Westerstaketsel in Oostende op 1 juli weer open voor wandelaars

Het Westerstaketsel opent op 1 juli weer voor het publiek na een grondige restauratie. © Peter Maenhoudt
Redactie KW

Het Westerstaketsel in Oostende, precies 130 jaar oud, is vanaf 1 juli opnieuw toegankelijk voor het publiek na jaren van restauratie. Het beschermde monument is met circa 650 meter een van de langste wandelhoofden ter wereld. En een ontmoetingsplek waar Oostendenaar en toerist elkaar treffen.

Als de Oostendenaar het volledige Westerstaketsel afdweilt, dan is hij tot aan ‘t koptje van het hoofd gewandeld. Het in 1889 afgewerkte Westerstaketsel vormt vandaag wellicht het laatste sluitstuk van eeuwenlange houten structuren die ooit de geulen van de Vlaamse en veel andere zeehavens afbakenden. Vandaag resteren alleen in Nieuwpoort nog twee houten hoofden op beide oevers van de havengeul. Blankenberge heeft een houten en een betonnen staketsel en Oostende amputeerde bij de aanleg van de strekdammen haar betonnen Oosterstaketsel, inclusief de karakteristieke tijseinpost.

Sinds het begin van de 16de eeuw bevindt de haventoegang zich ten westen van het kursaal. Tijdens het Beleg van Oostende (1601-1604) verzandt die oude haventoegang. De getijdenwerking en stormvloeden scheuren de huidige geul verder uit. Stormweer en oorlogsomstandigheden boetseren de opeenvolgende staketsels. Iedere nieuwbouw of ingrijpende renovatie wordt technisch meer verfijnd en ook langer.

Brandende pektonnen

Naast de afbakening van de geul, de stroom- en winddempende functie van het paalwerk en de dammen was er eertijds ook het strategisch militaire aspect. Zo voorziet Napoleon een aantal batterijen op de kop. Tijdens de Belle Epoque fungeert het staketsel ook als pier, net als in Blankenberge, Scheveningen en Brighton. De beau monde in die kuuroorden scheept er maar al te graag in voor een zee-excursie. Daar worden ze in onze stad tot hun eigen ergernis wel eens voor de voeten gelopen door de bootsjouwers die de zeilende vissersschuiten bij windstilte vanop het staketsel de haven binnentrekken.

Er werd zo veel mogelijk hout hergebruikt, er is dus geen nieuw staketsel gebouwd

Ook aan de haven- en seinsignalisatie op de koppen lees je de technische vooruitgang af: van brandende pektonnen, over petroleumlampen tot elektrische havenlichten en mistklok. Verder maken houten zitbanken, kruisnetten en een drankpaviljoen in de voorbije eeuw zowat het enige meubilair uit.

Houten palen

In het voorbije decennium blijkt een ingrijpende restauratie hoogdringend. Hadewych Verhaeghe, projectingenieur van de afdeling Maritieme Toegang van het departement Mobiliteit en Openbare Werken, legt uit: “Na een bouwhistorisch onderzoek en grondige inspectie bleek het houtwerk sterk aangetast en bepaalde verbindingen in slechte staat. Omdat het staketsel sinds 2006 een beschermd monument is, was het voor Onroerend Erfgoed erg belangrijk dat het staketsel zo goed mogelijk in de oorspronkelijke staat hersteld werd, waarbij dezelfde materialen en constructietechnieken gebruikt werden. Waar nodig werden houten palen, stukschoren en mannetjes, ankerbalken, gordingen, stutbalken, vloerbalken, leuningen, vloerplanken en verbindingen vervangen. Waar het kon werd zoveel mogelijk hout hergebruikt. Er is dus zeker geen nieuw staketsel gebouwd.”

Geen balk over

Van oktober 2017 tot eind juni 2018 wordt de kop van het staketsel grondig gerenoveerd. Van 1 oktober vorig jaar tot eind juni 2019 volgt het 500 meter lange strekkende gedeelte. Telkens is een ploeg van ongeveer 20 gespecialiseerde arbeiders er aan de slag. Kostprijs van de werken: 7.216.240 euro. “Mogelijk dient de aannemer nog een aantal kleine zaken uit te voeren in de waarborgperiode die loopt tot de definitieve oplevering van de werken eind juni 2020”, zegt Hadewych Verhaeghe.

De balken kregen een grondige restauratiebeurt.
De balken kregen een grondige restauratiebeurt.© GF

Het zilte zeewater, de golfslag, maar ook stormschade, aanvaringen en oorlogsgeweld spaarden het staketsel niet de voorbije eeuw. In die meer dan 100 jaar was er dus altijd wel wat oplapwerk te doen. Vandaar de wat grillige en organisch gegroeide structuur. Typisch zijn ook de drie aanmeersteigers, net als de drie toegangstrappen naar het Klein Strand.

Tropisch hardhout

Het bouwbedrijf Van Huele, in 1909 gestart in de waterbouw, is onder meer gespecialiseerd in houten infrastructuurwerken: staketsels, dukdelven, sluisdeuren, bruggen in tropisch hardhout. Sinds 1936 staat van Huele in voor het onderhoud van de staketsels in Oostende. Zaakvoerder Xavier Van Huele: “Van het staketsel is er wellicht geen enkele balk meer origineel. Een staketselbalk gaat gemiddeld een halve eeuw mee. Vroeger werd vooral Vlaamse eik gebruikt. Vandaag is dat bijna uitsluitend tropisch hardhout: Azobé en Basralocus.”

Nog dit: een nieuwe brasserie op de kop komt er niet meer. Een mobiel ijsjeskraam of een tijdelijke kleine pop-up kunnen wel in de toekomst. Maar brasserie of niet: een wandeling naar ‘t koptje van het hoofd zal voor menig Oostendenaar en toerist weer bovenaan de lijst staan. (ML)

Ook na de Tweede Wereldoorlog was het Westerstaketsel de favoriete wandelbestemming voor Oostendenaar en toerist.
Ook na de Tweede Wereldoorlog was het Westerstaketsel de favoriete wandelbestemming voor Oostendenaar en toerist.© ML

In juni 2012 werd er uitgetest hoe een indirecte verlichting het Westerstaketsel 's avonds feëriek zou kunnen acceentueren. Het plan werd later afgevoerd.
In juni 2012 werd er uitgetest hoe een indirecte verlichting het Westerstaketsel ‘s avonds feëriek zou kunnen acceentueren. Het plan werd later afgevoerd.© ML

Een vrachtferry van rederij Ferryways voer in 2017 bij het binnenvaren van de haven tegen het Westerstaketsel en veroorzaakte daarbij heel wat schade.
Een vrachtferry van rederij Ferryways voer in 2017 bij het binnenvaren van de haven tegen het Westerstaketsel en veroorzaakte daarbij heel wat schade.© Peter Maenhoudt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier