Willy Bosschem: “Ik heb mezelf niet gepromoot”

© Davy Coghe
Hannes Hosten

Willy Bosschem had zich het jaar van zijn 90ste verjaardag wel anders voorgesteld. De kunstenaar, cartoonist en oudste medewerker van onze krant stapte op 10 januari op tram negen. Even later viel het hele land stil. Maar Willy blijft vol dromen zitten en kijkt uit naar het einde van de coronamaatregelen. “Het alleen zijn voelt nu scherper aan dan anders”, zucht hij.

Willy Bosschem ontvangt ons in zijn bubbel, vier hoog, amper een minuutje van de zeedijk. Normaal behoren tot die bubbel enkel dochter Rita en haar vriend, bij wie Willy elke avond gaat eten. Echtgenote Mariette overleed in 2017. “Ik hou me bezig”, zegt de kunstenaar die al sinds 1952 cartoons tekent voor onze kusteditie De Zeewacht. Corona is zelfs een bijkomende inspiratiebron. Willy toont een tekening van het coronavirus het beestje met de stekels met mondmasker aan. “Dat zegt het toch allemaal?”, vindt hij.

Het jaar 2020 begon veelbelovend voor Willy. Op 10 januari vierde de in Gent geboren kunstenaar zijn 90ste verjaardag. In de Nieuwe Gaanderijen, op de zeedijk van Oostende, opende zijn tentoonstelling Ostênsjhe klaps met 25 cartoons bij Oostendse spreuken. Het stadsbestuur liet een grote verjaardagstaart aanrukken voor de man, die meer dan zijn steentje bijdroeg tot het culturele leven van de stad. Willy was bijna 50 jaar verbonden aan het Casino-Kursaal, stond 22 jaar aan het hoofd van de kunstacademie en was bij talloze culturele en toeristische projecten betrokken.

Eén bepalende cartoon

“Eén cartoon in De Zeewacht bepaalde mijn hele leven”, mijmert Willy. “In 1952 volbracht ik mijn militaire dienst bij de Zeemacht in Oostende. Ik woonde een concert bij in het oude theater, waar nu het Europacenter staat. Ik was zo onder de indruk dat ik na het concert op mijn kamer in de kazerne een tekening maakte van dirigent Emile De Vlieger, ook directeur van het conservatorium. Mijn kamergenoot Raymond Huilmand, alias Jo Deensen, toen al medewerker en later hoofdredacteur van De Zeewacht, vroeg of hij die tekening in de krant mocht opnemen.”

“Ik leerde hoofdredacteur Dries Van Damme kennen, die ook de eerste pr-man van het Kursaal was. Hij vroeg me om een promotiestand te ontwerpen voor een beurs in Charleroi. Het leidde tot een contract van 30 jaar, maar ik bleef veel langer plakken in het Kursaal. Ik startte op 1 mei 1953, aanvankelijk als decorateur en publicitair tekenaar. Ik groeide door tot persattaché en curator van tentoonstellingen. In 1995 ging ik met pensioen, maar ik stelde tot 2002 tentoonstellingen samen. Zonder die kans in Oostende was ik wellicht weer naar Gent gegaan. Maar intussen voel ik me echt Oostendenaar.”

“Door mijn functie in het Casino-Kursaal leerde ik enorm veel mensen kennen”, vertelt Willy. “Je botst toevallig op mensen en je maakt je weg. Zo ging het mijn hele leven. Alleen jammer dat ik dat niet heb kunnen doen voor mezelf als kunstenaar. Mijn eigen werk was mijn hobby, dat kwam op de tweede plaats. En dat voel ik nu wel. Ik heb mezelf niet gepromoot. Ik had er ook de tijd niet voor. Ik vertrok ‘s morgens om 8 uur en was in het seizoen ten vroegste om 2 of 3 uur ‘s nachts weer thuis. Schilderen deed ik ‘s nachts of als ik een dagje vrij had.”

Edith Piaf

Willy Bosschem is de uitvinder van de smoke art, een techniek waarbij hij een paneel eerst zwart maakte met vuur en vervolgens op tekende door het roet met een zacht penseel weer weg te nemen. “Na enkele jaren moest ik ermee stoppen. De rook was slecht voor mijn gezondheid. Ik werkte een tijd met een masker, maar dat hield ik niet vol. Vandaag ken ik niemand die het nog doet. Ik had mijn atelier toen in het Kursaal, vlak onder het groot podium. Daar waren afzuiginstallaties. Eén keer ging het fout en stond plots de brandweer aan het gebouw.”

“Ik ontmoette in mijn leven enorm veel bekendheden”, blikt Willy terug. “Ik bracht Edith Piaf op het podium als ze zelf al niet meer kon stappen. In 1981 werd ik ontvangen door koning Boudewijn en koningin Fabiola. Aan de koningin mocht ik uitleggen wat smoke art is. Ook koning Albert en koningin Paola heb ik meermaals in het Kursaal ontvangen, toen nog als prins en prinses. Bij prins Karel ging ik aan huis in Raversijde. Ik was curator van een tentoonstelling van Herman Brood, twee maanden voor hij zelfmoord pleegde…”

Ondanks zijn 90 lentes zit Willy nog boordevol ideeën. Hij wil nog iets meer doen met zijn cartoons van Oostendse spreuken, want hij heeft er eigenlijk 52, genoeg voor een jaarkalender met één spreuk per week. Hij droomt nog van een finaletentoonstelling: Black & White, met al zijn werk in het zwartwit waaronder de smoke art. “Laat me bezig blijven. Cartoons tekenen, dan blijf ik actief. Ik zou ook graag weer een atelier willen, dan kan ik mijn oude schilderijen wat actueler maken.”

Ouder worden

“Ik besef wel dat veel plannen niet meer gerealiseerd zullen worden. Ik heb de relaties of de mogelijkheden niet meer. Dat was al van voor corona, dat komt door het ouder worden. Maar corona versterkt het wel. Eens met iemand afspreken om iets te gaan eten, een koffietje te drinken… Dat doen mensen nu niet. Zo voelt het alleen zijn scherper aan. Ik kijk uit naar het einde van de coronacrisis. Voor mezelf ben ik niet bang, maar ik wil niet de schuldige zijn als anderen ziek worden. Eens de crisis voorbij, zijn we weer vrijer zijn om te doen wat we willen.”

Bekijk de coronatekeningen van Willy op KW.be/levensverhaal