Willy Versluys oogst eindelijk eerste mosselen na 15 jaar moedig doorzetten

Willy Versluys bleef geloven in een commercieel haalbare mosselteelt. © Marc Loy
Redactie KW

Ook na 15 jaar van experimenteren met de kweek van hangcultuurmosselen in de Noordzee, met veel tegenslagen en tegenkanting, bleef de Oostendse reder ter visserij Willy Versluys altijd geloven in een rendabele commerciële mosselteelt. Vorige week oogstte hij een eerste, bescheiden volume, nog in Franse wateren, maar met eigen technieken.

Samen met zijn toenmalige vennoot, beroepsduiker José Reynaert, die 20 jaar geleden samen met het ILVO als eerste experimenteerde met een bescheiden mossellijn voor onze kust, zette Versluys in 2007 een aantal mosselkooien uit op een offshore kweekzone van Haven Oostende.

Hun directe buur op zee was Stichting Duurzame Visserij Ontwikkeling (SDVO), die voor hun mosselteelt – de Flanders Queen Mussel – een boeiensysteem had ontwikkeld. Maar zowel kooien als boeien waren de speelbal van de winterse noordwesterstormen. In de media werd de felle strijd tussen de door oneerlijke concurrentie getorpedeerde Belgicamossel van Versluys en de Flanders Queen Mussel al snel opgeklopt tot een heuse mosseloorlog.

Toen een ontgoochelde Reynaert er de brui aan gaf, bleef Versluys met zijn bedrijf Brevisco, tegen de vele sceptici in, geloven in een commercieel haalbaar mosselverhaal. “We leerden met vallen en opstaan dat we de zee niet als vijand moeten zien, maar als bondgenoot”, vertelt de reder.

Innovatie

Trouwens, Versluys’ onblusbaar geloof in innoverende technieken voor onze visserij en aqua- en maricultuur dreven hem in de jaren 1990 al naar China om er de elektrische pulsvisserij te bestuderen. Hij was betrokken bij projecten in Afrika en optimaliseerde dichter bij huis een Nederlandse garnaalpelmachine. Hij bleef ook sleutelen aan het verankeringssysteem voor zijn mossellijnen.

“Mijn bedrijf investeerde de voorbije jaren minstens een half miljoen euro in diverse nieuwe en verbeterde kweeksystemen. Het proefproject Symapa voor de kust van Nieuwpoort, gebruikt nu ook de door mijn team uitgeteste nieuwe verankeringssystemen. Bij dat project van Brevisco, de Universiteit Gent en nog enkele partners worden synergiën tussen mariculturen ( mosselen, oesters en zeewier) en passieve visserijtechnieken onderzocht.”

Ook bij het Coastbusters-project in de Panne, waar uitgetest wordt of een groeiend rif van onder meer schelpdieren, kokerwormen en zeewieren kan bijdragen tot een betere kustbescherming, is het volledige Brevisco-team betrokken.

Groot en ziltig

“Voor de commerciële oogst van onze Noordzeemosselen op de Vlaamse Banken ter hoogte van het Franse Zuydcoote werken we nu nog samen met onze Franse partner, Fb Coquillages. We benutten daarbij zijn kweekperceel, maar passen voor de kweek op touwen wel onze verankeringstechnieken toe en houden toezicht op de uitgezette mossellijnen”, zegt Versluys.

Zelf schat Brevisco die eerste oogst op 15 à 20 ton. “We stelden de oogst een paar weken uit, zodat we de mosselen nog iets konden laten groeien en ze nu nog groter en ziltiger van smaak zijn ”, zegt Stephanie Debels, managing director van Brevisco.

Als het weer meezit, wordt zowat dagelijks tot en met 15 augustus geoogst. De mosselen worden via de Vlaamse Visveiling in de (groot)handel verdeeld en zijn ook te koop in de Fish Food & Meet Market De Cierk op de Oostendse Oosteroever.

Kaper op kust

Met Colruyt, die een zeeboerderij wil opstarten voor Nieuwpoort, doemt voor Versluys een kaper op de kust op: “We zijn nu op zoek naar een eigen concessie op de al drukke Belgische Noordzee, maar de ervaring die we in de voorbije 15 jaar opbouwden, pakken ze ons alvast niet meer af.”

Ondertussen bouwt Versluys zijn vele activiteiten in de visserijsector stilaan af. Met Stephanie Debels als managing director en Bert Groendendaal als research en development-coördinator lijkt de toekomst van Brevisco verzekerd. “Vervelen ga ik me nooit, de maritieme geschiedenis en cultuur blijven mij uitermate boeien”, zegt Willy. “Ik blijf werken aan het opnieuw in bedrijf stellen van onze historische slipway, blijf ijveren voor een onthaal- en infocontactpunt op de Oosteroever en dromen van een Oostends maritiem museum.”

Vida Acquaro: “Ik proef de ziltheid van de Noordzee”

Vida Acquaro van het Italiaanse restaurant Marina op de Hendrik Baelskaai proeft de mosselen uit de Noordzee zowel in eigen vocht gekookt als bereid met groenten. “Ik kies voor de eerste bereiding”, zegt ze resoluut, “omdat je dan nog echt de zilte smaak van de Noordzee ervaart. Eerlijk: ze zijn erg lekker, sappig en groot”, zo beoordeelt ze de proeverij, terwijl ze het mosselsap oplepelt. “We hebben in ons restaurant geen mosselen op de menukaart, maar vanaf september zijn ze wel verwerkt in een aantal bereidingen. Zelf degusteer ik ze graag als aperitiefhapje of voorgerecht, zelden als maaltijd. Alhoewel, als ik op vakantie ben bij mijn familie in Italië, dan smul ik wel graag van hun mosselfestijn op basis van selder, ajuin, witte wijn, peterselie en pikante kruiden of van de peppata di cozze, gegratineerde mosselen.” (ML)

Michiel Rabaey: “Lekker, maar net als Zeeuwse mosselen”

Michiel Rabaey (37) van restaurant Storm op de Hendrik Baelskaai proeft een eerste portie mosselen van de Vlaamse Banken tijdens de drukke voorbereiding van de middagservice. “Ik vind ze heel lekker en groot. Maar eerlijk gezegd, mocht ik nu blind moeten proeven, zou ik die Noorzeemossel niet kunnen onderscheiden van een Zeeuwse mossel. Wel opvallend is de kleurnuance: de Zeeuwse zijn wit, geel, oranje of bruin, de Noorzeemossel is omzeggens altijd donker van tint. De brozere schelp vindt de kok niet direct een nadeel: “Hoogstens bij het transport zullen een aantal schelpen onderaan de zakken sneuvelen.” Zelf kiest Michiel Rabaey voor een bereiding in eigen nat zonder toevoeging van groentes. “Komende najaar zal ik dit streekeigen product graag op de kaart zetten en die mosselen in bereidingen verwerken”, zegt Michiel. (ML)