek nu nog?

“Ja, met argusogen. Op vandaag worden de politici veel te veel betaald. Ze hebben zichzelf altijd goed en graag bediend. De N-VA? Kijk naar minister Ben Weyts bijvoorbeeld. Die kent er niks van. Die heeft de slachthuizen stilgelegd, Tielt en Izegem. Je moet toch al die medewerkers niet straffen, die troffen toch geen schuld? Dat je een varken bij de oren pakt? Ja, waar elders? Je kan kiezen: bij de oren of bij de poten. Ik heb nog nooit van iemand gehoord dat de oren van een varken waren getrokken. Daarbovenop: paarden en runderen zijn kuddedieren, varkens niet. Die lopen overal naartoe. Een zwin bij zijn oren vastpakken, is geen dierenmishandeling. Ik herhaal: géén dierenmishandeling.”

“Ik deed het allebei graag: politiek en boeren. Ik kon ook enkele mensen tewerkstellen, zoals loonwerkers nu. Mensen kunnen helpen, dat trok mij in de politiek aan. Weet je waarvoor ik bekend stond? Voor mensen die zouden scheiden weer samen te brengen. Ik heb dat veel gedaan. Vroeger gingen ze daarvoor naar de priester. De vroegere pastoor hier was een doodbrave mens, maar had niet de beste gezondheid. Hij stuurde mensen naar mij en dat deed vlug de ronde. Ik was daar goed in. Herenigde families brachten later een taart mee als bedanking. Dat maakte mezelf ook gelukkig, andere mensen weer gelukkig zien.”

Je was een relatietherapeut.

“Ja, voor dat het woord bestond. We hadden thuis ook een zorgboerderij, toen dat woord ook nog niet bestond.”

“Overloperij is niet strafbaar. Het is wel strafbaar als er (veel) geld mee gemoeid is”

Ben je nu N-VA’er?

“Ik ben nu niks. Pas op, ik heb wel een partijkaart van de N-VA. Uit sympathie. Maar nee, het verraad van de overloperij in Wingene is te groot geweest. Overloperij is niet strafbaar. Het is wel strafbaar als er geld mee gemoeid is. Iedereen weet dat het gaat om Joost Danneels en de twee meelopers Carine Devooght en Ronny Denolf. Als ze hun woord niet hielden, waren ze hun geld kwijt. Er bestond daar een akte van. Ik heb daar twee getuigen van. Mijn vrouw en mijn kinderen weten niet wie dat zijn. Het ging over veel, heel veel geld. Als ze hun woord niet hielden, waren ze dat kwijt.”

Hoe kijk je daar nu op terug?

“Dat is niet aangenaam, hé. Vergeven? Nee, nog niet. Omdat het zo laf is. Voor mij was een woord, een woord. Dat is eigen aan boeren. Een boer deed commerce door een handdruk. Een slag in de palm van de hand. Er werd een mes in mijn rug geplant. Ik denk daar nog regelmatig aan. Er werd op journalisten druk uitgeoefend om hierover te zwijgen of ze kregen geen enkele informatie meer.”

De gemeenteraad in Wingene verliep af en toe heel bewogen.
De gemeenteraad in Wingene verliep af en toe heel bewogen.© Repro LVA-RN

Hoe is je relatie nu met burgemeester Hendrik Verkest?

“Nul komma nul. (emotioneel) Ze hebben me zelf nooit het ereburgemeesterschap aangeboden. Ze mogen het nu houden. Ik heb dat niet nodig. Ik ga nog zelf alles in detail uitbrengen, maar zonder de namen van die getuigen te noemen. Dat heb ik hen beloofd. Dat moet en zal nog worden rechtgezet. Ik volg de gemeentepolitiek nog, maar niet met heel veel interesse. Je leest er ook nog maar weinig over. Mensen weten van niks meer, hé. Ik legde van een begroting alles puntje per puntje uit. Nu weet een schepen niet meer hoeveel de schuld per inwoner in zijn gemeente bedraagt. Waarom zijn gemeenten als Ardooie en Dentergem wel schuldenvrij?”

“Ze morsen in Wingene veel te veel met de centen. Weet je dat ze hier een katje en hondje op het gemeentehuis ontvangen. Ik heb niks tegen ontvangsten. Maar een caféclub moet je dat op kosten van de gemeente van de bevolking elke keer op het gemeentehuis ontvangen? Ze brengen dan nog iedereen mee ook. De burgemeester moet naar daar gaan, niet omgekeerd. En dat allemaal op kosten van de belastingbetaler. Daarbovenop moeten de medewerkers in het weekend ook veel meer worden betaald.”

Je was ook de burgemeester van de fusie tussen Wingene en Zwevezele. Moet Wingene met Meulebeke en Pittem fuseren?

“Dat is te belachelijk voor woorden. Nee. Er was voorzien om waterlopen en wegen als grensscheidingen te nemen, dat heeft men niet gedaan. Met heel wat nadelige gevolgen. Weet je wat een fusie betekent? Dat is enkele mensen een grote wedde geven. Ze verdienen nu al meer dan genoeg, met al hun betaalde mandaten. Om wat te doen?”

“Weet je wat een fusie betekent? Dat is enkele mensen een grote wedde geven”

Ook het centrum van Wingene wordt aangepakt?

“Nog zoiets dat belachelijk is. Een masterplan, met een ontwerpbureau van Rotterdam. Ik ben niet zot, hé. Hoeveel kost dat niet en verliep dat allemaal correct? Men keurde dat in 2017 goed, om in 2019 in uitvoering te gaan… Dat is een last leggen op mensen die een verantwoordelijkheid zullen dragen, maar die er nu nog niet zijn. Omdat ze nog moeten worden verkozen. Wie doet dat nu? Onbegrijpelijk dat men dat zelfs durft doen. De kiezer ziet dat echter niet allemaal. Je mag dat niet zeggen, hé. Sommigen zijn verblind omdat politici van deur tot deur aan huis gaan of op de markt handjes staan te schudden.”

Deed jij dat niet?

“Nee, dat heb ik nooit gedaan. Ik ben nooit van deur tot deur geweest. Mijn vader, die 97 jaar is geworden, deed dat wel voor mij. Mensen gaan aanspreken, hij wel. Ik had daar geen tijd voor, hé. Wanneer zou ik dat hebben gedaan?”

Je hebt vier kinderen.

“Eén is vroeg gestorven. Een zoon stopt nu ook met de politiek, hij is 67 jaar. Hij heeft ook de gave van het woord, net zoals ik. Als ik ergens kwam, had ik nooit een papier mee, hé. Zeggen wat er te zeggen valt. Ze vroegen altijd: ‘Hoe doe je dat?’ Niet moeilijk. Terwijl je een zin zegt, al denken aan de volgende. Zo simpel is het.”

“Ik wil nog iets zeggen. Er zitten in het parlement veel te veel lichtgewichten. Kijk naar de N-VA. Die zijn veel te snel gegroeid. Daar zitten mensen tussen die hun taak niet aankunnen. Ze hebben ook allemaal medewerkers, hé. Wat moeten ze dan nog zelf doen? Nee, ik heb er geen spijt van dat ik in de politiek ben gegaan. Ik heb er nu wel een mooi pensioen van, hé. Dat wel.”

Willy Persyn, vader van vier kinderen

Op 23 februari 1923 werd Willy Persyn in Wingene geboren. Hij moest zijn opleiding door de Tweede Wereldoorlog onderbreken. Na de oorlog trouwde hij in 1948 met Simonne Popelier, die eind vorig jaar overleed, en nam hij de ouderlijke hoeve over. Hij was actief in de Boerenjeugdbond (BJB) en zette zich bij verschillende verenigingen in voor de landbouw.

Willy was actief tijdens de drietandacties, landbouwersbetogingen in het begin van de jaren 60, zo genoemd naar het symbool van de acties, de drietand. Persyn was een van de oprichters van het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) in 1962 en volgde in 1966 voorzitter Basiel Ferket op na zijn overlijden. Omdat hij in 1968 op de kieslijsten voor de senaat voor de Volksunie stond, nam hij dat jaar ontslag als voorzitter, volgens de reglementen van het ABS.

Willy Persyn:
Willy Persyn: “Ik volg de gemeentepolitiek nog, maar niet met heel veel interesse.”© Foto LVA

Persyn werd in 1968 verkozen tot Volksunie-senator voor het arrondissement Roeselare-Tielt en vervulde dat mandaat tot in 1978. In de periode december 1971-december 1978 had hij, als gevolg van het toen bestaande dubbelmandaat, ook zitting in de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap, die op 7 december 1971 werd geïnstalleerd en de verre voorloper is van het Vlaams Parlement.

Hij werd in 1958 gemeenteraadslid van Wingene. Hij werd er eerste schepen (1965-1968) en burgemeester (1968-1989) voor Gemeentebelangen. Hij bleef twee decennia burgemeester, ook na de gemeentelijke fusie van 1977 waarbij Zwevezele bij Wingene kwam. Hij bleef burgemeester tot 1989 en werd toen opgevolgd door huidig burgemeester Hendrik Verkest.

Willy is de vader van vier kinderen: Rika (Jacques Vuylsteke), Rik (wijlen Christa Vancauwenberghe, en Maria Deboodt), Ludwina (Johan Lievens) en wijlen Guido (Marleen Schouppe en Carlos Delberghe). Hij is de grootvader van zes kleinkinderen en overgrootvader van tien achterkleinkinderen.