Wevelgemse Hazes-fan samen met Andrés zoon te zien in VTM-programma Vanity Plates

Martin Van Lierde is binnenkort te zien in het VTM-programma 'Vanity Plates'. (foto SLW)
Stefaan Lernout

Een grotere fan van Andre Hazes bestaat er wellicht niet. Martin Van Lierde heeft de foto van zijn vriend en idool op de arm laten tatoeëren, zijn woning in de Wijnbergstraat is een museum dat de herinnering aan André levendig houdt. Na zijn dood wil hij begraven worden in het hemd dat de zanger droeg bij zijn optredens in Ahoy en op zijn graf komt een foto van hem samen met André en zijn zoon Dré. Martin is een superfan, volgende week samen met Dré te zien in Vanity Plates.

Het VTM-programma ‘Vanity Plates’ gaat op zoek naar de eigenaars van wagens met opvallende gepersonaliseerde nummerplaten. Op donderdag 15 oktober is het de beurt aan Martin Van Lierde, we ontdekken de persoon en het verhaal achter de nummerplaat HAZESFAN. De grootste Hazesfan van België woont sinds vier jaar in de Wijnbergstraat in Wevelgem, waar hij een museum ingericht heeft als eerbetoon aan zowel vader als zoon Hazes.

De bewondering voor en vriendschap met André Hazes begon dertig jaar geleden. “Toen ik ongeveer 23 jaar was, reed ik zowat dagelijks naar de bloemenveiling in Lisse, bij Amsterdam”, begint Martin zijn verhaal. “Die veilingen vinden plaats vroeg in de ochtend, dus vertrok ik de avond voordien en sliep dan in de vrachtwagen. Maar eerst ging ik me opwarmen in de bruine kroeg aan de overkant van de veiling. Daar zat André aan de toog. Ik wist niet wie hij was of wat hij deed, ik was toen vooral fan van Will Tura en Claude François. Hij vond het plezant om me te jennen en Belgenmoppen te vertellen tegen de andere bezoekers. Ik liet me niet doen en zorgde dat ik de volgende keer een voorraad moppen over Hollanders mee had.”

vriendschap

“Na verschillende weken wist ik nog niet dat hij een beroemdheid was, ondertussen waren we wel al vrienden geworden. Op een avond stapte ik die kroeg binnen, die stampvol zat. Tussen al dat volk was André aan het zingen. Ik maakte nog een opmerking tegen iemand: ‘André doet dat niet slecht, hé’. Ik was in de overtuiging dat hij een artiest imiteerde. ‘Dat zal wel’, kreeg ik als antwoord, ‘dat is André Hazes. Hij plant een comeback’. Tot op dat moment had ik nog nooit van Hazes gehoord, maar dat veranderde toen snel.”

Martin samen met zijn goede vriend André. (foto uit collectie Martin)
Martin samen met zijn goede vriend André. (foto uit collectie Martin)

Het levensverhaal van de Amsterdamse zanger is er een van veel ups en downs. Veel liefdes- en drankperikelen, maar ook veel successen die Martin van dichtbij mocht meemaken. “Ik zag hem een drietal keer per maand, wanneer het maar kon eigenlijk”, vervolgt Martin. “Na een optreden gingen we dikwijls nog samen iets drinken. Op een dag belde André me of ik hem wou vergezellen bij een optreden voor het tv-programma ‘Op Volle Toeren’. Daar aangekomen laat de buitenwipper me niet binnen, ‘omdat de zaal vol zit’, zegt hij. Ik bel naar André, die krijgt hetzelfde antwoord van die buitenwipper, waarop André zegt: ‘Dan hoeft het voor mij ook niet mee. Kom, Martin, we gaan iets eten’. En André ging weg, zonder op te treden!”

deurknop van André

Martin kocht zowat alles wat met zijn idool te maken had en stalde dat uit in zijn privémuseum. Blikjes en bierviltjes met zijn gezicht en naam op, borden uit zijn privékroeg, maar ook heel veel 45-toerenplaten. Zoals ‘Juanita’, de eerste single die zijn held uitbracht op amper 8-jarige leeftijd. Hij heeft ook een krant uit diezelfde periode, uit 1959, die André Hazes als een aanstormend zangtalent beschrijft. Er zijn eveneens veel foto’s waarop André en Martin broederlijk omarmd staan, net als kerstkaartjes, uitnodigingen maar ook zijn overlijdensbrief en de uitnodiging voor de rouwmaaltijd.

“Dit museum, die verzameling, dat is een ziekte”, zegt Martin, waarop hij enkele pronkstukken toont. “Dit is de deurknop van zijn huis, hoe dikwijls heeft hij die niet vastgenomen? En hier – het hemd waarmee hij optrad in Ahoy, daar zal ik in begraven worden. Ik heb trouwens ook het hemd van Dré, zijn zoon, waarmee hij optrad in Ahoy. Als ik sterf gaat de volledige verzameling naar mijn vriendin Strietje Duyvejong uit Izegem.”

Martin in zijn indrukwekkende privémuseum. (foto SLW)
Martin in zijn indrukwekkende privémuseum. (foto SLW)

Toen hij de vraag kreeg om deel te nemen aan het programma ‘Vanity Plates’ was hij eerder weigerachtig. “Mensen begrijpen dat niet altijd als je, zoals ikzelf, je helemaal blootgeeft. “Ik ga akkoord op één voorwaarde”, zei ik tegen VTM. “Dat Dré Hazes eraan meewerkt. Ik had het niet verwacht, maar hij was onmiddellijk bereid. Nu, we kennen elkaar al heel lang, van toen hij nog een klein jongetje was. Maar wat Dré over mij vertelt tijdens het programma doet mij werkelijk veel plezier.”

Grafzerk

De bewondering die hij koestert voor de vader is enorm. Hij heeft André groot getatoeëerd staan op zijn arm. “Hij overleed op 23 september, dat is telkens weer een helse dag voor mij. Toen hij stierf, stortte mijn wereld in. We waren heel close, we kenden elkaars geheimen. Mijn doel is om hem verder te laten leven, dat mensen verder naar zijn muziek blijven luisteren. Daarom heb ik dit museum opgebouwd en neem ik deel aan programma’s zoals Vanity Plates.”

foto SLW
foto SLW

Martin is 53 jaar oud. “Een slechte leeftijd, want dat is de leeftijd waarop André stierf”, zucht hij. “Maar ik ben er klaar voor.” Terstond toont hij een foto van zijn toekomstige grafzerk met daarop twee foto’s, een van Martin met André en een met Dré. Ook na zijn dood wil hij met de zangers verbonden blijven.

“Waarom zijn wij zulke vrienden geworden?”, vraagt Martin zich luidop af. “Ik ben niet gelovig, maar het is net alsof André het gewild heeft dat alles bij mij samenkomt. Ik, die als enige Belg mocht meespelen in zijn film, ik als superfan die binnen mocht in zijn huis. Niemand bezit zoveel zaken over André. Er zijn zoveel fans die een nummerplaat hebben die naar André verwijst en toch komt Vanity Plates bij mij terecht. Toeval? Ik denk het niet. Ik hoop dat de mensen, ook na mijn dood, André blijven koesteren. Als artiest en als mens. Er is maar één André en die komt nooit meer terug.