Wim Vandewalle droomt met Handbalclub Izegem van eigen sporthal

Wim Vandewalle is ambitieus als voorzitter van de handbalclub. (foto Frank) © Frank Meurisse
Wouter Vander Stricht

Handbalclub Izegem staat op een zucht van promotie naar eerste nationale en straks loopt de Bellevueschool vol voor het scampiweekend. De ambitieuze voorzitter Wim Vandewalle, die vijf jaar geleden zijn overleden schoonbroer Filip Motte opvolgde, droomt van de Beneliga.

Wim Vandewalle speelde zelf nooit handbal, maar is toch al jarenlang betrokken bij de club. “Mijn schoonbroer speelde handbal en ik ging vaak kijken. Ik volgde de club jarenlang, mijn kinderen zijn beginnen handballen en via Hans Beheydt werd ik bij het bestuur gehaald. Mijn zonen spelen allebei handbal. Alle twee bij het tweede team, maar de jongste mag soms al eens meedoen met het eerste team.”

Kunnen jullie de titel nog mislopen?

“Je moet altijd voorzichtig zijn, maar het zou niet meer mogen. We wonnen de reguliere competitie met acht teams. We plaatsten ons daardoor voor play-offs en startten daar met vier punten, onze tegenstanders met respectievelijk 3, 2 en 1. We zijn nu zes wedstrijden ver en hebben al onze zes wedstrijden gewonnen. Omdat we vier keer tegen elkaar spelen, kan het snel veranderen, maar we tellen toch al een mooie bonus van zeven punten.”

Heb je al eens uitgerekend wanneer de titel kan gevierd worden?

“Ook de concurrentie kan nog punten laten liggen, dat hebben we niet in de hand. Maar als we zelf blijven winnen, zal dat wellicht begin april zijn. We promoveren dan naar eerste nationale. Dat is de hoogste Belgische reeks, maar je hebt ook nog de Beneliga die zes teams uit België en evenveel uit Nederland telt. Zelf hebben we vroeger twee keer één seizoen op het hoogste niveau gespeeld (Beneliga bestond toen nog niet, red.), maar we zijn toen telkens onmiddellijk gedegradeerd.”

De ploeg zakte op een bepaald moment weg.

“Ja, tot zelfs het vierde niveau. Het draaide niet goed en toen hebben we beslist ons eens een dag in vrijwillige quarantaine te zetten met het bestuur. Daar hebben onszelf eens onder de loep gelegd en gekeken wat er niet goed liep. We hebben er ook beslist de weg naar omhoog weer in te slaan. Een sleutelmoment kwam er toen Robin Mathijs vrij kwam en wij hem opnieuw binnenhaalden als trainer. Hij wilde komen als eerste nationale het doel was. We wilden er geraken in vijf jaar tijd en we lijken daar nu in te slagen.”

Net vijf jaar geleden overleed ook je schoonbroer, schepen en dokter Filip Motte. Nam je zijn taken over als een soort eerbetoon?

Filip had me eerder al eens gesuggereerd hem op te volgen. Naast zijn drukke job had hij er ook een schepenambt bij gekregen. Maar dat ging toen nog niet door. Maar we deden al veel samen. Toen hij overleed kwamen we uiteraard in een rollercoaster van emoties terecht. Je zit vol vragen uiteraard. We hebben een maand gewacht om de beslissing te nemen, maar uiteindelijk nam ik over. Ook Filips zoon Louis speelde toen nog bij ons.”

Wat heb je aan wat entreegeld, als er geen ambiance is

Mogen we stellen dat Izegem wel een handbalpubliek heeft?

“Ja, wij mogen niet klagen. Als je ziet dat als we tegen Sint-Truiden spelen daar enkel de voorzitter met zijn vrouw zit. Het is ook zo dat onze fans op verplaatsing soms numeriek in de meerderheid zijn. Maar we hebben ook een braaf publiek. Thuis spelen we voor zo’n 200 fans, en als de dames of de tweede ploeg voor ons spelen of in een topper zijn dat er nog 50 meer. De meeste mensen die bij onze club betrokken zijn, dus ook ouders van jeugdspelers, krijgen een abonnement. Dat is een bewuste keuze. Wat heb je aan wat entreegeld, als er geen ambiance is.”

Wat maakt handbal zo’n mooie sport?

“Het is enorm intens. Er is geen middenveld, je bent met zijn allen in de aanval of aan het verdedigen. We teren ook op onze sterke verdediging. De play-offs zijn nu halfweg, zes wedstrijden gespeeld en nog zes te gaan, en we incasseerden nog maar 106 goals. Wij werken nu al jarenlang met een kern van jonge gasten. We konden ook enkele spelers terughalen die elders ervaring hebben opgedaan. En met Jens Lievens, gewezen handbalinternational, hebben we iemand die de sportieve lijnen helpt uitzetten. Onze gasten kennen elkaar door en door. De meesten speelden nog bij de jeugd samen en zijn echte vrienden.”

Als we promoveren willen we eerst een rustig jaar in eerste nationale

Lukt het om alles te blijven bekostigen?

“Als er geld nodig is, gaan we het zoeken. Maar we zijn zeer gezond, we doen ook geen domme dingen. Ik heb binnen de club misschien de naam van de gierigaard, maar de cijfers moeten kloppen. En we zijn ook ambitieus. Als we promoveren willen we eerst een rustig jaar in eerste nationale, maar binnen een jaar of drie vier zouden we dan een gooi naar de Beneliga willen doen.”

Zit het infrastructureel nog goed?

We klagen zeker niet over de steun die we van de stad krijgen. Maar we komen uren te kort om te trainen. Zeker als we hoger spelen, zouden we dat moeten kunnen opdrijven. Samen met Jens Lievens ben ik bij het Schepencollege al eens onze sportieve plannen gaan voorstellen. We dromen eigenlijk van een eigen sporthal. Mocht de stad grond ter beschikking kunnen stellen, dan bouwen we die zelfs zelf. Die zal zou dan voor veel meer dan handbal alleen kunnen dienen. Je ziet dat de topclubs in het handbal allemaal over een eigen accommodatie beschikken, waarbij ze ook de inkomsten uit de bar hebben. Maar dit dossier zit nog wat vast.”

Nooit goesting gehad om zelf in de politiek te stappen?

“Dat is niet echt voor mij. Ik heb nog deel uitgemaakt van het Volksunie-bestuur. Maar ze bekeken me er te veel als zoon van mijn vader. Er wordt in de politiek soms ook te veel tegen- in plaats van meegewerkt. Filip vond er wel zijn gading, maar hij kwam er niet bij door ons pa, maar door Geert Bourgeois.”

Met een 200-tal jeugdspelers en soms verre verplaatsingen zorgen jullie ook voor eigen vervoer.

“Ja, we hebben twee minibusjes gekocht. In het weekend dienen die om de verplaatsingen te doen, tijdens de week gebruiken onze studenten die. Veel van onze spelers zitten op kot in Gent. Op dinsdag en donderdag keren ze dan met het busje terug naar Izegem om te trainen. Of het busje nog niet gesignaleerd werd in de Overpoortstraat? (lacht) Ze hebben een lage-emissiezone ingevoerd, ze mogen er Gent centrum niet mee binnen. Maar het busje zou wel al eens in Leuven opgedoken zijn.”

Privé

Wim Vandewalle (54) is getrouwd met Martine Vancanneyt. Met hun twee zonen Thomas (21) en Stan (19) wonen ze in de Kachtemse Aimé Behaeghestraat. Hij is de zoon van oud-schepen Erik Vandewalle en Odette Zwaenepoel.

Opleiding en loopbaan

Wim behaalde een graduaat marketing en na zijn legerdienst werkte hij zes jaar in Top Interieur. In 1997 begon hij zelfstandig met een groothandel in meetapparatuur. Zijn bedrijf is in Oostnieuwkerke gevestigd en verdeelt lasers voor de bouw en pneumatische gereedschappen.

Vrije tijd

Handbal slorpt alle vrije tijd op.