Willy Sibiet stopt na 20 jaar als voorzitter van Oostende Mondiaal: “Er is al een hele weg afgelegd”

“In die 20 jaar bleven we onszelf vormen”, zegt Willy Sibiet. (foto PM) © PETER MAENHOUDT
Redactie KW

Willy Sibiet stond mee aan de wieg van Oostende Mondiaal, de stedelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking. Hij stopt na ruim 20 jaar als voorzitter. “Er is een hele weg afgelegd”, zegt hij tevreden bij zijn afscheid. “Maar het werk is niet af.”

“Begin jaren 90 volgde ik met Medios een aantal projecten op rond ontwikkelingssamenwerking in Congo waar het toenmalige Sint-Jozefsziekenhuis een partnerziekenhuis had. We hielden een benefietweekend om geld in te zamelen en er was toen in Oostende een informele vergadering die de stad adviseerde welke projecten er konden gesteund worden”, herinnert Willy Sibiet (71) zich.

“Met een 15-tal mensen trokken we naar de stad met de vraag een echte adviesraad op te richten. Dat werd in 1995 de Stedelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking (SROS) die zich toen nog steeds beperkte tot het geven van adviezen aan de stad.”

Andere weg

In 2000 werd Willy voorzitter en sloeg de SROS een andere weg in. “We waren van mening dat een stad als Oostende meer een beleid moest voeren rond internationale solidariteit en samenwerking in plaats van ad-hocprojecten te steunen. We wilden signalen geven. Maar wel door steeds in dialoog te gaan en niet het conflict op te zoeken met de stad. We organiseerden studiedagen en keken hoe ze het in andere steden aanpakten om dat over te brengen naar Oostende. In die 20 jaar bleven we onszelf vormen, we wilden een forum zijn en mensen samenbrengen die ermee begaan waren.”

De raad kreeg onder impuls van Willy Sibiet een dynamiek en telt thans 30 leden en organisaties. “Vooral de evolutie van het soort leden is positief. In de beginjaren waren het de lokale vertegenwoordigers van nationale organisaties zoals bijvoorbeeld Vredeseilanden (het huidige Rikolto, red.) die lid waren. Terwijl het tegenwoordig veel meer mensen zijn die vanuit hun eigen ervaring, hun eigen project ter plaatse en hun kennis deelnemen aan de raad. In plaats van alleen te werken kunnen we elkaar versterken en wij kunnen hen ondersteunen met pakweg de opmaak van een dossier.”

De oprichting van een (blijvende) stedenband met Banjul noemt Sibiet een logisch gevolg. “Maar het liep niet van een leien dakje. Toenmalig minister Anciaux had begin jaren 2000 subsidies en wij schreven een dossier dat aanvankelijk in de koelkast belandde omdat ze niet wisten welke budgettaire impact dat zou hebben. In 2003 kwam er bij de stad wel groen licht en viel de keuze op Banjul, boven een stad in Peru en een dorp in Indonesië. Banjul was een evidente keuze als havenstad met visserij en toerisme. We hebben toen die opstart, samen met de Noord-Zuidambtenaar, heel sterk begeleid. Het was een project zonder bepaalde duur. En zie, het is er nog steeds. Er waren misschien nog meer mogelijkheden om linken te leggen. We hadden gehoopt om een grote stuurgroep te maken met mensen uit het middenveld en het economisch, toeristisch en zorgend Oostende, maar dat gebeurde te occasioneel. Maar de stad mag trots zijn want de stedenband is nu een gegeven van alle Oostendenaars.”

“We hebben met de raad heel wat zaken gerealiseerd. Zo haalden we de Perzisch-Nederlandse auteur Kader Abdollah en imam Kalid Benhaddou naar Oostende voor lezingen. Recent was er het Klimaatcafé met weerman Bram Verbruggen over de klimaatverandering.”

Naamsverandering

“We hebben ook de deur opengezet voor een samenwerking met de MARO, de Multiculturele Adviesraad Oostende. We brachten expo’s in de Gaanderijen. De eerste zelfs op een moeilijk moment rond migratie in 2018 om vluchtelingen een gezicht te geven en recent ook een expo rond Oostendenaars die actief zijn in de internationale solidariteit. Dat beide expo’s het doelwit waren van vandalen, treft me erg. Ze hadden beter mijn gezicht beklad in plaats van dat van Oostendenaars die er anders uitzien, maar evenveel Oostendenaar zijn. En voor wie zou twijfelen: alle vergaderingen van de raad verlopen in het Nederlands.”

In 2016 kwam er een naamswijziging naar Oostende Mondiaal. “Dat dekt veel meer de lading. De tijd dat we naar het Zuiden trokken om mensen ‘te ontwikkelen’ ligt gelukkig ver achter ons. En met Oostende Mondiaal zeggen we ook dat de wereld in Oostende zit.”

Duurzaamheid

“We hebben in de periode voorafgaand aan de verkiezingen van 2018 ook belangrijk inhoudelijk werk geleverd. Een programma rond de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen bezorgden we aan alle partijen en er is veel van terug te vinden in het bestuursakkoord. Zoals bijvoorbeeld hoe je omgaat met het koloniaal verleden. Ook daar gaven we in 2020 een aanzet met een dansvoorstelling aan de Drie Gapers. In het postkoloniaal gegeven mag je geen gevoel van schuld steken. De huidige generatie treft geen schuld. Wel belangrijk is dat men met andere ogen kijkt om zo los te komen van racisme en discriminatie. Dat is een lang proces. Het standbeeld weghalen zal niets oplossen, want een aantal mensen zullen versterkt worden in hun negatieve gevoelens. Een goede duiding en een extra beeld kunnen een oplossing zijn.”

Willy Sibiet blijft actief bij Oostende Mondiaal. “Als gewoon lid, maar ik ga er niet als een schoonvader waken. Verder blijf ik actief bij Medios en ben ik nog nationaal ondervoorzitter van de ngo 11.11.11.” (Edwin Fontaine)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier